verhelderend onderscheid tussen de uniformiteit die zo
noodzakelijk en de pluriformiteit die zo onontbeerlijk is',
aldus de voorzitter van de Raad van Beheer.
Zegeningen tellen
Naast waardering ontlokte de tussenrapportage over de
implementatie van Visie '98 ook een aantal kritische
geluiden. Er zou een al te rooskleurig beeld zijn geschetst
dat onvoldoende wordt gedragen door de lokale banken.
Benadrukt werd onder meer dat er nog veel moet gebeu
ren en dat schouderklopjes voorbarig zijn. De lokale
banken, zo werd geconstateerd, staan nog maar aan het
begin van de gewenste mentaliteitsombuiging, terwijl
Rabobank Nederland kampt met een achterstand in de
ondersteuning. Stevige bottlenecks bijvoorbeeld zijn de
informatisering en de instroom van gekwalificeerde
medewerkers. Ook de achterblijvende ontwikkeling van
het marktaandeel in de spaarmarkt werd ter sprake
gebracht. Hoofddirecteur dr. Wint van den Goorbergh
kon onderschrijven dat we er bepaald nog niet zijn. Hij
hield echter de grote lijn vast en zag de nota als een
terechte poging tot het tellen van onze zegeningen. 'Daar
uit mogen we zelfvertrouwen putten', was zijn zienswij
ze. Ook stelde hij dat het overleg in de Beleidsvoorberei
dingscommissies, de BVC's, voldoende waarborg dient te
geven voor een goede voeling met de lokale banken. Het
personeelsbeleid als cruciale succesfactor is in feite een
drievoudig vraagstuk, aldus Van den Goorbergh. Het is
de opeenstapeling van de zorg voor motivatie, het ver
werven van de benodigde kennis en de organisatie van de
instroom. Hij bracht de 'opleidingsplanners' die de loka
le banken hebben ontvangen naar voren, alsmede het
traineeproject. Het instellen van een centrale pool van
gekwalificeerde medewerkers achtte hij op grond van
ervaringen uit het verleden niet raadzaam. Het zou beter
zijn als banken zelf een of meer formatieplaatsen voor dit
doel inruimen. Ten aanzien van het stagnerende aandeel
in de spaarmarkt wees hij op een mogelijk naijleffect
door het beleggingsgedrag van vermogende particulieren
en de momenteel geringe rentabiliteit van de Rendement
rekening. Hoofddirectielid drs. Jan Groninger lichtte toe
dat inmiddels op het gebied van de informatisering een
aantal speerpunten in kaart is gebracht en dat het belang
rijke project 'Informatisering '98' binnen afzienbare tijd
vruchten zal gaan afwerpen.
Papieren tijger?
Ook de nota 'Management op weg naar 2000' werd
voorzien van een kritische noot. Dit gold met name de
wijze van introductie. Ook werd de vrees uitgesproken
dat de aanpak bureaucratie in de hand zou werken.
Hoofddirecteur Paul Burghouts toonde zich ervan
bewust dat er bureaucratische tendensen op de loer lig
gen. 'We zullen ervoor moeten zorgen dat we geen papie
ren tijger in het leven roepen', was zijn reactie. 'Finger-
spitzengefiihl' zal een belangrijk vereiste blijven.
De 0,2% opslag op de achtergestelde onderhandse lening
als sluitstuk van het vernieuwde solvabiliteitsbeleid kwa
lificeerde Van den Goorbergh als 'tweemaal niks is niks'.
'Laat 't dan maar niks zijn', was een opmerking vanuit
de CKV die in de opslag een belemmering zag voor
mogelijke ambities van banken die als gevolg van een
forse groei van hun activiteiten onder de solvabiliteits-
grens dreigen te raken. Van den Goorbergh bleef echter
van mening dat aan solvabiliteit als schaars goed een -
symbolisch - prijskaartje dient te hangen.
In het kader van het startersbeleid ging dezelfde Van den
Goorbergh in op de gebleken behoefte aan risicodragen
de financieringen. 'Met twee nieuwe mogelijkheden
wordt nu een palet van instrumenten op het terrein van
risicodragende financieringen geboden', hield hij de GKV
voor. Voor financieringen boven de f 1,5 miljoen, waar
bij maatwerk van een ondernemende partner is vereist,
wees hij op de intentie het belang in participatiemaat
schappij Gilde lnvestment naar 100% te brengen. Finan
cieringen onder f 1,5 miljoen zullen met gebruikmaking
van de fiscale faciliteiten door een Tante Agaath-partici-
patiemaatschappij worden verstrekt. 'Door deze financie
ringen onder de werking van het Garantiefonds te bren
gen worden deze, net als de stimuleringsleningen, onder
deel van onze coöperatieve actie', aldus Van den Goor
bergh. De koppeling aan ruimere verstrekkings
bevoegdheden bij de lokale banken - geheel in de geest
van de Coöperatiediscussie - viel ondanks het eigen risi
co van 20% in goede aarde. Coöperatief commitment
mag wat waard zijn!
23