Ondernemers in de Raad van
Beheer: het estafettestokje
wordt doorgegeven
Voor twee leden van de Raad van Beheer van Rabobank Neder
land betekende de Algemene Vergadering van 6 juni tevens een
afscheid. Ir. David Luteijn maakte de overstap van dat college
naar de Raad van Toezicht en blijft dus bestuurlijk actief op
centraal niveau. Drs. Oerrit van den Berg nam na 10 jaar defini
tief afscheid. De Raad van Beheer kon als zijn opvolger prof. dr.
Lense Koopmans verwelkomen, een geboren Fries die bij zijn
geboorte - bijna 53 jaar geleden - van zijn grootvader een
spaarbankboekje kreeg bij de Boerenleenbank te Oosterwolde.
an den Berg maakt er geen geheim van dat het
f' hem moeite kost afscheid te nemen van zijn functie
in de Raad van Beheer. Als geboren Geldersman
en getogen Zeeuw, zoals hij zichzelf graag omschrijft, ligt
zijn hele loopbaan, maar ook zijn hart, bij het coöpera
tieve bedrijfsleven. Hij begon in Oost-Nederland als
assistent en later directeur in een personele unie van de
coöperatieve Landbouwvereniging en van de Raiffeisen-
bank Borculo. In 1969 vertrok hij naar Cebeco-Handels-
raad in Rotterdam waar hij het uiteindelijk zou brengen
tot president-directeur. Na zijn pensionering in 1986 trad
hij toe tot de Raad van Beheer. 'Vanaf de eerste dag heeft
die functie mij buitengewoon geboeid', aldus Van den
Berg. 'De organisatie was in een stroomversnelling geko
men; er werden plannen gemaakt om de basis van onze
werkzaamheden te verbreden, we gingen de grens over en
waren begonnen ons producten-scala sterk uit te breiden.
Ook de Raad van Beheer trad meer naar buiten, met
name als de natuurlijke gesprekspartner van de bestuur
ders. Als hoogtepunten in het voorbije decennium
beschouw ik toch wel de Coöperatiediscussie en onze
regiobezoeken.'
Positie directeuren
'lk ben nu eenmaal een coöperator in hart en nieren',
vervolgt Van den Berg, 'en ik ben er vast van overtuigd
dat de coöperatieve bedrijfsvorm een grote invloed heeft
gehad op de welvaart en de economische kracht van
agrarisch Nederland. Die coöperatieve structuur is ook
de kracht van de Rabobank, maar we hebben eerst
zoveel energie moeten steken in het bankbedrijf, dat we
de ideologische kant toen wat hebben verwaarloosd.
Onder invloed van de twee jaar geleden ingezette discus
sie zie ik nu gelukkig bestuurders en directeuren die op
een zeer betrokken wijze met dit thema bezig zijn. Ik
vind het jammer dat ik de gedachtenwisseling over het
Beheer van de coöperatie nu vanaf de zijlijn moet volgen.
Ik verwacht daar overigens veel van. Ik denk dat het een
goede zaak is om hierbij ook de positie van de directeur
te betrekken. We beschikken over een club vaardige
directeuren die omvangrijke bedrijven leiden. Maar ze
dragen statutair geen eindverantwoordelijkheid. Die
berust immers bij het bestuur. We moeten naar een for
mele vormgeving zoeken die meer in overeenstemming is
met de gegroeide praktijk. Bij Rabobank Nederland is
voor de leiding een unieke constructie bedacht, waarbij
Raad van Beheer en Hoofddirectie feitelijk samen, maar
wel ieder met eigen verantwoordelijkheden, het bedrijf en
de vereniging in samenhang besturen. Ik heb die con
structie steeds als ijzersterk ervaren, maar ze vraagt wel
een perfect teamwork en respect voor elkaar. Ik hecht
ook sterk aan ons overleg met de Raad van Toezicht. Dit
college opereert wellicht wat in de schaduw, maar is voor
ons een uitstekend klankbord en een forum - vanuit de
leden-banken - dat het ons mogelijk maakt om zaken die
we in de Centrale Kringvergadering aan de orde willen
stellen, grondig af te stemmen.'
Regionale samenwerking
Van den Berg heeft een groot aantal regiobezoeken van
de Raad van Beheer bijgewoond. Hij omschrijft ze als
inspirerend - 'hopelijk ook voor die regio's' - en zeker
van groot belang voor het functioneren van de Raad van
Beheer. 'Wat mij daarbij opvalt, is dat de externe spre
kers - burgemeesters, commissarissen van de koningin,
voorzitters van Kamers van Koophandel - groot belang
hechten aan samenwerking met de Rabobank. Dat gaat
dan steeds gepaard met een oproep aan de aanwezige
banken bepaalde initiatieven gezamenlijk op te pakken.
Ik ben het daar van harte mee eens. We moeten binnen
onze organisatie regionaal meer dingen samen doen. De
I 8