/V
4
Managementontwikk
Bestuursvoorzitter Bernard ten Doeschot van de Rabobank Hengelo
vindt het vanzelfsprekend dat een directeur in de bestuursvergade
ringen regelmatig aandacht schenkt aan de grote lijnen van het
personeelsontwikkelingsbeleid. Zoals hij het ook vanzelfsprekend
vindt dat in het bestuur de kwaliteit aanwezig is om over een derge
lijk onderwerp als "sparringpartner" van de directeur te kunnen
optreden. 'Het is een van onze belangrijkste verantwoordelijk
heden: de omslag naar een klantgerichte en pro-actieve bank kan
slechts worden gemaakt als ook het personeelsbeleid daarop is
toegespitst.'
en Doeschot bekent het aarzelend: ik ben bepaald
geen voorbeeld van een vlotte doorstromer. Op m'n
27e trad ik toe tot de colleges van de toenmalige
Raiffeisenbank Hengelo en ik ben nu 62. Vijfendertig
jaren ben ik dus nu bestuurlijk actief, waarvan een jaar
of zeven als bestuursvoorzitter. Ik heb een veehouderij
bedrijf en ben ook nog lid van het algemeen bestuur van
het Waterschap Regge en Dinkel. Misschien is het geen
goede zaak zolang in eenzelfde functie te blijven, maar
mijn functie boeit me elke dag nog! 'Algemeen directeur
Dirk Rotman kan zich ook een Rabo-veteraan noemen
met zijn 36 dienstjaren bij Rabobank Nederland en een
aantal lokale Rabobanken. Hij werkt inmiddels 16 jaar
bij de bank Hengelo, waarvan vijf jaar in zijn huidige
functie. Deze bank is enige jaren geleden met veel energie
V
i
4f
de weg ingeslagen om de ambities van Visie '98 waar te
kunnen maken. De aanleiding daartoe lag onder meer in
het niet doorgaan van een fusie met zusterbank
Enschede. Gelijktijdig met de politieke operatie om te
komen tot de dubbelstad Enschede-Hengelo - met name
geïnspireerd door het Euregionaal denken van het
Twentse bedrijfsleven - besloten ook de beide banken
begin jaren negentig een studie in te stellen naar de mo-
Management op weg naar 2000
Naar verwachting zal in het jaar 2000 ongeveer 40% van de
Rabobanken een omvang hebben van een half miljard gul
den of meer. Voor minder dan de helft van deze banken zijn
er op dit moment gekwalificeerde kandidaten om de vrijko
mende directeursposten op te vullen.Tegen die achtergrond
zijn de daarvoor in aanmerking komende (potentiële)
managers van lokale banken en Rabobank Nederland uitge
nodigd deel te nemen aan het MO-programma. In dit pro
gramma spelen ook bestuurders van lokale banken - en met
name de bestuursvoorzitters - een belangrijke rol. Uitgangs
punt van de werkwijze van MO is, dat potentials dienen te
voldoen aan een zogenoemd competentieprofiel, een set
van kwalificaties, toegespitst op de eisen die aan een Rabo-
bankdirecteur mogen worden gesteld. De toekomstige
manager zal gekwalificeerd moeten zijn in verschillende
managementrollen, zoals die zijn aangegeven in het"Rabo-
bank-competentiemodel" Afhankelijk van bank en werkge
bied zal de directeur in de ene rol wellicht sterker kunnen
zijn dan in de andere. In alle rollen zal hij echter goed
moeten kunnen opereren.