23 instellingen en is hier veel meer sprake geweest van een ingrijpende en wisselende overheidsbemoeienis. In 1994 herdacht Crédit Agricole dat honderd jaar daarvoor een aantal initiatieven in de sfeer van boerenleenbanken met een coöperatieve signatuur een speciale wettelijke basis kreeg. In 1899 werd - eveneens bij wet - een samenbun deling van lokale banken in regionale banken tot stand gebracht, terwijl de centrale bank CNCA in 1920 door de staat werd opgericht. Het overheidsbe leid medio jaren zestig, gericht op déspe- cialisering van het bankwezen, was voor de boerenleenbanken een belangrijke sti mulans voor de omschakeling naar brede re plattelandsbanken en vervolgens voor penetratie in de stedelijke gebieden. Toch duurde het nog tot omstreeks 1980 alvo rens de banken het recht kregen om ook in de stedelijke gebieden kredieten te ver strekken aan bedrijven en particulieren. Als in de jaren tachtig de aanvankelijke nationaliserings tendens wordt gevolgd door een privatiseringsgolf, wordt ook de CNCA geprivatiseerd en in 1988 omgezet in een naamloze vennootschap. Twee keer zo groot als de Rabobank Het balanstotaal van onze Franse zusterorganisatie bedroeg ultimo 1995 1.893 miljard Franse francs, ruim tweemaal dat van de Rabobank. Het aantal medewerkers is met een kleine 75.000 eveneens bijna het dubbele. In het bankbedrijf van Crédit Agricole en haar marktpositie zijn de overeenkomsten met de Rabobankorganisatie opvallend. Ook in Frankrijk is de ontwikkeling tot alge mene bank niet ten koste gegaan van de betrokkenheid bij de landbouw: 80% van de bancaire kredietverlening aan deze sector wordt door Crédit Agricole verzorgd. Van de zelfstandige ondernemers en beroepsbeoefenaren bankiert 27% bij Crédit Agricole. Op het terrein van woninghypotheken is het marktaandeel 26%. In de ban caire middelensfeer is het aandeel ruim 21% en op levensverzekeringsgebied 9%. Voor deze laatste activiteit heeft Crédit Agricole in 1986 'l'redica' opgericht, inmid dels uitgegroeid tot de tweede levensverzekeraar in Frankrijk. Ook zijn er overeenkomsten tussen Rabobank Nederland en CNCA in de relatie met de lokale banken. Dit heeft met name betrekking op het toezicht op de sol vabiliteit en de liquiditeit van de organisatie, de bevorde ring van uniformiteit in het commerciële optreden, en de bundeling van het internationale bankbedrijf. De eerste buitenlandse vestiging werd in 1979 in Chicago opge richt. Inmiddels is men al in 17 landen vertegenwoor digd. Ook bij onze Franse zusterorganisatie ligt bij de uitbouw van het buitenlandse bedrijf het accent op de agribusiness en het volgen van eigen relaties over de landsgrenzen. In 1996 kreeg het internationale bedrijf een extra accent door de verwerving van een meerder heidsbelang in de investmentbank Banque Indosuez. Deze bank is in Nederland vertegenwoordigd via haar dochter Banque de Suez. Dertien bestuurders per bank Tot 1992 was het lidmaatschap wettelijk gedefinieerd en strikt begrensd. Aanvankelijk stond het alleen open voor agrariërs, maar geleidelijk vond uitbreiding plaats tot andere categorieën. In 1992 gaf een wet telijke aanpassing de banken alle vrijheid om de ledenkring naar eigen inzicht vast te stellen. Aan het lidmaatschap is deel name in het kapitaal van de lokale bank gekoppeld door middel van het verwerven van één of meer aandelen. Op deze aan delen - gemiddeld hebben de leden ingete kend voor een tegenwaarde van ca. 700 gulden - wordt een dividend vergoed dat wettelijk niet mag uitgaan boven de rente voor obligaties. Boven de kapitaaldeelname geldt geen aanvullende ledenaansprakelijkheid. Tijdens de jaarlijkse algemene ledenvergadering beoorde len de leden de jaarrekening, bepalen zij de aanwending van het exploitatieresultaat en kiezen zij de bestuurders. Ongeacht het aantal aandelen dat hij bezit kan ieder lid slechts één stem uitbrengen. Find 1995 telden de 2.835 lokale banken in totaal 36.987 bestuurders - zo'n 13 per bank - die telkens voor drie jaar worden gekozen. Door een toenemende delegatie van taken naar de profes sionals op de lokale en regionale banken is de rol van de bestuurders geëvolueerd in de richting van het bevorde ren van de lokale ontwikkeling en het promoten van de kwaliteit van de dienstverlening en van het imago van Crédit Agricole. Vriendelijk en begripsvol Crédit Agricole heeft een wat pragmatische instelling ten aanzien van haar coöperatieve structuur. De intenties van de oprichters - de bevordering van de ontwikkeling van de landbouw en de integratie daarvan - hebben een hoge prioriteit. Daarnaast wil men ook de overige bedrij ven en particuliere relaties aanspraak laten maken op de beste service tegen een redelijke prijs. Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen leden en niet-leden. Door het dichte vestigingennet en de coöperatieve signatuur staat Crédit Agricole zowel in geografisch als in psycho logisch opzicht - vriendelijk en begripsvol - dicht bij haar klanten. Als bewijs dat ook de klanten dat zo ervaren, kan gelden dat klanten in mindere mate dan bij andere banken ook elders nog rekeningen aanhouden.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Bank & Bestuurder' | 1997 | | pagina 23