tl hoe de stemmen zich verhouden. 'In die CKV zal het diseussiewerk voor de extra Algemene Vergadering gedaan en afge rond moeten worden. Natuurlijk kunnen we ons dan het risico van afstemmen niet meer permitteren.' Hij sloot dit cruciale agendapunt af met de vertrouwenwek kende vaststelling dat - met een aantal gedogers - een overgrote meerderheid van de CKV adviseerde de bel voor de laatste ronde te luiden. Noodklok Eerder die dag - aan het begin van de ver gadering- had Hoofddirectievoorzitter Wijffels ook al stevig aan de bel getrok ken. In zijn geval betrof het echter een noodklok. 'We zijn genoodzaakt de kos ten te matigen. Als we daar niet in slagen, zitten we opnieuw in een kosten-baten- schaar', schetste hij de ernst van de situ atie. Na een aantal jaren van dubbele groeicijfers, moet de organisatie nu terug naar een meer normaal groeipad. 'De las- tengroei daarentegen', zo waarschuwde Wijffels, 'zal met dubbele cijfers ook vol gend jaar nog sterk doorlopen.' In de ramingen valt deze aanmerkelijk hoger uit dan de batengroei, die ongeveer gelijke tred zal houden met de stagnerende bedrijfsgroei van 7 a 8%. Deze tendens is des te alarmerender omdat de organisatie wil gaan werken onder de nieuwe klant waarde-doelstelling. 'Dan staan we ook nog eens voor de opgave het elk jaar een slag beter te doen.' Binnen de organisatie moet dus kritisch worden gekeken naar alle kosten, 'maar in het hijzonder ook naar kosten die we maken om ons eigen leven comfortabeler te maken', aldus Wijffels die benadrukte dat bij de begro ting van Rabobank Nederland "de rode pen" zeer stevig was gehanteerd. Uit gangspunt was geweest dat de tarieven aan de lokale banken niet mochten stij gen. Een dergelijke kostenbewuste hou ding zou ook de lokale banken passen. Zo zijn tussen lokale banken grote verschillen geconstateerd in de mate van efficiency. Er worden daarom instrumenten aange reikt om met zogeheten "quick wins" in korte tijd de kosten zoveel mogelijk terug te dringen. Wijffels' woorden vonden weerklank in de vergadering. Ook werden kritische kanttekeningen geuit. De snel toenemende kosten waren mede het gevolg van eerder beleid, omdat de perso neelsreductie onder EOCUS immers veel te enthousiast was gebleken. Ook waren de lokale banken op het punt van een goede ondersteuning in de bedrijfvoering 'in de kou blijven staan'. 'Klantwaarde zal uiteindelijk alleen kunnen worden gereali seerd binnen de randvoorwaarde van de continuïteit', zei een spreker. 'We zullen goede evenwichtkunstenaars moeten zijn.' Daar was Wijffels het hartgrondig mee eens: 'We moeten niet van de balk - of beter het slappe koord - vallen onder de kostendruk. Maar wat moet, dat moet!' Ledencertificaat Over zaken als de kostendoorbelastingen van Rabobank Nederland, de perikelen met de informatietechnologie en de moei zame instroom van nieuwe mensen werd bij de behandeling van de voortgangsnota over Visie '98 nog verder van gedachten gewisseld. Hoofddirectielid Van den Goorbergh gaf aan hoe Rabobank Neder land tracht op die punten vooruitgang te boeken. Hij merkte daarbij onder andere op dat er in het systeembeheer nog forse besparingen mogelijk zijn. 'Het is niet meer nodig bij 500 banken hetzelfde sys teembeheer te laten uitvoeren. We bewe gen ons af van LAURA, want met de nieuwe netwerktechnologie is het moge lijk op lokaal niveau centrale systemen in te schakelen.' Vanuit de CKV kwamen veel en soms zelfs heftige reacties los op het voorstel voor de invoering van een ledencertifi caat. Een lange rij sprekers gaf te kennen dat het voorliggende product niet was wat men ervan had verwacht. 'Is dit uit oog punt van belegging een voldoende attrac tief product?' was één van de kritische kanttekeningen. Velen vonden het teveel een product van Rabobank Nederland, te weinig toegespitst op gebruik in de lokale situatie en het lokale balansmanagement. 'Wat is de coöperatieve meerwaarde van deze constructie vergeleken met een ach tergestelde obligatie van de ABN-Amro?', spitste iemand anders het toe. Een van de conclusies van Van den Goorbergh was dat de organisatie nog eens een intensief debat zou moeten voeren over de finan ciële ruimte die er eigenlijk is voor het voeren van ledenproducten. Naar aanlei ding van de opmerkingen worden de karakteristieken waaraan het ledencertifi caat moet voldoen nog eens nader over wogen.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Bank & Bestuurder' | 1998 | | pagina 13