Een goed zicht op de directeur
'W
7
Besturen van lokale banken hebben bij 'Management op weg naar
2000' een belangrijke rol. Door de intensieve relatie met hun directeur
kunnen met name voorzitters ondersteuning bieden bij het uitstippelen
van zijn loopbaan. Daarvoor kan het dienstig zijn dat bestuurders zich
trainen om een inschatting te kunnen maken van zijn toekomst
mogelijkheden en ontwikkelingsbehoeften. Rabobank Nederland
organiseert daartoe workshops. Ruim 140 bestuurders schreven
reeds in. Twee bestuursvoorzitters, Theo van den Nieuwenhof RA
en ir. Jan de Bonth, namen deel aan de allereerste workshop.
at mij bij deze workshop beviel', aldus De
Bonth, voorzitter van de Rabobank Drunen,
'is dat de inleider, drs. Frank Post, duidelijk
op de hoogte was van het eompetentieprofiel van Rabo-
bankdirecteuren. De Bonth was tot begin van dit jaar ver
antwoordelijk voor de opleidings- en trainingsactiviteiten
van een dochter van een multinational. 'Ik begreep dat
Post met heel veel van onze directeuren contact heeft
gehad tijdens de leergang Resultaatgericht Leidinggeven.
Hij heeft ons dus een aantal duidelijke handreikingen
kunnen doen ten behoeve van de potentieelbeoordeling
van onze directeur', aldus De Bonth. Zijn collega Theo
van den Nieuwenhof, voorzitter van het bestuur van de
Rabobank Aalst en Waalre en voormalig directielid van
de Willem II sigarenfabrieken, vindt dat potentieelbeoor
deling hoge eisen stelt. 'Het is daarom een goede zaak dat
de totale beoordeling de
resultante is van de inspan
ningen van een aantal betrok
kenen. Bovendien is het
systeem zodanig ingericht dat
ook de directeur door middel
van zelf-assesment z'n rol
kan spelen. Uiteindelijk
komen alle inspanningen
samen in een Management
ontwikkelingsdocument, dat
als basis kan dienen voor de
verdere loopbaan van de
directeur', aldus Van den
Nieuwenhof.
Van den Nieuwenhof: 'Collega
bestuurders gaan hiermee
vaak wat angstig om.'
Geen functioneringsgesprek
De Bonth is een groot voorstander van het type manager
dat bereid is door te stromen en zijn ervaringen ook bij
andere banken te gelde te maken. Van een mobiele
manager gaat in zijn ogen ook een positieve voorbeeld
werking uit voor de gehele bank. Wel plaatst hij enige
kanttekeningen bij de workshop: 'We hebben tijdens die
dag veel aandacht geschonken aan technieken om tot een
afgewogen potentieelbeoordeling te komen. Ik kreeg
daarbij de indruk dat we
teveel de kant uitgingen van
het traditionele functione
ringsgesprek. Die begrippen
mogen niet door elkaar
lopen. Ik zou er bovendien
de voorkeur aan hebben
gegeven meer te oefenen in
rollenspelen. Daar leer je veel
van.' De Bonth vindt dat een
manager alle kansen moet
worden geboden door te
groeien: 'Dat is absoluut
geen bedreiging voor de
eigen bank. Al bij de eerste
baan moet het belang van
mobiliteit duidelijk worden
gemaakt.' Van den Nieuwen
hof heeft ervaren dat collega
bestuurders hiermee vaak
wat angstig omgaan: 'Ik krijg wel 'ns de indruk dat som
mige bestuurders door middel van financiële prikkels hun
directeur proberen vast te houden. Dat werkt vrijwel
nooit in het voordeel van de bank.'
CASE-techniek
Tijdens de workshop wordt de potentieelbeoordeling
voorbereid aan de hand van de zogenoemde CASE-tech-
niek. Van den Nieuwenhof hierover: 'Het voordeel van
deze aanpak is, dat je je kunt concentreren op concrete
ervaringen die je met je directeur hebt opgedaan. Toepas
sing van die techniek geeft je de mogelijkheid een goed
inzicht te verwerven in de motieven die je manager heeft
gehad bij het nemen of nalaten van bepaalde beslissin
gen. Je bent daarmee heel praktisch bezig en leert vragen
te stellen die je echt inzicht geven in iemands kwaliteiten
en in zijn toekomstmogelijkheden. Terugkijkend op deze
workshop, kost het me weinig moeite deze aan mijn col
lega-bestuurders aan te bevelen. Misschien overigens met
het advies de rol van de afdeling Management Ontwikke
ling van Rabobank Nederland duidelijker over het voet
licht te brengen.'
De Bonth: 'Duidelijke hand
reikingen ten behoeve van de
potentieelbeoordeling.