van de adjunct in toezicht en consultancy. Dat zou gekunsteld zijn. In alle gesprekken die ik hierover heb gevoerd, kwam naar voren hoe cruciaal en kwetsbaar tegelijkertijd de scharnierfunctie van het regiokantoor is. Als de verbinding tussen in ons geval twee zware pane len, vangt het bij veranderende posities daarvan een flink deel van de uitgeoefende krachten op. Het is goed ons daarvan bewust te zijn. De regiokantoren doen hun werk over het algemeen in stilte, maar wat ze doen is van wezenlijk belang. Op allerlei manieren zijn ze de banken behulpzaam bij het stellen van hun prioriteiten.' Segmentering onomstreden 'Gelukkig ervaar ik ook dat de klaagzang over het ge brek aan samenhang in het beleid van de segmenten af neemt', schakelt Van den Goorbergh over. 'Het centrale klachtenproject heeft veel effect gesorteerd. Nu moeten de klachtenprocedures die in de lijn bij de segmenten zijn belegd, weer volstaan. Door de instelling van een Directie WAB is er sprake van een veel betere afstemming tussen de segmenten, maar de lijnen bij de lokale banken zelf liggen inmiddels ook veel beter. Door een verdere ver fijning van hun segmentering raakt ook hun organisatie beter ingespeeld op de signalen vanuit het WAB en het vertalen daarvan naar de eigen situatie. Belangrijk is natuurlijk ook dat het merendeel van de banken, zo'n kleine driehonderd, Focus nu formeel heeft afgerond. Ook de overige zijn over het algemeen een eind weegs in het enten van hun organisatiestructuur op de behoefte segmentering. De conclusie is dat de segmentering binnen de organisatie onomstreden is' 'Gelukkig ervaar ik ook dat de klaagzang over het gebrek aan samenhang in het beleid van de segmenten afneemt.' naar de kansen die hen dat biedt. In dit spanningsveld moeten we goede, dragende dwarsverbanden aanleggen en in stand houden, die de totale organisatie als werk gever aantrekkelijker maken. Traineeprojecten, centrale werving, benchmarking en elkaar ontmoeten helpen daarbij.' Het regioscharnier Een volgend punt betreft de ondersteunende rol van de regiodirecties. Bij de directeuren van lokale banken be staat behoefte aan een of meer sparringpartners. Veelal is dat de voorzitter van het bestuur, een ander bestuurslid of vaak ook een collega-directeur. Ook de adjunct-regio- directeur vervult die rol. 'Hier wordt wel gesproken van de eenzaamheid van de algemeen directeur', aldus Van den Goorbergh. 'Het gaat om een al dan niet latente be hoefte die vrijwel overal aanwezig is. Ik denk niet dat we toemoeten naar een uniforme benadering van dit ver schijnsel. Maar het is wel heel nuttig dat het nu eens is gesignaleerd, met name door de directeuren zelf.' In het onderzoek medio vorig jaar zijn door sommige geïnter viewden ook opmerkingen gemaakt over de combinatie van functies bij de regiodirectie. Van den Goorbergh daarover: 'Ik voel niet voor het opsplitsen van de functie Coöperatieve schoen wringt niet Een laatste punt is de relatie tussen de afronding van de Coöperatiediscussie en Visie '98. Van den Goorbergh is positief gestemd. 'Het gaat met name om onze ambities met betrekking tot de eerste twee B's, die van belang en betrokkenheid. Met voldoening mogen we vaststellen dat er een goede aansluiting is tussen die toch wat als theo retisch ervaren discussie en de praktische implicaties van Visie '98. De coöperatieve schoen wringt ons niet, inte gendeel. Met onze nieuwe coöperatieve missie die het le veren van customer value - klantwaarde - als kern heeft, willen we ons volledig oriënteren op de behoeften van onze klanten. Het gaat er dus om daar goed de vinger achter te krijgen. De klankbordgroepen bijvoorbeeld, die nu in de Coöperatiediscussie ook worden voorgestaan, zijn prima instrumenten daarvoor. Hier zien we de nauwe samenhang. Het gaat om de twee zijden van dezelfde medaille.' 11

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Bank & Bestuurder' | 1997 | | pagina 11