Wat last met ruggespraak r Centrale Kringvergadering Twee keer viel in de 93e CKV de term 'zonder last of rug gespraak'. Aan het begin omdat bij de behandeling van de fusiegedragslijn bleek dat afgevaardigden namens hun achterban 'harde'standpunten innamen. Nog eens aan het eind toen Hoofddirectielid H. van den Broek, voor de laatste maal aanwezig, in een afscheidswoord memo reerde hoe hij de CKV vanuit diverse functies had ervaren. 'Toen ik als bankdirecteur alleen het verslag las, vond ik soms dat ze zich weer hadden laten bepraten; eenmaal zelfde CKV bijwonend, onderkende ik hoe wezenlijk het is te vergaderen zonder last of ruggespraak.' Het is nog maar sporadisch voorgekomen dat de voorzitter van de CKV zich genoodzaakt zag met handopsteken de verhoudingen in de vergadering te peilen. Toch ging drs. R. Zijlstra op 22 november jl. daartoe over. Hij wilde getalsmatig zicht krijgen op het standpunt over de fusiegedragslijn. Overduidelijk bleek toen dat de CKV daarover een positief advies kon afgeven, zij het met de aantekening dat een 'memorie van toelichting' zal worden bijge voegd. Hete hangijzers ln de kringvergaderingen - zo kwam ook uit de versla gen naar voren - bleek dat er hier en daar nogal zwaarwegende bezwaren leefden tegen de fusiege dragslijn, en dan met name tegen de rol van het kring- bestuur daarbij. Bij de behandeling in de CKV spitsten de bezwaren zich toe op de formulering dat het kring- bestuur bij een voorgenomen fusie 'schriftelijk een positief advies' diende te geven. Discussie wees uit dat het schrappen van het woordje 'positief' bij tegenstan ders de bezwaren zou kunnen wegnemen. Duidelijk was dat men zich daarbij sterk gebonden achtte aan het uit de eigen kring meegenomen standpunt. Dit leidde ertoe dat de ook bij ons welbekende term 'zon der last of ruggespraak' weer werd gebezigd. Hoofddi recteur dr. W.M. van den Goorbergh was - naar zou blijken met de ruime meerderheid van de vergadering - van mening dat het weglaten van het woordje 'posi tief' de kern uit het voorstel zou halen. Ook het in gevaar komen van de plaatselijke autonomie - een ander belangrijk bezwaar - achtte Van den Goorbergh niet reëel, omdat 'autonomie een relatief begrip is dat haar begrenzing vindt in de aantasting van de autono mie van andere leden van de organisatie'. Om aan de diverse bezwaren tegemoet te komen, stelde hij voor de fusiegedragslijn te voorzien van een memorie van toelichting, waarin de hete hangijzers nog eens helder en op de praktijk gericht zouden kunnen worden uit eengezet. Aangezien de opponenten hun 'last' niet konden laten vallen en anderen zich daardoor gedwongen zouden zien 'ruggespraak' te houden, moest inderdaad het opsteken van handen aantonen dat het hier om een toch zeer ruim gedragen voorstel ging. Aldus wist voorzitter Zijlstra ook deze Gordi aanse knoop op de voor hem karakteristieke, samen smedende wijze doorgehakt te krijgen. 15

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Bank & Bestuurder' | 1996 | | pagina 15