Te weinig winst? De aard van het beestje. Meijer: 'Absolute openhartigheid vereist.' is gereageerd op het verzoek om de voortgang van Visie '98 te onderzoeken en te evalueren. Van Lubek van de Kring Zwolle sloot zich hierbij aan en verzocht om extra aandacht voor dat deel van de lokale banken dat twijfels heeft omtrent een tijdige implementatie. Ook pleitte hij voor een periodieke rapportage over de voortgang die wordt geboekt hij de realisatie van Visie '98. Absolute openhartigheid Voorzitter Meijer van de Raad van Beheer kreeg waarde ring voor zijn toelichting op de discussienota over het Beheer van de coöperatie. Hij waarschuwde met name voor twee soorten standpunten: aan de ene kant het standpunt dat verandering in de bestuurlijke structuur niet nodig zou zijn en aan de andere kant het standpunt dat bank en vereniging van elkaar zouden moeten wor den losgemaakt. Na zijn betoog kwamen tal van reacties los. In een notedop: Ypnta van Kring De Veluwe opperde dat in eerste instantie gekozen zou dienen te worden voor continuering van het bestaande besturingsmodel dat naar zijn mening bij 80 tot 90% van de banken goed functio neert. Biemond van de Kring Amsterdam achtte nu ook het moment aangebroken om de mogelijkheden van een synthese tussen kapitaal en arbeid in de coöperatie te onderzoeken, zeker nu ook door de keuze van het dienst- verlenings- en innovatiescenario een sterkere nadruk op de factor arbeid komt te liggen. Sintenie van diezelfde kring wees erop dat een in de mengvorm benoemde bestuurder niet per se de algemeen directeur zou hoeven te betreffen. Bij sommige banken is immers al de praktijk ontstaan dat een van de bestuurders meer intensief bij de dagelijkse gang van zaken wordt betrokken. Ravensber- gen van de Kring Rijnland oordeelde dat de notitie vol doende handvatten bood voor een goede lokale discussie. Hij bracht naar voren nu ook het beheer van Rabobank Nederland erbij te betrekken. Jak van de Kring Zuid- Oost Brabant zag graag als mogelijk alternatief toege voegd dat het lokale bankbedrijf zou kunnen worden uit geoefend in de vorm van een besloten vennootschap waarvan alle aandelen worden gehouden door de lokale coöperatie. Walsma van de Kring Fryslan was van mening dat de notitie op onderdelen als de genoemde mengvormen en de bandbreedte voor de variatiemoge lijkheden, eerst nog een nadere uitwerking zou moeten Hoe hoog misschien ook, de winstgroei was nogal achterge bleven bij andere grote banken. Sintenie van de Kring Amster dam kwam met een vraag die het winstpercentage in een ander licht plaatst: 'De voorzitter van de Hoofddirectie kwam in sommige kranten ook met een verklaring, die erop neer kwam dat het verschil ook zit in de wijze van bankieren en juist dat spreekt mij aan als lid van een coöperatieve bank. Heeft hij daar niet verder over uitgeweid of is dat niet in de kranten terecht gekomen?' Wijffels: 'Ik heb dat inderdaad zo gezegd en ik meende het nog ook! Maar het punt is echter dat journalis ten weinig waarde hechten aan dat soort geloofsbelijdenissen. De moeilijkheid bij veel mensen is om de waarheid te onder scheiden in meerdere waarheden. De waarheid is dat banken proberen zoveel mogelijk te verdienen en als een bank zich daarvan wat onderscheidt, past dat niet in de vooroordelen. Wel is doorgeklonken dat de aard van onze activiteiten toch een andere is dan die van de andere banken. Mijn voorganger, Lardinois, sprak altijd over twee soorten banken: 'Je hebt spe culatieve banken en je hebt de Rabobank!' We zien dat andere banken zich ontwikkelen door in toenemende mate voor eigen rekening op de internationale financiële markten te handelen. Die doelstelling hebben wij niet. In onze resultaten zit dus min der die golfbeweging van pieken en dalen. Daar zit dus duide lijk de aard van het beestje in verscholen! Maar dat wij als het wat ruim wordt ook eens iets van bepaalde debettarieven af doen, is iets wat men niet vindt passen in het beeld dat men hanteert.' 15

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Bank & Bestuurder' | 1996 | | pagina 15