CITAAT CKVIN CITAAT IN CITAAT
men, waren een gemis aan goed uitgewerkte alternatie
ven, de toekomstvastheid van het partnershipmodel, de
positie van de directeur daarin, de maximale zittingsduur
en de ledenaansprakelijkheid. De behandeling van de
nota over het beheer van Rabobank Nederland zorgde
dat de vergadering ook nog een behoorlijk staartje kreeg.
De afgevaardigden hadden zich terdege verdiept in alle
facetten van de materie. Een belangrijke constatering was
dat met de voorstellen ook een 'bottom-up' rol van de
kringen zich nadrukkelijk aandient. De status van deze
nota was overigens niet voor iedereen even helder. De
99-ste CKV zal over de aangepaste versie advies worden
gevraagd, waarna behandeling in de najaarskringverga
deringen zal plaatsvinden en één en ander in een voorstel
tot statutenwijzigingen zal worden vervat. Op deze
pagina's vangen we de CKV in een aantal citaten.
Een wat'unheimisch gevoel'
Een aantal afgevaardigden plaatste kanttekeningen bij de
rigiditeit van het nu voorliggende bestuursmodel. Walsma
van de kring Frysldn vroeg naar'de bandbreedte'van het
voorstel en sprak daarbij van'een unheimisch gevoel'wan
neer blijkbaar enkel op dit nu onderbouwde model kan
worden uitgekomen. Hij pleitte voor het alsnog goed
onderbouwd in beeld brengen van mogelijke varianten,
die naar zijn mening in de kringen ook nog wel naar voren
zouden komen. Ook Ypma van de kring De Veluwe brak een
lans voor variatie en wees op het verschillende karakter
van banken in kleine gemeenschappen enerzijds en stads
banken en banken met een streekfunctie anderzijds:'Voor
die banken zou een bestuur bestaande uit professionals,
met behoud van verenigingsverantwoordelijkheid, en een
aangepaste raad van commissarissen een heldere struc
tuur zijn, toekomstvast en aansluitend bij de feitelijke situ
atie van dit moment.' Pas in laatste instantie zou eventueel
vanwege de gewenste uniformiteit met het voorliggende
model kunnen worden ingestemd. In zijn antwoord zei
Meijer met verrassing kennis te hebben genomen van het
door Ypma naar voren gebrachte standpunti'De afgelo
pen driejaar zijn we met elkaar bezig geweest te door
denken hoe we de keuze om door te willen gaan als een
coöperatieve dienstverlener, naar iedere omstandigheid
kunnen vertalen in een eigen missie met eigen ambities
die aansluiten bij de behoefte van het lokale werkgebied,
bij de middelen en de mogelijkheden. Dat kan verschillen
in aanpak geven, maar de cesuur kan niet zo zijn dat we
coöperatief zijn op het platteland en elders niet. We moe
ten nu consequent proberen de lijn te trekken.Ook in de
steden zie ik fantastische voorbeelden van coöperatieve
innovatie.'
'Besturen aan de voorkant'
Sanderse van de kring Zeeland-Delta opende de rij van
14 sprekers over de voorstellen ter afronding van de Co-
operatiediscussie. Hij zei dat zijn kringbestuur zich voor
een probleem zag geplaatst omdat de voorstellen in een
andere richting gingen dan uit de najaarskringen naar
voren was gekomen. Hij wilde de voorjaarskringvergade
ringen afwachten, alvorens tot een oordeel over de voor
stellen te komen. Wel voorzag hij dat het voorgestelde
partnership-model óf weinig verandering zal brengen óf
een tussenstap zal blijken te zijn op weg naar een model
van twee bestuursorganen. Een concrete vraag die hem -
en nog al wat andere leden van de CKV - bezighield was
of'het besturen aan de voorkant'een terugdraaien van de
mandatering zal betekenen waardoor de gekozen
bestuurders zich weer met de dagelijkse operationele acti
viteiten van de bank zullen gaan bemoeien. Meijer was
daar in zijn beantwoording heel expliciet over.'Laat één
ding duidelijk zijn: het model dat wij aan u voorleggen, is
geen uitnodiging aan de besturen om zich met de opera
tionele gang van zaken van het bedrijf bezig te gaan hou
den. Daar gaan onze voorstellen niet over! Het is geenszins
de bedoeling om iets terug te nemen van de verantwoor
delijkheden en bevoegdheden voor de dagelijkse gang
van zaken zoals die bij de directie en het management
team liggen. Kredietbeslissingen en privacy-aspecten van
individuele klanten horen niet op bestuurstafels! Het gaat
erom de gekozen bestuurders in een zodanige fase bij het
beleid te betrekken dat ze invloed kunnen hebben op de
échte keuzes die moeten worden gemaakt.'
11