dergelijke keuze niet vrijblijvend zijn. Visie '98 betekent immers voor de bank niet alleen de kanteling van de interne organisatie, maar is bovenal een proces van mentale ontwikkeling naar een marktgeoriënteerd bank bedrijf. Zo'n proces trekt een zware wissel op het perso neel en de aansturing door het management. De conse quenties van de keuze zullen van tevoren goed moeten zijn doorgesproken. Het is belangrijk dat het bestuur reeds in deze fase de vinger aan de pols houdt. Is de keuze eenmaal gemaakt, dan stelt de bank in het zo genoemde Focustraject haar ambities op de diverse deel terreinen vast en wordt het 'veranderingsprogramma' bepaald. Ook deze besluitvormingsfase vereist veel bestuurlijke activiteiten. Vervolgens dienen de verande ringsplannen te worden uitgevoerd en zal de bank wor den ingericht en georganiseerd volgens de hierboven genoemde segmentindeling. Hierbij zal vanzelfsprekend rekening moeten worden gehouden met de lokale situ atie. Het zwaartepunt komt te liggen op de commerciële operatie met daarnaast een relatief kleine maar hoog waardige stafeenheid Bedrijfsvoering. De administratieve en verwerkende taken worden zo veel mogelijk beperkt en in belangrijke mate overgeheveld naar de segmenten. Platte structuur In de aansturing van de bank komt ook verandering. Het aantal managementlagen wordt beperkt. De commerciële managers, de managementlaag direct onder de directeur, krijgen een eigen commerciële rol voor een aantal rela ties, maar zijn bovenal verantwoordelijk voor de inrich ting van de segmenten en de realisatie van de daarvoor geformuleerde doelstellingen. Hiertoe krijgen zij de beschikking over sturingsindicatoren. Ondanks alle tech nologische ontwikkelingen blijft de bank een bedrijf voor en door mensen. In het kader van Visie '98 zal er een sterk accent komen te liggen op de klant-oriëntatie van leiding en medewerkers. Er dient een omslag plaats te vinden van een afwachtende houding die sterk product- georiënteerd is en gericht op verwerking, naar een hou ding die klantgericht is en waarin initiatieven worden genomen. Dit alles vergt een aanpak gericht op selectie, opleiding en begeleiding zodat de medewerkers optimaal kunnen worden ingezet voor hun nieuwe taken. Veel aandacht is ook nodig voor de mensen die de omslag niet of met moeite kunnen maken. Ten slotte zal de beschik baarheid van de bank voor haar klanten, waarbij moet worden gedacht aan openstellings- en bedrijfstijden, en het aantal en de aard van de vestigingen, eveneens in het verband van Visie '98 aan de orde moeten komen. De rol van het bestuur Het zal duidelijk zijn dat dit omvormingsproces op diver se momenten besluitvorming door het bestuur zal vergen. Daarvoor is evenzeer een pro-actieve en niet-afwachtende bestuurlijke houding nodig. De voortgang van het proces zal een vaste plaats op de agenda van de colleges dienen te hebben. Als de ambities van Visie '98 uiteindelijk zijn gerealiseerd, zal er sprake zijn van een blijvende betrok kenheid van de colleges bij het vaststellen en het volgen van nieuwe commerciële en kostendoelstellingen. Vanuit hun betrokkenheid bij de leden en de klanten van de bank blijft voor de colleges een voortdurende kritische toets op het handelen van de bank gewenst. De rol van Rabobank Nederland. In het voorgaande is getracht een beeld te geven van Visie '98 en de gevolgen daarvan voor de lokale banken. Uiteraard raakt Visie '98 ook Rabobank Nederland in haar kern. Ook daar is - analoog aan de situatie bij de lokale banken - een proces van fundamentele veranderin gen gaande. Nog zeer onlangs heeft dat geresulteerd in een meer uniforme aansturing van her Werkgebied Aan gesloten Banken (zie ook de rubriek Actueel). In een volgende aflevering van Bank Bestuurder zal de rol van Rabobank Nederland in dit verband nader wor den belicht.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Bank & Bestuurder' | 1996 | | pagina 16