Fusie als inspiratiebron Coöperatief in de praktijk 8 In het Brabantse Veghel siert de aanduiding 'coöpera tief' opvallend vaak de voorgevel van gebouwen. Dat is al van oudsher zo. Maar wat betekent dit voor de daar gevestigde Rabobank? Op 1 januari 1995 fuseerde deze bank met twee buurbanken, die een grote ledenbetrok kenheid kenden. Nu voert de nieuwe bank opnieuw 'n fusiegesprek met twee banken. De raad van toezicht onderkende in deze fusiebewegingen een unieke kans om de coöperatieve betrokkenheid tussen bank en de leden een stevig fundament te geven. Een coöperatief beleidsplan was het resultaat. Directeur Gijsbers: 'We willen betrokken leden.' e raad van toezicht is bij uitstek het orgaan dat open moet staan voor het geluid van de leden. Daarom heeft juist ons college het initiatief genomen om vorig jaar met de leden in discussie te gaan over de coöperatie', aldus Albert de Vries, interim manager en lid van de raad van toezicht van de Rabo bank Veghel e.o. Samen met bestuursvoorzitter Quirien de Bekker, secretaris van een coöperatieve onderneming, Piet van Sambeek, bedrijfsleider van een sociale werk plaats en voorzitter van de raad van toezicht, en direc teur Cees Gijsbers weet De Vries met veel enthousiasme een beeld te geven van dit coöperatieve avontuur dat in het begin toch een beetje als een sprong in het duister werd gezien. 'We hadden weinig ervaring om op terug te vallen. We voelden ons pioniers, maar na de fusie hadden we duide lijk voor ogen dat we die fusie niet als een louter bancai re aangelegenheid wilden beschouwen', aldus van Sam beek. Veghel fuseerde met de banken in de kerkdorpen Eerde en Mariaheide. Betrekkelijk kleine banken waar de leden al tijdens de fusievergaderingen uitdrukking had den gegeven aan hun grote betrokkenheid met hun bank. De uit negen leden bestaande raad van toezicht van de nieuwe bank besloot de leden de vraag voor te leggen wat hun verwachtingen waren, wat ze van de nieuwe bank vonden en hoe ze daarin ook hun bijdrage zouden kunnen en willen leveren. Commissie Coöperatieve Gedachte Besloten werd een commissie op te richten, bestaande uit twee leden van de raad van toezicht en een lid van het bestuur, ondersteund door de directeur. Deze commissie kreeg de fraaie naam 'Commissie Coöperatieve Gedachte'. Op initiatief van deze commissie, die onder leiding stond van De Vries, werd in de zomer van 1995 een bijeenkomst belegd waarvoor zo'n dertig leden en klanten werden uit genodigd. Uit elke kern tien. 'Voordat we de uitnodigingen voor deze discussieavond de deur uitdeden, hebben we eerst een aantal selectiecriteria geformuleerd. We wilden een goede afspiegeling van onze leden en klanten en we wilden vooral kritische mensen uitnodigen. Ik denk dat die voorselectie een belangrijke succesfactor is geweest', aldus Gijsbers. Er werd een aantal discussievragen voorgelegd. In vijf groepen, aangevuld met 'luisterende' collegeleden en leden van het managementteam werd een aantal vooraf

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Bank & Bestuurder' | 1996 | | pagina 8