6 tieven van de Rabobank in de startersmarkt. In de omge ving van Eindhoven is juist deze categorie erg interessant door de kwaliteit van het menselijke kapitaal, dat hij omschreef als jong, flexibel, goed geschoold en gemoti veerd. Opnieuw aandacht voor starters Uit de reacties van de banken op de beide inleidingen bleek dat binnen deze regio al verschillende interessante initiatieven zijn genomen om nieuwe bedrijvigheid te sti muleren. Zo wordt een belangrijke bijdrage geleverd aan de opleiding en vooral begeleiding van jonge onderne mers. Duidelijk werd ook dat banken op dit terrein meer initiatief van Rabobank Nederland verwachten, waarbij een directeur overigens aantekende dat banken toch vaak worden geregeerd door een 'denken in zekerheden'. En juist dat denken kan nogal eens barrières opwerpen bij de financiering van startende ondernemers. Ook kwam uit eigen kring enige twijfel naar voren of de banken wel voldoende energie steken in het beoordelen van onderne mersplannen. Gepleit werd voor een gewijzigd systeem bij het behandelen van aanvragen van starters. Gedacht zou kunnen worden aan een beoordeling van de onder nemersplannen door meer personen, zoals dat ook bij sollicitatiegesprekken het geval is. De aanwezigen waren Hoofddirectielid Van den Goorbergh (m) en directeur Geraedts (r) van de Rabobank Best op bedrijfsbezoek bij Hagu B. V. het er overigens wel over eens dat juist in deze regio veel talent aanwezig is. Zo hebben veel voormalige werkne mers van Philips met succes eigen bedrijven opgezet, vaak in de sfeer van de informatica. Hoofddirectielid Vis ser merkte op dat in de eerste vijftig jaar van onze orga nisatie overwegend werd gefinancierd op basis van de intrinsieke kwaliteiten van de ondernemer. Juist bij star ters zou dat aspect in zijn ogen aandacht mogen hebben. Dit vraagt een bepaald klimaat binnen de banken, dat gediend is met bestuurders die een afspiegeling zijn van de ondernemers in het werkgebied. Over de starterspro- blematiek merkte hij verder op dat hij het een goede zaak zou vinden als de overheid uitkeringsgelden meer pro- duktief zou maken door ontvangers daarvan te prikkelen tot ondernemerschap. Van de Kerk, directeur van Rabo bank Nederland voelde zich door de discussie duidelijk uitgedaagd. Hij gaf aan dat dit onderwerp alle aandacht heeft en dat initiatieven zijn te verwachten. Zijdelings merkte hij op dat hem de belangstelling van banken voor bestaande mogelijkheden op dit terrein wat tegenviel. Hij wees daarbij op de Stichting Kleinood, ons Garantie fonds en op financieringen onder overheidsgarantie. De kracht van de coöperatieve bank Bij de bedrijfsbezoeken die diezelfde dag waren afgelegd, ontmoette de Raad van Beheer geen ondernemers die moeiteloos de voordelen van de coöperatie konden opsommen. Uit hun schets van het dagelijkse contact met hun bank bleek echter overduidelijk waar de coöperatie ve meerwaarde van de Rabobank is te vinden. Uit de gesprekken met de ondernemers tekenden zowel Meijer als Luteijn op dat het als een groot voordeel werd beschouwd dat de coöperatieve Rabobank een stabiele factor in het werkgebied is, die bereid is daadwerkelijk naar de ondernemer te luisteren, goed in de netwerken is vertegenwoordigd en openstaat voor kritiek. De onderne mer verwacht van zijn Rabobank een serieus geloof in het ondernemerschap en geen bedilzucht, maar ook de kwaliteit om hem de spiegel voor te houden. Ook teken den de leden van de Raad van Beheer een aantal kritische geluiden op, zoals de groter wordende afstand als gevolg van fusies en de kostenbelasting in het zakelijk betalings verkeer. De ondernemers voelden zich bij dit laatste ach tergesteld bij particuliere klanten. Eén ondernemer sprak de vrees uit dat zijn Rabobank een te gering draagvlak had om hem ook bij expansie nog goed te kunnen blijven bedienen. Kwaliteit Discussieleider Lageweg van Rabobank Nederland leidde 's avonds de gedachtenwisseling over het onderwerp 'kwaliteit'. De discussie spitste zich daarbij toe op drie onderdelen: de middenmarkt, de kwaliteitseisen die aan een bestuurder mogen worden gesteld en de kwaliteit van het personeel. De middenmarktproblematiek werd belicht door ir. Molenaar, directeur van de Rabobank Helmond. Hij kon daarbij inhaken op de kersverse nota over dit onderwerp die nog in de kringen moest worden behan deld. Als knelpunt bij de uitwerking van deze nota sig naleerde hij onder meer het verschil in salarisniveau tus sen accountmanagers van Rabobank Nederland en die van de lokale banken. Ook pleitte hij voor een stroom-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Bank & Bestuurder' | 1995 | | pagina 6