s met in dit geval drie behoeftensegmenten. Daarmee lijkt het bankbedrijf van Rabobank Nederland definitief een volwaardige plaats te gaan opeisen in de internationale financiële wereld. Met het oog op deze positionering en de daarmee gepaard gaande risico's stelt Van Slingelandt: 'Onze opstelling zal 'a la Rabo' voorzichtig, zelfs conser vatief zijn. We kunnen ons dat ook permitteren, want we staan internationaal bekend als een zeer solide bank met buitengewoon goede 'ratings'. Niet te onderschat ten, want al spelen deze in de Nederlandse verhoudingen geen rol van betekenis, in het buitenland let men buiten gewoon sterk op de ratings van de financiële instellin gen.' Ook ziet hij als gevolg van de verandering bij het ('BB, dat naar zijn mening qua personeelsbestand in het buitenland zeker nog zal kunnen verdubbelen, een regio nale aansturing tot stand komen. 'Het tekent zich af dat we in de werkverdeling binnen het CBB de drie valuta- blokken van dollar, yen en mark gaan volgen. 'Utrecht' kan zeer wel het centrum blijven, maar het is zeker niet de bedoeling daar het huidige personeelsbestand nog significant uit te breiden.' Een eigen huis Visser trekt de lijnen nog wat verder door en conclu deert: 'Als onderdeel van Rabobank Nederland staat het CBB in feite aan het eind van de weg als centraal verzamelpunt van afgeleide activiteiten. De uitgroei naar een eigenstandig en volwaardig bankbedrijf is op een haar na compleet. Want inmiddels heeft het CBB alles in eigen hand: een eigen directie, een eigen balans, een eigen verlies- en winstrekening, en noem maar op. Het is gewenst nu ook de stap te zetten naar een opstel ling analoog aan de dochters, inclusief de juridische sta tus. Dat betekent dat het CBB het eigen huis claimt, met een eigen naam en positionering in de markt. Zo'n ont vlechting brengt helderheid en zal de lokale banken zeker geen windeieren leggen. Noch in termen van voortgaande vermogensgroei, noch in de kwaliteit van de dienstverlening aan hun klanten in het buitenland, noch in de kwaliteit van de producten die ze voor hun lokale bedrijf geleverd krijgen.' 'Je proeft de Rabosfeer' Op bezoek bij onze kantoren in het buitenland kun je onmiskenbaar een Rabosfeer proeven', zegt Rik van Slingelandt, zelf zo'n 6 jaar geleden over gekomen van de Robeco Groep en - 'toch even een hardnekkig misver stand rechtzetten' - dus niet van de ABN. Er zijn ook in het buitenland duidelijke verschillen met de uitstraling van kantoren van de andere Nederlandse grootbanken. De zaken worden toch op een Rabomanier aangepakt, de klant staat ook daar centraal.' Hij vertelt hoe dit ook telkens weer wordt bevestigd tijdens de buitenlandreizen van Raad van Beheer en Hoofddirectie. 'Ik ben nu een paar keer bij die reizen betrokken geweest en je merkt dat de deelnemers zich direct thuis voelen op de kantoren, ze herkennen de stijl en de mentaliteit. Ongeacht het land van vestiging, zijn bepaalde elementen in de wijze van denken en doen herkenbaar als typisch Rabobank. Omgekeerd versterkt zo'n bezoek van leden van de Raad van Beheer en Hoofddirectie, nog los van de geweldige zakelijke spin-off, de bemanning van de kantoren in hun Rabogevoel. Een zeer belangrijke bron van inspiratie.' 11 //////////i/Jl Van Slingelandt: 'Geldkan iedereen leveren, kennis niet.' Beide Hoofddirecteuren zien geen enkele reden om te veronderstellen dat het CBB door de geschetste verande ringen op een grotere afstand van de lokale banken zal komen. Ook niet mentaal. Visser wijst erop dat ook onder de lokale banken, net als onder de geledingen van het CBB, sprake is van soms grote cultuurverschillen. 'Een bepaalde marktpositie vraagt dikwijls een bepaalde cultuur. Dat is ook goed zolang er maar de bereidheid is tot onderlinge communicatie en gelijkschakeling op orga nisatieniveau. De Signatuur, de stijI van coöperatief ban kieren, bevat ook de grondbeginselen van het handelen door het CBB.' Van Slingelandt benadrukt dat je van al die culturen binnen het CBB, vaak nog geaccentueerd door verschillen van land tot land, van kantoor tot kan toor, geen eenheid kunt en moet willen maken. 'Wel kun je bevorderen dat bepaalde Rabobank-karakteristieken gezamenlijk worden gedragen, wereldwijd. Eigenschap pen als open, eerlijk, betrouwbaar, integer behoren als deel van de Rabobank tot onze code voor het internatio nale zakendoen. Daarmee onderscheiden onze kantoren in het buitenland zich van de concurrentie. Ook daar ligt een parallel met de lokale banken.' 'Een coöperatieve identiteit mag het CBB dan niet hebben, de coöperatieve mentaliteit is er zeker wel', besluit Visser, 'dat is iets wat we van de lokale banken hebben geleerd en niet mogen verloochenen!'

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Bank & Bestuurder' | 1996 | | pagina 11