Ons coöperatiedebat
past in tijdsbeeld
Het intensieve debat binnen onze Rabobankorganisatie over de coöperatieve
missie, legitimatie en beheerstructuur staat niet op zichzelf. In tal van landen
is thans een discussie gaande over corpora te governance, dat wil zeggen de
wijze waarop ondernemingen worden bestuurd en gecontroleerd. In ons land
vindt die gedachtenwisseling plaats onder aanvoering van de in april 1996
ingestelde Commissie Corporate Governance, in de wandeling, naar haar
voorzitter, de Commissie-Peters genoemd. Van deze commissie, die zich
primair met beursvennootschappen bezig houdt, maak ook ik deel uit. In
de loop van deze zomer verschijnt het definitieve rapport.
aarom is het vraagstuk van corporate
governance op de agenda komen te
staan? Bij veel beursondernemingen is door
allerlei ontwikkelingen gedurende de afgelopen
decennia de afstand tot hun aandeelhouders
allengs groter geworden. Die ondernemin
gen zijn min of meer vrij gaan zweven
ten opzichte van hun verschaffers
van risicodragend vermogen.
Het is een sluipend proces dat
enerzijds bij aandeelhouders
een zekere drempel van onbe
hagen begon te overschrijden
en anderzijds bij bestuurders de
behoefte deed groeien aan
reflectie op de ultieme recht
vaardiging en doelstelling van
het ondernemerschap. Hier
speelt dus een legitimatievraag
stuk, dat - vooral bij grotere orga
nisaties - kennelijk bij tijd en wijle
opduikt en aanleiding vormt voor een
diepgaand zelfonderzoek.
Op het kompas van de beurskoers
Steeds meer bestuurders van
vennootschappen gaan er de
laatste tijd toe over om publie
kelijk te belijden dat voor hun
onderneming het scheppen van
aandeelhouderwaarde als doel-
22