Wat vindt de ervan? 'D y\ j Waar staat de CAAR voor? Een vraag waarop velen bin nen de organisatie het antwoord schuldig zullen blijven. Ondanks het tienjarig bestaan dat inmiddels werd gevierd. Zelf beseft de Centrale Adviesraad Arbeidsaan- gelegenheden Rabobankorganisatie dat zijn rol ten onrechte ondergewaardeerd is gebleven. Want in de CAAR klopt het hart van het human resources-beleid van de organisatie. Onder het motto 'professionaliseren en communiceren' zal het nu hoorbaar harder gaan slaan. Twee leden van de werkgeversdelegatie in de CAAR, de heren H. Bais en ing. H. de Boer, geven een aanzet. e gedragenheid van de CAAR bij de diverse geledingen binnen de organisatie zal moeten worden verbeterd en verbreed'. Dat concludeer de Hoofddirecteur drs. P.M. Burghouts op 17 mei jl. in de Centrale Kringvergadering bij de behandeling van een discussienota over de CAAR. Hij wees erop dat dit CAAR-leden Bais en De Boer: een volmondig 'ja'. ■UJR i 7~TTT1 adviesorgaan er in de achterliggende periode van tien jaren niet in is geslaagd de positie te verwerven die bij de oprichting werd beoogd. In die periode heeft het contro leren van het sociaal beleid plaatsgemaakt voor de brede advisering en toetsing van beleid, gericht op het human resources management. 'Een wezenlijke wijziging', beamen Bais en De Boer. 'De CAAR is lange tijd vooral gezien als instrument voor de werknemers', aldus Bais, 'maar niets is minder waar. Het gaat in de CAAR pri mair om het bepalen van de grote lijnen voor de hele organisatie en niet om individuele belangenbehartiging in het verlengde van CAO's en de vakbonden.' Rol regiocommissies De aanbevelingen uit de discussienota om tot verbete ring van het functioneren van de CAAR te komen, zijn in de Centrale Kring zonder problemen onderschreven. 'Professionaliseren en communiceren' is nu het motto. Inmiddels is een speciaal CAAR-bureau ingericht en wordt kwaliteitsverhoging nagestreefd door bijvoor beeld het aanbieden van opleidingstrajecten aan CAAR- leden. Met het aantreden van de nieuwe CAAR op 1 januari 1997 zal bovendien een aantal formele veran deringen zijn beslag krijgen. De 5 regiocommissies, die ieder 3 leden naar de werknemersdelegatie van de CAAR afvaardigen, zullen dan door alle werknemers van alle lokale banken in verkiezingen met een open karakter worden gekozen. Daarmee verdwijnt een belangrijk onderscheid dat tot nu toe gold tussen ban ken met en zonder ondernemingsraad. Met de 2 leden die door de ondernemingsraad van Rabobank Neder land worden afgevaardigd, zal de werknemersdelegatie in de CAAR dan 17 leden tellen. De werkgeversdelegatie blijft onveranderd bestaan uit 2 bestuurders en 2 direc teuren van lokale banken, benoemd door de CKV, en een lid van de Hoofddirectie van Rabobank Nederland. Het aldus 22 leden tellende adviesorgaan zal zich dan weer voor een periode van vier jaar onder leiding van de voorzitter van de Raad van Beheer buigen over alle aspecten van het human resources-beleid. Belangrijke verandering is bovendien dat in het functioneren van de regiocommissies een duidelijk accentverschil wordt aan gebracht tussen de vertegenwoordigende rol naar de werknemers en de adviserende rol naar de CAAR. Zo wordt het de commissies beter mogelijk gemaakt zich via het Regiokantoor toe te leggen op de meer concrete belangenbehartiging voor hun achterban, de medewer kers van lokale banken. Gedacht kan daarbij worden aan een doorverwijsfunctie ten behoeve van individuen of groepen naar instanties binnen de organisatie. 20

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Bank & Bestuurder' | 1995 | | pagina 20