Door samenspel sterk r Column 7 prekend over Rabobank International is het goed nog eens terug te grijpen naar de Algemene Vergadering van 1989 en de Floriade-bijeenkomsten in 1992. Toen is ruim aandacht gegeven aan de inter nationalisering van onze organisatie. Het drie luik van doelstellingen roep ik nog eens terug. Bediening van onze klanten op diverse plek ken in de wereld stond en staat voorop. Het tweede element betreft een niche-strategie in de food agribusiness en als derde doelstel ling is geformuleerd de zorg voor de funding van de organisatie. Een en ander zou zich moeten afspelen met een beheerst risico profiel en een goede rentabiliteit. Bij de beide eerste doelstellingen zou ik kort willen stilstaan en bij de derde - vaak verge ten - doelstelling, de funding, wat langer. Met een zich uitbreidend netwerk is veel dienstverlening voor onze klanten in interna tionale zin mogelijk. Regelmatig zijn er echter nog vragen waarvoor ons eigen netwerk niet of nog niet is ingericht. Daarvoor zijn we allianties met bevriende banken aangegaan, zodat we in Europa ook een diversiteit aan dienstverlening op vele plekken kunnen ver zorgen. De voedselindustrie - waar wij groot in zijn geworden - staat in het hart van onze internationale organisatie. Meer dan 50% van ons denken en handelen is op die voedselin dustrie gericht. Hiermee kan een redelijke ren tabiliteit worden bereikt zonder al te veel kre- dietverliezen. Daarbij is te bedenken dat ons internationale netwerk nog altijd groeit, mo menteel met name in Oost-Europa en China. Misschien is de derde doelstelling tot nu toe wat onderbelicht gebleven. We staan er ook veel minder bij stil. En toch is deze zeker niet de minst belangrijke. In de afgelopen drie jaar groeide onze organisatie sneller aan de actief- kant van de balans, de uitzettingenkant, dan aan de passiefkant. Kortom, de organisatie moest over die jaren geld lenen. We hebben in de financiële markten een uitstekende naam. Een solide organisatie en de hoogste rating. Op grond daarvan is het lenen van geld kwan titatief niet echt een probleem, maar wij willen niet zo maar geld lenen. Wij willen geld lenen tegen de meest gunstige voorwaarden en in voor ons passende termijnen en valuta's.Om dat te bereiken, is een uitgebreid netwerk met beleggers over de hele wereld opgebouwd, vooral vanuit de grote financiële centra. Deze beleggers worden jaar in jaar uit met road shows door teams van onze mensen bezocht. Zij vertellen hoe we ervoor staan. In de grote financiële centra als New York hebben we mil jarden programma's opgesteld voor zoge noemd commercial paper, medium term notes en langjarige emissies.Grote investeringsban ken helpen ons bij de verkoop van dit papier. Als het Rabobankpapier eenmaal verkocht is, moeten de aangekochte dollars,yens, lires, etc. omgezet worden in guldens en vinden er swaps plaats, die termijnen en renteniveau zo organiseren dat adequate bediening van de lokale banken mogelijk wordt. Door de wereld zitten op onze kantoren zo'n 150 mensen, die vanuit hun treasury-functies de funding van de organisatie verzorgen in duizenden trans acties per jaar tegen de best mogelijke prijzen. Eind 1996 hadden we op die manier in de pro fessionele wereld netto zo'n 50 miljard gulden opgenomen,waarvan ongeveerde helft is doorgeleend via de centrale thesaurie aan de lokale banken. Het leek me goed ook dit aspect van ons inter nationale beleid eens wat nadrukkelijker on der uw aandacht te brengen, temeer daar onze nationale commerciële strategie zo suc cesvol is en zonder twijfel zal blijven. Ook hier geldt dus: Door samenspel sterk! drs. Rik van Slingelandt, lid Hoofddirectie

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Bank & Bestuurder' | 1997 | | pagina 7