De Moi Doi van Dongen-Rijen Coöperatief in de praktijk I f i Er gebeurt veel bij de Rabobank Dongen-Rijen. Het bankieren wordt op een nieuwe leest geschoeid. Twee kantoren van de bank - waaronder het hoofdkantoor - worden ingrijpend verbouwd. De beheerscolleges voelen zich bij dit alles sterk betrokken. Hoewel ze hun aandacht moe ten verdelen, steken ze veel energie in de Coöperatiediscussie. Een werkgroep heeft inmiddels een aantal coöperatieve ideeën en activitei ten ontwikkeld. In de werkgroep zijn de medewerkers goed vertegen woordigd. Daarvoor is bewust gekozen. Het contact met de leden loopt immers primair over de medewerkers van de bank. Zij moeten weten wat het betekent bij een coöperatieve bank te werken. Wassink, segmentmanager Bedrijven en lid van de Werk groep Coöperatie van deze Brabantse bank. 1 lij vervolgt: 'Als medewerkers van de bank wisten we ook nauwelijks wat het lidmaatschap inhield. Door het bestuur ben ik dit voorjaar gevraagd om met nog twee collega's - onze medewerkster communicatie en de secretaresse van onze directeur - toe te treden tot een werkgroep om meer inhoud te geven aan het coöperatieve karakter van de bank en dus ook aan het lidmaatschap.' Deze werkgroep bestaat in totaal uit zes personen en wordt voorgezeten door de voorzitter van de bank, mevrouw Toos Wij- nands-Hendriks. In haar dagelijks leven is zij werkzaam bij het Agrarisch Vrouwenwerk van de Noordbrabantse Christelijke Boerenbond, de NCB. Tom Vermeulen verte genwoordigt de raad van toezicht in de werkgroep. Hij is zelfstandig bedrijfsadviseur. Daarvoor werkte hij ruim 20 jaar in verschillende functies bij Hoogovens. Ook algemeen directeur Cees Notenboom is lid van de werk groep. Sinds 1985 is hij directeur. De bank, voortgeko men uit een fusie in 1994 tussen de banken Dongen en Rijen, telt thans 72 medewerkers en heeft een balans totaal van 470 miljoen gulden. Bestuurders uitgenodigd voor werkoverleg Mevrouw Wijnands vertelt met veel enthousiasme over het verloop van de Coöperatiediscussie bij haar bank. 'We hebben er veel energie in gestoken. Eerst zijn we met de colleges en de algemeen directeur 'de hei opgegaan', in een soort brainstormsessie. We hebben allerlei ideeën geopperd, rijp en groen en hebben toen deze werkgroep in het leven geroepen om de ideeën verder uit te werken. Vanaf het begin stond het voor ons vast dat daarin ook medewerkers zouden moeten zitten. Zij zijn immers het eerste contactpunt met onze (nieuwe) leden. Dat geldt zeker voor de front-office medewerkers. We overwegen nu de personeelsvertegenwoordiging nog uit te breiden met een cliëntadviseur. Je merkt dat het onderwerp 'co- operatie' de medewerkers interesseert. Ze zien het boven dien als een duidelijk onderscheid ten opzichte van de concurrentie. I let kan ons op voorsprong zetten. De inte resse van de medewerkers blijkt ook uit het feit dat de twee bestuurders uit de werkgroep zijn uitgenodigd het werkoverleg bij de afdeling Bedrijven bij te wonen om ook daar te discussiëren over het coöperatieve karakter van onze bank. Voordat het echter zover is, zal er eerst Misschien chargeer ik wat, maar lid worden van onze bank was tot voor kort een formaliteit. Tussen de te ondertekenen akten was ook een ledenkaartje gestoken. Dat werd in één moeite mee ondertekend, vaak zonder enige toelichting', aldus Joan V.l.n.r. Wassink, Wijnands, Vermeulen en Notenboom: 'We overwegen de personeelsvertegenwoordiging nog uit te breiden met een cliëntadviseur.' f

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Bank & Bestuurder' | 1996 | | pagina 8