voor Meijer om zijn gehoor op het hart drukken dat de opgave is te bewegen en dat stilstand geen oplossing is. 'Oude schema's kunnen ons niet meer verder helpen en dualiteit en polariteit verdragen zich niet met het principe van partnership'. Nadat hij zijn betoog had afgerond, meldden zich maar liefst zeventien CKV-leden voor een reactie aan hij voorzitter Zijlstradie zoals gewoonlijk het hoofd koel hield. Wel zou het Meijer aan de tijd ont breken om op al de reacties afzonderlijk in te gaan. Directeur in het bestuur? Zeer in 't kort werd met enkele reacties onder meer het volgende naar voren gebracht. Neuvel van de Kring Noord-Holland Midden en Noord dacht dat de verwar ring door Meijer niet was weggenomen. Met het oog op vermoeidheidsverschijnselen rond de discussie pleitte hij ervoor nu toch met een algemeen geldend model te komen, dat tevens op punten als de ledenraad en zittings duur de mogelijkheid voor variatie zou openhouden. Van der Velde van de Kring Twente zag toch liever de huidige Bijna 100 jaar: een vrouw schrijft historie Voorzitter Zijlstra zei aan het slot van deze CKV dat er in meerdere opzichten historie was geschreven. Er was belangrijke voortgang geboekt in de Beheerdiscussie, maar ook had voor eerste keer een vrouwelijke afgevaar digde het woord gevoerd. Elly van Steekelenburg-Zwinkels van de Kring Midden Holland zei bij de behandeling van '100 jaar Rabobank: toekomst door Samenspel' bang te zijn voor versnippering. Zij sprak van een gemiste kans als iedere lokale bank apart een doelgroep of thema kiest. Zij zag hier juist een taak voor kringen, regio's, streek- en buurbanken om zo de onderlinge samenwerking tussen groepen banken te stimuleren. Volgens Hoofddirectielid Burghouts was er geen enkel bezwaar dat groepen van banken elkaar hierbij zouden vinden. situatie geformaliseerd door de directie als een apart sta tutair orgaan te introduceren. Smulders van de Kring Zuid-Holland Zuid beargumenteerde dat met een keuze voor handhaving van de bestaande structuur iedereen zou verliezen. Hij achtte het 'VDR-model' nu nog een brug te ver en zag vooralsnog de opname van de direc teur in het bestuur als het enig haalbaar alternatief. Bas- tiaens van de Kring Zuid-Limburg stelde voor prioriteit te geven aan de uitwerking van de mengvorm. Daarover bestonden nu bij velen nog teveel vraagpunten. Het scheppen van duidelijkheid, zo was zijn verwachting, zou Niet de juiste cultuur Wesselink van de Kring Groningen constateerde al een aan tal jaren een discrepantie tussen hoe in 't veld over de consultatiedagen wordt gesproken en de uitkomsten van de enquêtes daarover. 'Ik doe een oproep om toch nog eens heel kritisch naar dit fenomeen te kijken en of we daar op deze manier mee door moeten gaan.' Hoofddirec teur Van den Goorbergh die niet uitsloot dat de formule aan het eind van de levenscyclus is, koppelde daar wel de oproep aan te bevorderen dat medewerkers op evaluatie formulieren schrijven wat ze echt vinden. 'We hebben in onze organisatie de laatste decennia een cultuur ontwik keld waarin dat niet gebeurt. Dat merken we op heel veel plaatsen. Als mensen worden uitgenodigd om te evalu eren, hebben ze vaak zoiets van laten we maar niet te kritisch zijn, want dan worden we onaardig tegenover elkaar.' leiden tot veel meer voorstanders. Tielen van de Kring Noord-Oost Brabant was zeer te spreken over de formu le die tijdens de kringvergaderingen was gehanteerd. Ondeelbaarheid is een unanieme conclusie en de coöpe ratie is dus de mantel van bank, al ervaren sommigen, zo zei hij, die mantel misschien als een harnas. Een goede invalshoek zou volgens hem zijn zo lang mogelijk te stre ven naar vervolmaking van het huidige bestuursmodel. Langs die weg zou op termijn ook een verankering van de opname van de directeur in het bestuur kunnen wor den bereikt. Meijer gaf zo goed mogelijk antwoord op de opmerkin gen. Hij maakte duidelijk dat er ook in deze materie gesproken kan worden van het voortschrijdend inzicht. Hij wees daarbij op de advisering door externe deskundi gen en juristen van Rabobank Nederland, die ook ging in de richting van opname van de directeur in het bestuur. De voorzitter van de Raad van Beheer besloot met de opmerking dat hij voor die optie ook in de CKV een groeiend begrip had beluisterd. Een en ander zal verder worden uitgewerkt in de eindvoorstellen aan de komende CKV en kringvergaderingen I 2

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Bank & Bestuurder' | 1997 | | pagina 12