13
De Rabobank De Lauwers is actief in de
gemeenten Achtkarspelen en Kollumer-
land c.a. en het dorp Rottevalle. Dit
gebied huisvest in totaal zo'n 40.000
inwoners. De bank heeft 125 medewer
kers die in dertien kantoren hun werk
doen. Het balanstotaal bedraagt ruim
780 miljoen gulden.Van de uitzettingen
in de bedrijvensfeer is 60% bestemd voor
het Midden- en Kleinbedrijf en 40% voor
de agrarische sector.
Project voor langdurig werklozen
De resultaten van de ledenavonden zijn
op schrift gezet en toegezonden aan de
deelnemers. Ook in het informatieblad
van De Lauwers - Ondernemer Bank -
werd een verslag opgenomen. Tevens
werd een aantal initiatieven aangekon
digd, zoals een seminar voor startende
ondernemers en het oprichten van beleg-
gingsstudieclubs. Daarvoor bleek tijdens
de avonden al veel belangstelling.
Bestuurder de Vries: 'Tegelijkertijd hebben
we wat meer verteld over andere coöpera
tieve activiteiten waarbij onze bank is
betrokken, zoals onze steun aan de reali
satie van een bedrijvencentrum in Acht
karspelen en onze participatie - samen
met de Stichting Tuinbouw Friesland - in
een tuinbouwproject voor langdurig
werklozen. Voor dit laatste project heb
ben we ook een kredietprogramma voor
starters opgezet. Daarnaast steunen we
ook een enige jaren geleden opgerichte
milieucoöperatie.' Hogendorp vult aan:
'Een suggestie die we uit de ledenavonden
hebben meegenomen is de oprichting van
een Sociaal-Cultureel Fonds en een Pro
jectenfonds. Dit laatste fonds willen we
financieel voeden, maar de aanwending
van de middelen van het fonds willen we
hoofdzakelijk in handen leggen van ver
tegenwoordigers van onze belangrijkste
doelgroepen. Het Sociaal-Cultureel Fonds
wordt wel intern beheerd.'
De nodige vragen
Mevrouw Lycklama a Nijeholt functio
neert met veel enthousiasme in de werk
groep: 'Ik denk dat het erg belangrijk is
Hogendorp-.'We hebben een Sociaal-Cultureel Fonds
opgericht.'
dat ook medewerkers bij dergelijke pro
jecten worden betrokken. Wij vormen
immers het visitekaartje van de bank,
omdat we primair de contacten met leden
en klanten onderhouden. Als medewer
kers kennen we alle ins en outs van de
coöperatie niet. We hebben er wel een
bepaald gevoel bij. Dat leeft bij mij wat
sterker omdat ik ook alle vergaderingen
van de beheerscolleges bijwoon en dus de
Coöperatiediscussie van nabij kan mee
maken. Onlangs hebben we in een perso
neelsbijeenkomst de coöperatie op de
agenda gezet en dat zal echt niet de laatste
keer zijn geweest, want we zitten nog met
de nodige vragen. Bestuurder de Boer
beaamt dit en onderstreept het belang dat
ook medewerkers worden betrokken bij
de Coöperatiediscussie. 'Onze coöpera
tieve gezindheid blijkt overigens niet
alleen uit het uitvoeren van bepaalde pro
jecten en het financieel ondersteunen
daarvan, maar zeker ook uit ons vestigin-
genbeleid. We hebben een groot werkge
bied met dertien kantoren. Bedrijfsecono
misch gezien kun je best vraagtekens
zetten bij het in stand houden van een
aantal van die kantoren. Ze dragen niet
allemaal bij in het resultaat van de bank.
Toch houden we ze open als het maar
enigszins mogelijk is.' 'We zitten', vult De
Vries aan, 'met een dilemma. Aan de ene
kant willen we de klant centraal stellen en
zijn behoeften als uitgangspunt nemen. En
dat betekent bij ons ook vaak een bank-
kantoor in het eigen dorp. Aan de andere
kant moeten we wel streven naar een
bedrijfsresultaat dat een garantie vormt
voor onze continuïteit. Tot nu toe zijn we
erin geslaagd onze kantoren open te hou
den, al hebben we wel concessies moeten
doen in openstellingstijden. Maar het is
uiteindelijk ook het ledenbelang dat we
een gezonde bank houden.'
Duidelijke signalen
Directeur Wolters kijkt - met de overige
leden van de Werkgroep Coöperatie - met
tevredenheid terug op de ledenavonden.
'Veel leden hebben erop aangedrongen dit
overleg voort te zetten en ik denk dat dat
een goede zaak is. We hebben nu een
goede lijn ingezet, krijgen duidelijke sig- n
k:
nalen over de kwaliteit van onze dienst-
verlening en hebben een forum waarin we
allerlei initiatieven tegen het licht kunnen
houden. We willen in elk geval ook de
regionale spreiding van de bijeenkomsten
in stand houden. Dat kost wel extra ener-
gie, maar het is de moeite waard. Als wij
erin slagen de coöperatie daadwerkelijk te
revitaliseren, dan ben ik ervan overtuigd
dat dat ons ook in de concurrentie geen
windeieren zal leggen.'