anderzijds het juiste effect op de juiste plaats en het juiste moment werd bereikt. Ook liet hij niet na te onderstre pen dat hijvoorbeeld de prijs-prestatie-verhouding van Rabofacet door benchmarking wordt getoetst. Transparantie en openheid Houwen van de Kring Noord Holland Midden en Noord toonde zich in zijn reactie verbaasd en greep terug op informatie die in een eerdere CKV was verstrekt over de vrij constant geachte doorbelasting door Rabobank Nederland. Hij bespeurde nu een heel andere teneur en vroeg of daarom niet een meer vooruitziende blik op z'n plaats was geweest. Van den Goorbergh antwoordde dat er in plaats van een vooruitziende blik beter gesproken kan worden van het voortschrijdend inzicht. Dat er niet eerder informatie was gekomen, zo verklaarde hij, hing samen met de ultieme inspanningen om nog een andere uitkomst te vinden. Hij gebruikte de term worsteling en wees erop dat 'we ons deze investeringskosten moeten willen permitteren nu het ook mogelijk is'. Smulders van de Kring Zuid-Holland Zuid maakte een compliment over de transparantie en openheid, die hij in het verleden vaak zo node had gemist. Hij veronderstelde dat 'er nog lucht zat' en gaf een bezinning op een her nieuwde éénachtste operatie in overweging. Hoofddirec tievoorzitter Wijffels memoreerde dat de doelstelling van de éénachtste operatie in vier jaar tijd bijna geheel was gehaald en zei: Smulders heeft gelijk dat we ook in de toekomst moeten doorgaan met het verder omlaag bren gen van de kosten per eenheid. Maar volgend jaar gaan deze omhoog!' Er zijn dus grote inspanningen gevraagd aldus Wijffelsdie onderstreepte dat met name reductie van administratieve activiteiten bij de lokale banken ver betering in de situatie kan brengen. Eén steek dieper graven Voorzitter van de Raad van Beheer Meijer ontvouwde een aantal denklijnen naar aanleiding van de in de kring vergaderingen gevoerde Beheerdiscussie en de rapportage daarover. Hij wees erop dat het daarbij niet ging om een keuze voor één of meer varianten, maar om het bepalen van een richting. Op basis van de bevindingen formuleer de hij vijf principiële uitgangspunten die daarvoor bepa lend zijn: de ondeelbaarheid van bank en vereniging, het Van den Goorbergh: de enige die de financiële verhoudingen kan overzien? primaat van leden en klanten, het principe van partner ship, de waarborging van de noodzakelijke evenwichten en de toekomstbestendigheid van de bestuurlijke inrich ting. Meijer onderstreepte dat we de keuze niet vooruit kunnen schuiven en ook niet terug kunnen naar af. 'We zullen nog één steek dieper moeten graven', zo zei hij. Als we dat doen, lijkt volgens hem het integratiemodel waar bij de eindverantwoordelijke directeur deel uitmaakt van het bestuur te voldoen aan de uitgangspunten. Als die dus inderdaad draagvlak hebben, zo formuleerde hij, dient dit model zorgvuldig bestudeerd te worden. De CKV reageerde in eerste instantie met enig rumoer, reden Alle stoelen ter beschikking Banning van de Kring Noord-Oost Brabant ging in zijn denken over het Beheer niet uit van de huidige structuren, maar van iets nieuws. Zijn gedachten gingen onder meer uit naar 'een krachtig, goed gecontroleerd management, zoals een statutair directeur in ven- nootschapsland'. Voor het aansturen van de verenigingsdoelein den zag hij een taak voor een soort 'raad van beheer', die maar twee a drie keer per jaar bijeen hoefde te komen. Daarbij had hij bovendien het visioen dat alle bestuurders en leden van de raden van toezicht als cadeau bij het 100-jarig bestaan hun stoel ter beschikking zouden stellen. Wijffels wilde deze benaderingswijze, die volgens hem ook te vaak leeft bij medewerkers en managers, nog eens expliciet 'behandelen én afhandelen'. 'Deze is in flagrante strijd met de essentie van wat we gezegd hebben over het Belang. Het gaat om 'customer value' en dus om ledeninvloed', zo zei hij, 'de coöperatieve actie hoort op het hoofdpaneel!' I I

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Bank & Bestuurder' | 1997 | | pagina 11