behoefte om elkaar als leden-ondernemers vaker te ont moeten. Juist de verschillende achtergronden maken het zinvol bij elkaar te 'klankborden'. De bank kan op dat punt een bemiddelende rol vervullen. Inmiddels is beslo ten ieder voorjaar een tweetal ledenbijeenkomsten te organiseren volgens dezelfde opzet als de nu gehouden bijeenkomsten. Zinvolle maatschappelijke functie Algemeen directeur Greve kijkt eveneens met tevre denheid terug op de ledendiscussies. 'We hebben besloten de verschillende advies- en netwerkmogelijk heden van onze bank, de kenniscoöperatie, te inventa riseren. Via een speciale helpdesk stellen wij deze ver volgens aan onze leden beschikbaar. Ook zullen we met een groep leden mogelijke projecten inventarise ren die van belang zijn voor de ondernemers in de regio Amsterdam en die tevens een zinvolle maat schappelijke functie vervullen. Onze bank heeft in de afgelopen jaren zowel financieel als met menskracht bijgedragen aan een groot aantal projecten, zoals de oprichting van het nieuwe bedrijvencentrum Basis NV, de deelname in de NV Economisch Herstel Zeedijk en in Amsterdam Science Park. Onze leden waren duide- Onderlinge discussie in Midden-Westland. lijk onder de indruk van deze inspanningen en willen daaraan graag met raad en daad hun bijdrage leveren. We zijn overigens wel tot de conclusie gekomen dat we nog een slag te maken hebben in de sfeer van de communicatie over het doel van de coöperatie en wat zij aan haar leden kan bieden. Al met al zijn we echt tevreden over onze discussies, maar er is nog ruimte voor verbetering en daaraan gaan we de komende tijd hard werken,' aldus Greve. Gratis 06 nummer Ook de Rabobank Midden-Westland heeft de ledendis cussie grondig aangepakt. In haar eigen periodiek 'per saldo' wordt al vanaf de start van de organisatie-brede coöperatiediscussie veel aandacht aan dit onderwerp geschonken. In de aflevering van november 1995 treedt de bank naar buiten met een ambitieus programma. Aan de leden wordt nadrukkelijk gevraagd hun mening te geven over vorm en inhoud van het lidmaatschap. Deze vraag gaat gepaard met een schriftelijke enquête, de openstelling van een gratis 06 nummer (de Ledenlijn) en de aankondiging van drie discussiebijeenkomsten. Onderwerpen daarbij zijn het lidmaatschap, de ledenbe trokkenheid, en de inspraakmogelijkheden en communi catie. In het blad wordt - als opmaat voor de discussies - vier leden gevraagd hun mening over de coöperatieve bank te geven. Voorafgaand aan de discussie zijn in de vorm van een nulmeting zo'n 200 leden telefonisch geënquêteerd. Daarbij zijn hen vragen gesteld die in hoofdzaak waren ontleend aan de discussienota's die ook tijdens de lande lijke coöperatieconferenties van begin 1995 zijn gehan teerd. Binnen het bestuur is overwogen of het tijdstip voor deze discussie wel zo gepast was, nu de tuinbouw in het Westland een zware tijd doormaakt. Men heeft toch besloten door te gaan, omdat juist nu de coöpe ratieve bank haar bestaansgrond moet kunnen bewij zen. Bestuurders als gesprekleiders De leden van de bank blijken zich sterk bij het onder werp betrokken te voelen. Door tweehonderd leden werd het enquêteformulier ingevuld. Zo'n 90 leden woonden eind november de eerste discussieavond bij. De belang stelling voor de gratis Ledenlijn viel tegen. Weinig leden maakten hiervan gebruik. De ontvangen enquêteformulieren vormden het basisma teriaal voor de eerste discussiebijeenkomst. In de enquête worden vragen gesteld over het beperkte of brede lid maatschap, de meerwaarde van de coöperatie, het al dan niet verplichte lidmaatschap en het lidmaatschapsvoor deel, terwijl de leden ook in de gelegenheid werden gesteld hun verwachtingen over hun coöperatieve bank uit te spreken. De twee nog komende discussiebijeen-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Bank & Bestuurder' | 1996 | | pagina 6