7 In het Autotron te Drunen waar hij zijn toespraak zal houden, wordt Wim Meijer ontvangen door drs. Jan de Waard en Jan van Hoistein, voorzitter van de jubileumcommissie. moet zorgen voor een lokaal zo goed mogelijke aansluiting op de behoeften die passen in de coöperatieve missie. Hij zal moe ten willen dat de samenleving waarin zijn bank staat, een mening heeft over het functioneren van de bank en aan de organisatie - dus aan de directeur - eisen mag en kan stellen. Daartoe wijzen mensen uit die samenleving bestuurders uit hun midden aan om met de directeur te bespreken hoe de bank dat het beste kan doen. De directeur is verbonden met de basis van de bank in de lokale samenleving en kan vanuit die positie ook de ondersteuning van de centrale organisatie beïnvloeden. De bank zal dus haar betekenis moeten ontlenen aan de omgeving en de mensen waarvoor ze werkt en dus als een bank die klant waarde weet te scheppen/De klant moet ons ervaren als een instelling die van en voor hem is. Dat past bij de autonomie van de bank en dat dwingt tot een zoektocht naar de goede ant woorden op de behoeften van de klant.'De directeur',aldus Meijer,'kan helpen in die zoektocht. Maar daarbij is belangrijk hoe hij de eigen positie en rolontwikkeling ziet. Ziet hij zichzelf als een manager, die denkt vanuit de eigen instelling en waarde uitsluitend vertaalt in bedrijfseconomische ratio's?'Dan zal hij in Meijer's ogen onvermijdelijk een verlengstuk van de centrale organisatie worden.'Of ziet hij zijn rol in het definiëren van de dienstverlening van de eigen lokale Rabobank vanuit de klanten en leden in zijn werkgebied en geeft hij de bank de professio nele ontwikkeling mee die bij het werkgebied past?' Dat bete kent dat hij in staat is vanuit die positie met de centrale organi satie samen te werken door bijvoorbeeld signalen uit de markt door te geven, vragen te ventileren over en ten gunste van de ontwikkeling en ondersteuning van zijn eigen bankbedrijf en door voorstellen te doen tot verbetering van producten en dien sten.'Hiermee heb ik de positie geschetst van de lokale bank directeur zoals ik hem zie', resumeerde de voorzitter van de Raad van Beheer:'Een professionele bankier die werkt vanuit een maatschappelijke context, die staat tussen de mensen - de leden en de klanten. Daar vindt hij ook de grondslag en het ver antwoordingskader voor zijn functioneren en daaraan ontleent hij zijn positie en zelfstandigheid.' Kroonjuwelen 'In de structuur die wij voor ogen hebben, heeft de directeur een belangrijke rol tussen het professioneel-bancaire aspect van het bedrijf dat hij leidt enerzijds en de maatschappelijke omgeving anderzijds. In de positie die de directeur inneemt, worden die twee werelden met elkaar verbonden. Een moei lijke, maar ook uiterst boeiende rol. Het betekent immers dat de directeur die positie aanvaardt en ervaart als nodig en noodzakelijk voor zijn onafhankelijke opstelling. En dat hij zich daarin ook op z'n gemak voelt. Als bestuurders en directeur elkaar vinden, positioneert dit de lokale bank tussen leden en klanten. Dit is naar mij mening een strategie die de bank bij uit stek in staat stelt om voor de klant van betekenis te zijn en haar missie in de toekomst te vervullen.' De professionele lokale bankdirecteur die vanuit de hiervoor geschetste positie han delt, zal volgens Meijer ook de centrale organisatie helpen zich maatschappelijk te ijken en van daaruit haar bankbedrijf te ontwikkelen, nationaal en internationaal. 'DeVDRzal een belangrijke bijdrage kunnen blijven leveren aan de ontwikkeling van onze bank, en aan de positie van de lokale bankdirecteur in het bijzonder, wanneer zij de betekenis van de grondslagen van de autonomie voor de lokale banken - de kroonjuwelen van onze organisatie - weet zichtbaar te maken en de positie van de directeur daarvan weet af te leiden', besloot Meijer. ledental. De leden van de VDR zijn dan vrijwel allemaal directeuren die deel uitmaken van directieteams met een stevige invloed op en verantwoordelijkheid voor het beleid van hun bank. Individuele belangenbehartiging zal dan nog steeds een kerntaak zijn van de VDR. We zullen een belangrijke rol spelen in de sfeer van de arbeidsvoorwaarden, die dan zijn gebaseerd op een raamwerk dat een op de directeur toegesneden invulling mogelijk maakt. Bovendien hebben we een aantal jaren ervaring opgedaan met de nieuwe beheerstructuur en misschien zullen we over vijf jaar tegen elkaar zeggen "hebben we daarover in 1997 zo lang en zo heftig gedis cussieerd?".'

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Bank & Bestuurder' | 1997 | | pagina 7