2 r Bij het aannemen van een positieve houding was voor veel banken doorslaggevend dat het partnershipmodel in feite een formalisering is van de bestaande praktijk. Slechts een enkele keer werd deze voorkeur beargumenteerd vanuit de positie en de belangen van leden en klanten. Wel onderkenden veel afgevaardig den dat het kiezen voor andere modellen ook van invloed is op de overlegstructuur binnen Rabobank Nederland. Welke rol zouden de gekozen bestuurders in het commissarissen model bijvoorbeeld nog kunnen spelen in gremia als kringen en de Centrale Kringverga dering? De directeuren zouden dan immers in feite de enige woordvoerders van de banken zijn. En dat, terwijl diezelfde directeuren ook al hun rol spelen in de Beleidsvoorbereidings commissies. Duidelijk is in elk geval ook geworden dat het door veel banken van belang wordt geacht de formele bevoegdhe den die de directeur in het partnershipmodel heeft, goed te omschrijven. In de geschiedenis van de Rabobankorganisatie is het weinig voorgekomen dat er - ook na een aantal intensieve discussierondes - nog zoveel "licht" zit tussen de standpunten. Voor de meerder heid, maar evenzeer voor de minderheid bete kent dit dat uiterst consciëntieus zal moeten worden nagedacht over de procedure die thans moet worden gevolgd. De nota over het beheer van Rabobank Neder land gaf in veel mindere mate aanleiding tot discussie. De inhoud en strekking van deze nota werden vrijwel organisatiebreed onder- De kring Midden-Nederland-Noord in Baarn bijeen. schreven,waarbij wel dooreen enkele kring werd aangetekend dat de invloed van de ban ken op de samenstelling van de Raad van Beheer en de Raad van Toezicht van Rabobank Nederland niet zou mogen verminderen. sprekers slechts kan worden opgelost door een krachtdadige, centraal gestuurde, aanpak. duidelijk "handen en voeten'", aldus Van den Goorbergh. I let concept-kader voor de beleidsplan ning door aangesloten banken viel bij de CkV in goede aarde. Opmerkingen betroffen onder meer de haalbaarheid van het herontwerpen van informatiesyste men, waarvan in het kader nogal eens gewag wordt gemaakt. Ook het ontbre ken van een relatie tussen betrokkenheid met de omgeving en de achterstandssitu atie van allochtonen werd node gemist. Dat gold evenzeer voor de verhuizerspro- blematiek, die in de ogen van een aantal 'Een groot verlangen in Twente' 'Een hartverwarmend betoog'. Zo noemde Meijer de welhaast lyrische oproep van Gaalman van de kring Twente om op korte termijn te komen tot een oplossing in het debat over het beheer van de lokale bank. Gaal man toonde zich daarbij volledig bekeerd tot het partnershipmodel, of zoals hij het noemde, het middenmodel.'Er is een vermoeidheid in het wachten op consensus. Ik meen zelfs in Twente een groot verlangen naar een oplossing te bespeuren. Er is een wens om uit de loopgraven te komen.Hij oordeelde nu dat het commissarissenmodel twee stappen achteruit zou betekenen. Het liefst nog zag hij een "partnership-plus"- model met de mogelijkheid van maatwerk.'Als we nog dit jaar tot een besluit kunnen komen, is dat het mooiste cadeau dat we elkaar en de organisatie bij het 100-jarig bestaan kunnen geven!'

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Bank & Bestuurder' | 1997 | | pagina 21