denken vooruit, ze dienen zich spontaan aan voor projec
ten.' Mede door deze houding is de bank Arnhem in
staat snel in te spelen op nieuwe ontwikkelingen. 'We
participeren graag in allerlei proefprojecten', zegt Wold-
berg, 'want we zoeken de vernieuwing. Een stadsbank
Cn
Poel: 'Een lastige luis in de pels van de concurrentie.'
<U
moet innovatief zijn.' Prins bevestigt het beeld dat zijn
bestuursvoorzitter oproept: 'We zijn er als de kippen bij
om nieuwe technologie te adopteren. Zodoende weten
"c we ons te onderscheiden binnen onze markt. En we con-
CO
stateren dat het werkt, ook al pakken dingen soms wat
anders uit dan we hadden verwacht.' Arnhem wist bij
voorbeeld landelijke bekendheid te winnen met de start
van de chipknip. Dat werkt door in het imago van de
bank naar de klanten toe. 'We hebben dat aardig naar
ons toe weten te trekken', oordeelt Prins en Woldberg is
van mening dat de concurrentie mede daardoor flink op
achterstand kwam. Een ander voorbeeld van de Arnhem
se innovatiedrift is te vinden in het middenmarktproject.
Ruim voordat de organisatie begaanbare wegen had
gevonden om dit interessante marktsegment aan te
boren, timmerde de Rabobank Arnhem met de buurban-
ken al aan de weg via een gezamenlijke 'corporate desk'.
Nog een ander voorbeeld is de Arnhemse aanwezigheid
op het Internet. 'We krijgen uit de markt terug dat wij
één van de beste Trefpunten hebben ingericht', merkt
Poel op, 'en daarmee positioneren we ons dus op een
prima manier als een vooroplopende bank.'
Praten als Brugman
Door zich te onderscheiden met in 't oog springende pro
jecten en natuurlijk met de kwaliteit van haar dienstver
lening werkt de stadscoöperatie ook aan verhoging van
de ledenbetrokkenheid. Woldberg stelt vast dat er een
aantal jaren geleden richting leden weinig te vertellen
was. 'Toen leefde de coöperatie in het geheel niet. Niet
binnen en niet buiten bank. Nu weet men in brede kring
wel dat wij een lokale coöperatieve bank zijn en dat wil
len we intensiveren. Maar het is ook zaak dat we begin
nen bij onze eigen mensen. Als die het in de dienstverle
ning niet uitstralen, kan ik blijven praten als Brugman,
maar zal het geen zier helpen. Ik ben dan ook van
mening dat je de bank en de vereniging niet kunt opknip
pen.' Voorjaar '96 heeft de bank onder de leden een
enquête gehouden, gevolgd door een discussie-avond met
de kern van meest betrokkenen. 'We zijn gefaseerd
bezig', aldus Prins, 'momenteel zitten we nog in een
inventarisatiefase waarin we de grote variëteit aan
meningen en standpunten peilen. Dat betekent interactie.
Er wordt iets losgemaakt, de belangstelling is gewekt.'
Hij onderstreept dat de coöperatieve bank bijvoorbeeld
met het Internet-Trefpunt in eerste instantie de leden en
de plaatselijke gemeenschap vooruit wil helpen. 'We
doen dat niet om te verdienen, we houden de drempel
De Rabobank Arnhem in het kort
De Rabobank Arnhem heeft zich in de loop der tijd ont
wikkeld tot een zuivere stadsbank. Het werkgebied wordt
gevormd door de groeiende agglomeratie rond de stads
kern. Enkele fusies hebben mee ten grondslag gelegen
aan de groei van de bank. Het balanstotaal bedraagt
momenteel zo'n f 900 miljoen. Daarbij heeft de bank de
zorg voor een belegd vermogen van ongeveer f 300 mil
joen. Het aantal fte's is 140. Door het zeer actieve volume
beleid dat vroeger in de particulierenmarkt werd gevoerd,
heeft de bank daar vanouds een ruim aandeel. Eind jaren
tachtig en begin jaren negentig heeft de bank veel kanto
ren gesloten. Ze heeft er nu nog 11. Tegenwoordig is de
bank een echte HID-bank die een sterke groei laat zien in
de sector van het MKB.
bewust zo laag mogelijk.' Na alle inspanningen ziet
Woldberg de algemene vergadering van dit jaar als
belangrijk ijkpunt. 'Uit de opkomst en respons zal daar
moeten blijken hoe hard we op dit traject door kunnen.'
Ondertussen zijn de Arnhemse voormannen ook geza
menlijk naar de cursus 'Coöperatief besturen en
managen' geweest. Daar hebben ze gedrieën een 'ambitie
statement' voor de Rabobank Arnhem geformuleerd.
Niet zonder reden zien zij de toekomst met vertrouwen
tegemoet. 'Het is een wereld van verschil met waar we
vandaan komen', besluit Poel.
22