Agenda
Feiten en cijfers
Centrale Kringvergadering
Op 19 maart komt de CKV voor haar eerste
voorjaarsvergadering bijeen. Centraal op de
agenda staan de Coöperatiediscussie en de
jaarstukken 1997. De Coöperatiediscussie is
thans in een afrondende fase. Gediscussieerd
zal worden over het Beheer en de consequen
ties van de aan de organisatie gevraagde be
sluitvorming. De voorstellen worden ook be
handeld in de voorjaarskringvergaderingen.
De CKV van 14 mei 1997 kan dan haar advies
uitbrengen. Het voornemen bestaat voorts
een discussienota aan de orde te stellen over
de besturing van Rabobank Nederland.
De lokale banken in 1996
De lokale banken hebben een goed jaar ach
ter de rug. Bij een flinke toename van het acti
viteitenniveau werd een redelijke stijging van
het resultaat behaald. Gedreven door de
hausse op de woningmarkt en de effecten
beurs werd zowel een flinke groei van de kre
dietverlening als van de provisie-inkomsten
gerealiseerd. Ook de rentewinst nam toe,
waarbij de renterisicopositie verder opliep.
Minder gunstig was dat de marktaandelen op
de hypothekenmarkt en de spaarmarkt enigs
zins daalden, terwijl ook op de markt voor be
leggingsfondsen terrein werd verloren. Een
punt van aandacht is de forse uitbreiding van
het aantal medewerkers, waarvan de extra
kosten pas in 1997 in volle omvang op het re
sultaat zullen drukken.
De kredietverlening is met f 16,1 (11,6) miljard
toegenomen. Dit was niet alleen in guldens
gemeten meer dan in 1995, maar ook procen
tueel, namelijk 11 tegen 8,5%.Vooral particu
lieren bleven, dankzij de aanhoudend lage
rente in combinatie met de stijgende huizen
prijzen, een krachtige kredietvraag uitoefenen.
Ondanks deze krachtige groei daalde ons
marktaandeel op de hypothekenmarkt echter
tot onder de 25%. De groei van de zakelijke
kredietverlening bleef met f3,1 (2,4) miljard
ver achter bij die van de particuliere sector, al
was de groei ten opzichte van 1995 wel hoger.
Met name bij de commerciële en non-profit
dienstverlening was sprake van een stevige
groei, in tegenstelling tot de (detail)handel en
de agrarische sector.
De toevertrouwde middelen stegen in 1996
met f 11,1 (10,3). De spaarmiddelen namen
met in totaal f 9,3 (7,4) miljard toe. Ondanks de
stevige particuliere spaarstroom bleef ons
marktaandeel op de spaarmarkt onder druk
staan. De beleggingsstroom naar het commis-
sionairsbedrijf was met f 0,4 miljard aanmer
kelijk kleiner dan in 1995 (f 1,6 miljard), met
name als gevolg van winstnemingen. De be
langstelling voor de Robecofondsen bleef op
nieuw beperkt. In totaal stroomde in 1996 per
saldo ruim f 1 miljard terug uit deze fondsen.
Het brutoresultaat nam in 1996 met ruim 6,5%
toe, evenveel als in 1995. De baten stegen met
ruim 8,5 (7)%, de lasten met ruim 9,5 (7)%. De
rentewinst (inclusief kredietprovisies) groeide
met een kleine 8,5%. Niet alleen de stevige vo
lumegroei droeg daaraan bij, ook het omzet
ten van variabel- naar vastrentende leningen
heeft in 1996 een positief effect op de rente
winst gehad. Ondanks het omvangrijke be
drag aan renteruilen die de banken hebben
afgesloten, is het renterisico in 1996 verder
opgelopen. Op langere termijn zal het vastren
tende bestand geleidelijk aan een steeds lager
rendement hebben, omdat de nieuwe ver
strekkingen een lager tarief kennen dan de
bestaande vastrentende leningen. Dit ge
voegd bij het feit dat in de renterisicopositie
weinig rek meer zit, leidt tot de verwachting
dat de stijging van de rentewinst in 1997 zal
afvlakken. De provisiewinst steeg in 1996 met
ruim 10 (0)%. Deze sterke toename kwam op
het conto van de effectenprovisie, die (inclu
sief bewaarloon) uitkwam op bijna f 300 mil
joen, een toename met bijna 63%. Het gun
stige beursklimaat heeft hierbij een grote rol
gespeeld.
De personeelslasten stegen in 1996 met 3,5
(2)%. Het aantal medewerkers (gemeten in
volledige arbeidsplaatsen) was eind 1996 wel
iswaar ruim 7% hoger dan eind 1995, maar ge
middeld was de toename 2,5%,zodat de kos
tenstijging over geheel 1996 nog meeviel. Wel
moet worden bedacht dat zelfs indien het
aantal arbeidsplaatsen in geheel 1997 zou
worden 'bevroren' op het niveau van eind
1996, het gemiddelde aantal in 1997 4,5% ho
ger zal zijn dan in 1995. De kosteneffecten van
de toename van het aantal medewerkers in
1996 zullen dan ook in 1997 groter zijn dan in
1996. Bovendien lopen de personeelskosten
dat jaar extra op uit hoofde van de CAO (per
1 oktober 2% loonstijging). De overige be
drijfslasten stegen met ruim 15,5 (12)%.Zon
der de eind vorig jaar doorbelaste f 100 mil
joen inzake de euro en de'2000'-problematiek
bedroeg de kostengroei 11%. De toename van
de eigen kosten van de banken (dus exclusief
doorbelastingen) is uitgekomen op 12%.
Kerncijfers lokale banken
Veranderingen t.o.v.
1 januari 1997
Januari 1997
Januari 1996
Medewerkers
- aantallen
- mensjaren
+49
+33
30.003
26.932
28.030
24.994
Banken
- aantal fusies
- aantal banken
- aantal vestigingen
12
-17
+1
12
510
1.854
11
547
1.879
Tarieven
- basistarief bestaande variabele leningen 0,0
- kapitaalmarktrente 0,0
- geldmarktrente -0,1
5,6*
5,7
3,0
6,4
5,9
3,3
met ingang van 11 februari 1997 verlaagd tot 5,4%
(Bron: Rabobank Nederland, Financieel Economisch Beheer)