Aan de vooravond van de eindvoorstellen 4 Een luisterende voorzitter. Zo omschreven we Wim Meijer drie jaar geleden in dit blad. Door zijn oren de kost te geven, groeide de luiste raar in zijn rol. Nu oogst hij lof in Centrale Kringvergaderingen voor zijn manier van communiceren. Menselijk, bedachtzaam en doel gericht. De voorzitter voelt zijn organisatie aan. Moeiteloos raakt hij de coöperatieve roos. 'Dat toewerken naar synthese is een cultuur aspect om zorgvuldig te koesteren'. et volle leven trekt door deze organisatie heen'. Meijer is wat je noemt opgegaan in zijn Rabo- bankorganisatie. 'Ik zit hier op een plek waar ongelooflijk veel langs komt', zegt hij zichtbaar tevreden. 'Alles wat in dit land gebeurt, en breder natuurlijk, raakt deze organisatie. Financiële dienstverlening heeft zo'n centrale plaats in het maatschappelijk verkeer en werkt noodzakelijkerwijs in op zoveel aspecten. En omgekeerd werken ook zoveel maatschappelijke belangen weer in op de financiële dienstverlening. Kijk eens naar de aandacht die de media dagelijks geven aan dit fenomeen. En dan is er die eigen specifieke werkwijze van onze organisatie. Het is toch een grote communicatiebeweging, een unieke vorm van samenwerking van professionals en vrijwilli gers. Dat geeft een dimensie aan deze organisatie die het voor een bestuurder zoals ik buitengewoon interessant maakt. Mijn voorganger Van Verschuer zei eens dat de Rabobank een van de belangrijkste maatschappelijke organisaties in dit land is. Dat kun je inderdaad over de hele linie in het functioneren laten zien. Dus niet alleen in onze materiële bijdrage, maar ook in de manier waarop we maatschappelijk functioneren, ook maatschappelijk mee helpen ordenen. Want deze organisatie is tot in de kleinste gemeenschappen van dit land voelbaar aan wezig.' Niet met papier schuiven Meijer heeft de luisterende rol, die hij bij zijn aantreden heel bewust verkoos, meer en meer aangevuld met die van stimulator van de coöperatievernieuwing. 'Ik zie dat 'De organisatie heeft uit oogpunt van coöperatieve besturing groot belang bij het vinden van formules van partnership.' ook als de natuurlijke gang der dingen. Naarmate zo'n proces vordert en wordt ingedikt - we zitten nu aan de vooravond van de conclusies - zal de rol van de eindver antwoordelijke bestuursorganen toenemen. Maar ook in dit stadium blijft voor mij het zwaartepunt liggen bij degenen om wie het echt draait. De Raad van Beheer kan wel een belangrijke rol spelen in het formuleren van de probleemstelling en in de regie van de behandeling, maar het zijn de besturen van de lokale banken die inhoud moeten geven aan de zelfgekozen richting. Vanuit mijn verantwoordelijkheid moet je dus steeds blijven kijken naar wat wil men, wat vindt men belangrijk, wat doet men? Hoe zitten de bestuurders er zelf in? En heb je de verwachting dat men ook echt met de conclusies aan de

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Bank & Bestuurder' | 1997 | | pagina 4