-
-
-
7
proces in gang, maar het initiatief moet toch bij de ban
ken zelf liggen, anders blijft het problematisch. 1 let zal
z'n tijd nodig hebben.'
Samenwerking levert meerwaarde
De verhouding tussen Rabobank Nederland en de lokale
banken levert ook de stof voor de finale van het gesprek
met de voorzitters. Willemsen benadrukt dat Rabobank
Nederland er altijd vanuit moet gaan dat het uiteindelijk
de lokale bank is die wordt afgerekend door de klant.
'Dat zou de leidende gedachte moeten zijn. Rabobank
Nederland doordenkt dikwijls nog onvoldoende waar
mee de lokale bank nu precies geholpen is.' Met een
voorbeeld geeft hij aan hoe er in de informatievoorzie
ning behoorlijk langs elkaar heen kan worden gewerkt.
'Als Rabobank Nederland hoe dan ook niet tegemoet
komt aan de behoeften van de lokale banken, zullen zij
een afwachtende houding gaan aannemen.' Ypma, die
aangeeft daar ook wel concrete voorbeelden van te heb
ben, wijst op het begrip 'partners
hip' dat opgang doet in de Coöpe
ratiediscussie. 'Als dat ook de
filosofie bij Rabobank Nederland
jegens de lokale banken is, kun je
respect voor elkaar gaan kweken.
Communicatie is voor mij een sleu
telwoord. Rabobank Nederland en
de lokale banken moeten nagaan
hoe het anders, hoe het beter kan.
Daarin zie je nu, ook onder invloed
van de Coöperatiediscussie naar
mijn mening, veel verbetering
komen. Als ook het kringoverleg
wordt opgewaardeerd, zal dat z'n
weerslag vinden in de manier
waarop de bestuurders tegen Rabo
bank Nederland aankijken. Dat
kan heel positief werken.' Wolles-
winkel, die zich in de uitspraken
van Willemsen en Ypma kan vin
den, onderstreept dat we conse
quent vanuit de klant en de markt
moeten redeneren. 'De lokale ban
ken zijn allemaal autonoom, maar
dat zal de klant uiteindelijk een
zorg zijn. Die ziet overal hetzelfde
beeldmerk en dezelfde reclame.
Vrijblijvendheid zit er vanouds snel in bij onze organisa
tie, maar samenwerking levert meerwaarde. Kijk naar het
middenmarktproject. Daarmee is een trend gezet voor
een andere aanpak.' Naar aanleiding hiervan komt Wil
lemsen nog met een kritische kanttekening: 'Toch zie je
in het middenmarktproject vaak weer een grote afhanke
lijkheid van het fiatteringsapparaat van Rabobank
Nederland. Het werkt zeer demotiverend wanneer zaken
moeten worden teruggedraaid. In de middenmarkt is het
4
Ypma'De mogelijkheden om je als coöperatieve
bank nog meer te onderscheiden, komen steeds
meer binnen ons bereik.
al moeilijk genoeg om dingen van de
grond te krijgen.'
De lijnen gaan omhoog
Wat mag de conclusie uit het onder
zoek onder de bestuurders zijn? 'We
worden er met de neus opgedrukt dat we het samen zul
len moeten doen, lokale banken en Rabobank Neder
land', resumeert Willemsen. 'Samen moeten we verder
bouwen. En met alle nieuwe ontwikkelingen die in gang
zijn gezet, zijn de tekenen gunstig. Ondanks dat er erg
lage scores bijzitten, gaat 't op de keper beschouwd beter
dan ooit.' Deze laatste, veelzeggende inschatting krijgt
bijval van Ypma en Wolleswinkel en geeft ook de teneur
van het gesprek uitstekend weer. De drie kringvoorzitters
Respons van bestuurders op een aantal van de voorgelegde stellingen
eens helemaal eens met de stelling) 1993
1994 1995
1996
Rabobank is betrouwbaar
98
98
Rabobank is integer
84
91
Rabobank is klantgericht
77
71
coöperatieve gedachte staat centraal in doen en laten
50
40*
35*
41
coöperatieve bank, daarom positief onderscheidend
61
48*
51*
64
goede zaak dat doelstelling verbreed wordt tot financiële dienstverlener voor iedereen
90
sterke binding met plaatselijke gemeenschap
91
81*
82*
92
lokale zelfstandigheid van plaatselijke banken van groot belang
90
92
lokale zelfstandigheid van belang voor goede relatie met leden/cliënten
86
90
de Rabobank neemt haar verantwoordelijkheid naar de samenleving serieus
91
de Rabobank heeft naast een commerciële ook een maatschappelijke verantwoordelijkheid
87
goed dienstenpakket voor kleine en middelgrote bedrijven
80
goed dienstenpakket voor grote en internationaal werkende bedrijven
28
goede diensten/producten buitenland
47
31
Bij ontwikkelen beleid staat men open voor mening medewerkers
78
Binnen organisatie wordt bij beleid geluisterd naar mening pl. banken
24
16
11
22
RN neemt signalen van plaatselijke banken serieus
21
RN slaagt erin goede producten/diensten te leveren aan de plaatselijke banken
52
46
D.m.v.schriftelijke informatie voldoende op de hoogte van ontwikkelingen
86
71
64
82
D.m.v. vergaderingen voldoende op de hoogte om functie te vervullen
81
58
69
79
uitkomsten uit ander onderzoek waarin ook deze vragen waren meegenomen.
hebben de op punten wat magere onderzoeksresultaten
op een constructieve wijze benaderd. Daarbij schuwden
zij niet waar nodig kritische kanttekeningen te plaatsen.
De grote lijnen achter de cijfers hebben zij goed op het
netvlies. En die lijnen gaan volgens hen zonder enige
twijfel omhoog.