waren bezocht. Toch was het ook nu weer opvallend dat ondernemers in hun motivering waarom ze juist de Rabobank hadden verkozen, aardig aansloten bij begrip pen die ook in de Coöperatiediscussie een rol spelen, zoals persoonlijke aandacht, deskundigheid, lokale betrokkenheid en zelfstandigheid, en stabiliteit in de rela tie. Ook nu weer kwam naar voren dat de Rabobank bij bepaalde ondernemers een imagoprobleem heeft als bank voor internationaal zakendoen. Onder verwijzing naar de grote agrarische expertise waarover de Rabobank beschikt, werd erop aangedrongen ook voor het niet- agrarische bedrijfsleven een soortgelijk kenniscentrum in te richten. Een andere bezochte ondernemer vond het wenselijk dat de individuele Rabobank in haar communi catie een beeld geeft van haar coöperatieve structuur. Leden dienen te weten welke taken en bevoegdheden de lokale beheerscolleges hebben. Na het eten Iedereen die wel eens 'n bijeenkomst heeft bijgewoond die na het diner wordt voortgezet, weet hoe moeilijk het is in de dan ontstane wat soezerige sfeer de aandacht weer op het juiste onderwerp te concentreren. De 'Haag- landse' Rabobankbestuurders werden echter door discus sieleider Willem Lageweg direct en duidelijk bij de les gehouden. Met een brede deelname discussieerden zij 's avonds over twee onderwerpen: het ondernemend ban kieren en de rol van de medewerkers in de Coöperatiedis cussie. De opmerkingen van inleider Van Iersel over het terugbrengen van werk in de wijk, gaf de Rabobank Den Haag aanleiding te wijzen op de vele haken en ogen die aan de financiering van startende - met name allochtone - ondernemers zijn verbonden. Tegelijkertijd werd echter duidelijk gemaakt dat deze bank het als haar coöperatie ve opdracht ziet dergelijke ondernemers goed te begelei den en kansen te geven. Hoofddirectielid Van den Goor- bergh - die allochtonen omschreef als 'mensen wier voorouders zich wat later in Nederland hebben gevestigd dan de onze' - zag dit eveneens als een activiteit die per fect past in de dienstverleningsdoelstelling van de coöpe ratieve Rabobank. Voor Rabobank Nederland betekent dit het ontwikkelen van een aangepaste dienstverlening met inbegrip van daarop toegesneden producten. Ook zag hij aanleiding tot herbezinning op bepaalde uitgangs punten in het goedkeuringsbeleid, waarbij het overigens niet de bedoeling is dat de bank alle risico's van de star tende ondernemer overneemt. Een brug te ver Verschillende opmerkingen van medewerkers van de aan wezige banken over hun geringe betrokkenheid bij de Coöperatiediscussie gaven voorzitter Meijer aanleiding bij de bestuurders de vraag neer te leggen in welke mate zij ook medewerkers bij deze discussie betrekken. Deze vraag vond de voorzitter van de bank Leidschendam- Voorburg nog een 'brug te ver', zoals hij het uitdrukte: 'Laten we allereerst duidelijkheid krijgen over de vraag hoe we de coöperatie voor onze leden inhoud kunnen en willen geven en laten we onze medewerkers vooral rich ten op een uitstekende dienstverlening. Daar vraagt de markt om. Pas als we daarin zijn geslaagd, kunnen we onze medewerkers ook bij de Coöperatiediscussie betrek ken. Zijn directeur vulde dit aan met de opmerking dat Tijdens een van de inleidingen krijgt Elly van Steekelenburg, voorzitter van de raad van toezicht van de Rabobank Midden-Westland, tekst en uitleg van Jan Enno Haan, algemeen directeur van die bank. c cS een uitstekend dienstverlening geen coöperatieve kruiwa gen nodig heeft. Meijer vond dit om een aantal redenen een weinig bevredigende reactie. Hij wees er in dit ver band op dat uit recent onderzoek is gebleken dat zo'n 80% van de medewerkers van mening is dat de Rabo bank ook een maatschappelijke verantwoordelijkheid heeft. De invulling daarvan is ook een zaak voor de medewerkers. Hij erkende overigens wel het dilemma waar veel bestuurders en directeuren op dit moment mee te maken hebben: 'We weten wel wat we niet meer zijn, namelijk een kredietcoöperatie, maar we hebben nog geen helder beeld van de consequenties van het zijn van een brede financiële coöperatieve dienstverlener. Daar voor is het nodig dat we goed luisteren naar onze leden en klanten, want we zijn de enige bancaire organisatie die draait om het ledenbelang.' Met het aanbod om de discussie met de aanwezigen over dit onderwerp voort te zetten, deed hij een klemmend beroep op de bestuurders om de medewerkers volledig en in een zo vroeg mogelijk stadium bij de Coöperatiediscussie te betrekken. Op 8 november zal de Raad van Beheer Zuid-Limburg bezoeken. 19

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Bank & Bestuurder' | 1996 | | pagina 19