Directeur belangrijk
6
bij onze leden soms emotionele - discussies opgeleverd,
waardoor de verhoudingen onder druk kwamen. Veel
collega's hebben dit ervaren als een magere beloning voor
de loyaliteit die zij jarenlang ren opzichte van de organi
satie hebben betoond. Die kritiek sloeg vanzelfsprekend
ook op ons terug.
T
i Het ziet er gelukkig nu
0 naar uit dat we deze onder-
«O
handelingen op korte ter-
\Tr\T> mijn met succes kunnen
afronden. Vervolgens moe
ten we met elkaar 'ns kij
ken naar de meest wenselijke wijze waarop dergelijke
onderhandelingen kunnen plaatsvinden. Het zou mijn
voorkeur hebben de onderhandelingen te laten plaatsvin
den tussen specialisten van Rabobank Nederland en onze
vertegenwoordigers. Als beide partijen er - na raadple
ging van de respectieve achterbannen - uit zijn, kunnen
de uitkomsten aan de banken worden voorgelegd, onder
tekend door de voorzitter van de Raad van Beheer als
vertegenwoordiger bij uitstek van de bestuurders, en de
voorzitter van de VDR.'
Het commissarissenmodel als A-merk
Een tweede ingrijpende discussie die nogal wat stof heeft
doen opwaaien, was die over de positie van de directeur
in het beheer van zijn bank. Het Hoofdbestuur van de
VDR nam de aanbevelingen van een werkgroep van
directeuren over om te kiezen voor het zogenoemde com
missarissenmodel. 'Naar de mening van het Hoofdbe
stuur was dit model zeker op termijn de beste oplossing.
Jammer genoeg is dat aspect in de discussies wat onder
belicht gebleven. Nu hebben we immers nog veel banken
met een eenhoofdige directie en daar levert het commis
sarissenmodel een aantal praktische problemen op.
Bovendien waren niet alle leden van de VDR - ik schat
dat aantal op een procent of 25 - voor het commissaris
senmodel geporteerd. Persoonli|k beschouw ik dit model
als het A-merk. Ik zou het graag in de schappen willen
zien, maar als er uit de dis-
]cussies een product rolt
dat de ingrediënten van dit
A-merk in voldoende mate
bevat, kan ik mij daar heel
wel in vinden. Het gaat
om de inhoud, niet om de
verpakking. De feitelijk
positie van de directeuren
moet in overeenstemming zijn met hun formele bevoegd
heden. Dat zul je ook in onze statuten moeten kunnen
terugvinden.'
De toekomst
Binnen, maar ook buiten de VDR, wordt uiteenlopend
gedacht over het toekomstperspectief van deze vereni
ging. Als gevolg van de vele fusies loopt het aantal
'Een thuishaven voor haar leden'. Dat was een typering waar
mee Wim Meijer, voorzitter van de Raad van Beheer, in zijn toe
spraak de jubilerende VDR karakteriseerde. 'Uw vereniging
heeft ruimte gecreëerd voor ontmoeting en afstemming, voor
uitwisseling van kennis en ervaring. U bent een gewaardeerde
samenwerkingspartner van Raad van Beheer en Hoofddirectie.'
Maar de kern van zijn woorden was dat de directeur zich zal
dienen te ontwikkelen als het gezicht van de nieuwe coöpera
tie. Een professionele bankier die werkt vanuit een maatschap
pelijke context.
Een kleine blik over de schouder en vervolgens de blik vol
vooruit naar de toekomst. Dat was de insteek van de voorzitter
van de Raad van Beheer. Hij stond kort stil bij de naoorlogse
periode waarin de lokale Rabobanken zo'n vitale rol hebben
gespeeld in het helpen tot stand brengen van welvaart en wel
zijn overal in het land. In dat proces groeide de kassier van de
kredietcoöperatie uit tot de directeur van een moderne brede
financiële dienstverlener/De geschiedenis van de lokale bank
weerspiegelt in velerlei opzicht de ontwikkeling van de dorpen
en steden in Nederland', aldus Meijer, die niet naliet ook de rol
van de levenspartner van de directeur in deze ontwikkeling
naar professionaliteit te betrekken. Zonder verdere omhaal
begaf hij zich vervolgens in het spanningsveld van de discussie
over de coöperatieve identiteit en de rol van de directeur
daarin.'In dit verband wordt de positie van de directeur
beschouwd als één van de belangrijkste ijkpunten voor het
coöperatieve gehalte van onze organisatie.'
Verbonden met de basis
Meijer schetste als een belangrijk resultaat van de Coöperatie
discussie dat alom wordt erkend dat de autonomie van de lokale
bank is gebaseerd op het representeren van de lokale samenle
ving. Hier hoort een organisatievorm bij die de verankering in de
lokale samenleving wettelijk onderbouwt. En de coöperatie doet
dat. In die situatie is de directeur de manager van dat bedrijf die
actieve leden gestaag terug. Na een fusie behouden veel
directeuren weliswaar de titel van directeur, maar ze zijn
in feite niet langer statutair directeur met de daarbij
horende verantwoordelijkheid voor het bankbeleid. En
juist aan de categorie beleidsverantwoordelijken ontleent
de VDR haar bestaansrecht. Toch gelooft De Waard stel
lig in de toekomst van de VDR. Gevraagd naar het per
spectief van de VDR over een jaar of vijf somt hij op:
'Tegen die tijd zie ik weer een duidelijke groei in ons