relaties 'buiten de balans om', vol in beeld. Een andere kwestie is hoe de zeggenschap van het lid komt te liggen. Ik denk dat we de oude statutaire invulling grotendeels houden en deze gaan activeren. Maar als we denken in een zekere 'gelaagdheid' kan een deel van de leden als klankbordgroep of reflectiekader gaan fungeren. Vooral met de bereidheid vanuit de bank om open te communi ceren, kan dat vrij ver gaan. Ik zie hier dynamische rela ties met groepen van leden ontstaan. Wederom in een grote variëteit. Het besef zal toenemen dat men als lid in staat is mede richting te geven aan een financiële instel ling, en dat deze dienstbaar is te maken aan welzijn en welvaart in de eigen omgeving.' Hij waarschuwt wel voor het koesteren van overspannen verwachtingen en het aanwakkeren daarvan, maar benadrukt dat we als Rabobank hier zeker grote mogelijkheden hebben. 'We moeten die lijn versterken, kleine stapjes kunnen op de langere termijn zeer effectvol zijn.' Zeggenschap De vraag dient zich aan hoe de leden zullen omgaan met een verdergaande zeggenschap. Meijer stelt voorop dat leden zich altijd impliciet en expliciet gebonden zullen moeten weten aan de voorwaarden die door de Neder- landsche Bank als toezichthouder worden opgelegd. 'Leden zullen die eisen moeten respecteren. Er ligt daar een spanningsveld. Hoe minder controle en verantwoor delijkheid er op lokaal niveau aan de dag wordt gelegd, hoe groter en verlammender de neiging tot centrale bemoeienis zal zijn. Als de leden en de colleges het goed doen zal de druk van buiten afnemen. Anderzijds is de dagelijkse bedrijfsvoering al geen onderwerp meer van ledenzeggenschap. De vereniging die zo de bank stuurt is achterhaald. Het gaat erom goede bestuurders aan te trekken die de verantwoordelijkheid overzien en aankun nen. Belangrijk daarbij is dat de sterke 'overbelichting' van de bedrijfsvoeringskant per saldo verder afneemt en dat er bestuurlijke ruimte en energie vrijkomen voor externe contacten van de vereniging en de dialoog met de leden. Daarvoor moeten we inderdaad op korte termijn een heel elementair, goed doordacht in- en extern com municatietraject beginnen. Daarin zal 'luisteren' een zeer belangrijke component moeten vormen. Het lid is het doel van de coöperatie, en de coöperatie heeft niet uit sluitend tot doel winst te maken. We zoeken de com binatie. Die basisinstelling moet er zijn.' Ledenvoordeel Gezien het lokale accent dat hij telkens weer aanbrengt, ziet Meijer ook het invullen van - al dan niet materieel - ledenvoordeel in de eerste plaats als een zaak van de plaatselijke bank. 'We moeten nooit vergeten dat we altijd praten over coöperatief voordeel - of dat nu mate rieel is of niet - na het veiligstellen van de noodzakelijke solvabiliteit door de aanwending van de reserveringsca paciteit. De ruimte die resteert verschilt per bank, is er soms helemaal niet. We zullen hier ongetwijfeld tot een hoofdstramien komen, maar de concrete invulling zal zijn aangepast aan het werkgebied. Er hoeven dus niet direct uniforme ledenproducten te ontstaan. Naast de solvabiliteitseisen zullen er criteria moeten worden aan gelegd, zoals het niet onderling concurreren op voordeel en een brede, evenwichtige verdeling van het voordeel onder de leden. Een vorm van een achtergestelde ledenre kening - of ledenspaarrekening - zou in het kader van de toekomstige aansprakelijkheid een component kunnen vormen, ook om het solvabiliteitsverlies te compenseren en om de verantwoordelijkheidrelatie tussen het lid en zijn of haar coöperatie te accentueren.' Niet te kopiëren Het proces van coöperatievernieuwing overziend, ziet de voorzitter van de Raad van Beheer een grote ruimte voor eigen invulling ontstaan. Met een enorme vitalise- rende werking. 'Men zal lokaal volop aan de slag moe ten. Er zal beraad met de leden moeten komen. Dat is een afstemming die heel nauw luistert. Het tijdperk van het passief volgen van het bankbedrijf en op de vereni gingswinkel passen, loopt op z'n eind. Er breekt een tijd aan van initiatief, zeggenschap en participatie. Wachten op Rabobank Nederland zal niet meer volstaan. Zij heeft in dit proces een stimulerende functie en zal in de grote variëteit ondersteunend bezig zijn. In onze funda mentele keuze voor een sterke lokale profilering, gericht op ambities van mensen en gepaard aan ledenzeggen schap, kunnen we door de concurrentie nooit en te nim mer gekopieerd worden! Menig groot concern zal ons d komende eeuw nog benijden, omdat de Rabobank is gegrondvest op democratisch functionerende structuren, met een bijzondere balans tussen centrale en decentrale componenten. In de afgelopen periode hebben we op een prima wijze vastgesteld wat ons in de weg zat. De breuklijnen worden zichtbaar en daarmee hebben we eens temeer bevestigd bepaald niet met een gedateerd concept bezig te zijn.'

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Bank & Bestuurder' | 1996 | | pagina 7