Forum
13
Een van de functies van Bank Bestuurder is het bieden van een platform, waarop menin
gen kunnen worden uitgewisseld. Die functie tracht de redactie te realiseren door bestuur
ders en directeuren op te zoeken en hun mening - die niet altijd 'de norm' behoeft te zijn -
op te tekenen. Zeker zo welkom zijn echter ongevraagde bijdragen aan dit platform.
In de rubriek'Forum' bieden we hiervoor ruimte, waarbij we ons realiseren dat het niet altijd
mogelijk zal zijn deze rubriek te vullen. De Coöperatiediscussie lijkt er nu wel aanleiding toe
te geven. We laten een bestuurder aan het woord en hopen op reacties en in elk geval op
navolging.
De Beheerdiscussie:
laten we er de tijd voor nemen
Na een goede en breedgedragen gedachten-
wisseling over onze identiteit zijn we thans
toe aan de discussie over het beheer. In de Na
jaarskringvergaderingen is het punt uitge
breid besproken. Daarbij is opgevallen dat nog
lang niet alle aanwezige leden van beheers-
colleges en directieleden een goed beeld had
den van de mogelijke alternatieven. Ook werd
duidelijk dat nog niet bij alle plaatselijke
banken de discussie over de beheersvorm was
gevoerd en/of afgerond. Daarvoor had op de
kringvergadering de discussie een open en
voor menigeen een oriënterend karakter. Het
is daarom gevaarlijk uit die discussies al te
stellige conclusies te trekken zoals dit blijk
baar in de CKV gedaan werd. Daar werd vol
gens het verslag bij de conclusies uit de kring
vergaderingen gesproken over drie mogelijke
alternatieven, te weten: het handhaven van de
bestaande situatie, het opnemen van de alge
meen directeur in het bestuur (mengvorm) en
het creëren van een nieuw statutair orgaan
gevormd door benoemden (directeuren).
Als deze erg stellig geformuleerde conclusies
leiden tot de opvatting bij de Raad van Beheer
dat'de in het voorjaar 1997 te presenteren uit
eindelijke voorstellen geen verschillende
modellen met afweging van ieders voor- en
nadelen zullen bevatten', zoals vermeld staat
op pagina 27 van het CKV-verslag van novem
ber jongstleden, dan wordt menig lid van de
beheerscolleges van aangesloten banken on
gerust. Dat wordt opgevat als een geforceerd
toewerken naar een besluit op basis van één
bestuursmodel dat door de Raad van Beheer
en de Hoofddirectie wordt aangereikt. Duide
lijk is dat op meerdere gronden het handha
ven van de bestaande situatie moet worden
afgewezen. Dan blijven er nog twee alternatie
ven over. Wanneer vervolgens gezegd wordt
dat het model van een zelfstandige directie als
statutair orgaan door de meerderheid wordt
afgewezen, dan is het wel duidelijk in welke
richting het voorstel in de Raad van Beheer en
Hoofddirectie zal gaan. Maar, is het wel zo dui
delijk dat die mogelijkheid van een statutair
directie-orgaan door de meerderheid wordt
afgewezen? Hoe is dat dan vastgesteld? En
hebben de leden van de directies bij hun visie
ontwikkeling en standpuntbepaling deze op
tie wel goed doordacht?
Bij elk van de te kiezen vormen zijn kantteke
ningen te plaatsen. Bij de 'mengvorm' kan de
vraag gesteld worden hoe deze zich verhoudt
tot de verenigingsvorm met zeggenschap van
de leden. Leden kiezen en ontslaan eventueel
bestuursleden; past daar een niet-gekozen be
stuurslid wel bij? Maken we daarmee wel een
eind aan de onduidelijkheid zowel intern als ex
tern waar de verantwoordelijkheden liggen;
versterken we daarmee juist niet die onduide
lijkheid? Bovendien zal een bestuurslidmaat
schap van de directie beperkt moeten blijven
tot de algemeen directeur; de voltallige directie
deel laten uitmaken van het bestuur is wat te
veel van het goede. Echter, dat leidt bij een
meerhoofdige directie tot twee soorten direc
tieleden. Dat doet aan een collegiaal werkende
directie waarbij elk lid een eigen portefeuille
met eigen verantwoordelijkheden heeft, geen
goed. Zeker bij minder goede verhoudingen
(en ook directieleden is niets menselijks
vreemd) gaat dit tot grote spanningen leiden,
die dan vaak ook nog tot lagere echelons gaan
doorwerken. De vraag is of het van een wijs be
stuursbesluit getuigt wanneer dergelijke 'bom
metjes'onder directies gelegd worden en of
het verstandig is een algemeen directeur in
zo'n positie te plaatsen. Zeker, niet elke plaatse
lijke bank heeft een meerhoofdige directie.
Maar verwacht mag worden dat de schaalver
groting nog wel even doorgaat en steeds meer
banken daarmee te maken krijgen. Mocht al
voor de 'mengvorm' gekozen worden, dan is in
ieder geval de vraag gewettigd of dat dan ook
voor de structuurcoöperaties moet gelden. Zou
daar dan wellicht niet gekozen moeten worden
voor een 'statutaire directie'? In de statuten zou
aangegeven kunnen worden wat de bestuurs
taken zijn en wat de directietaken en waarover
bestuur en directie in gezamenlijkheid beslui
ten. De Raad van Toezicht zou namens de leden
toezicht kunnen houden op beide statutaire or
ganen en daarover rapporteren.
In de CKV is terecht als voorwaarde gesteld
dat de te kiezen bestuursvorm toekomst
waarde moet hebben. Heeft het model met
een 'statutaire directie' naast het bestuur met
ieder zijn eigen verantwoordelijkheden, niet
meer toekomstwaarde dan een 'mengvorm'
die bij het groter worden van de aangesloten
banken tot steeds meer spanningen binnen
de directies zal leiden?
Deze en nog andere vragen behoeven duide
lijke antwoorden. Iedere bestuurder weet dat
in een goed besluitvormingsproces veel tijd
en aandacht aan de beeldvorming besteed
moet worden. Wanneer te snel tot oordelen en
besluiten wordt overgegaan, begint na de ver
gadering bij een groot aantal deelnemers het
ongenoegen boven te komen en het gevoel
dat men vanwege gesuggereerde tijdsdruk
gemanipuleerd is. Een dergelijk ongenoegen
kan er toe leiden dat mensen afhaken, of dat
het besluitvormingsproces vroeg of laat over
gedaan zal moeten worden.
Om niet in die fuik te belanden, doen de Raad
van Beheer en de Hoofddirectie er verstandig
aan de mogelijke alternatieven, goed onder
bouwd, aan de Voorjaarskringvergaderingen
voor te leggen, zodat deze - nadat binnen de
beheersorganen van de plaatselijke banken
en de directieberaden een discussie heeft
plaatsgevonden - tot een verantwoorde
keuze kunnen komen.
MJ. van Dam,
lid bestuur Rabobank Noordoostpolder