Onze banken
hebben een mooi
risicoprofiel.
Een kleine vijfjaar gelden werd de Kredietinspectie in het leven geroe
pen. Zij kreeg tot taak de kwaliteit van het financieringsapparaat en de
kredietportefeuille bij Rabobank Nederland en de lokale banken gron
dig te onderzoeken. Vrijwel alle banken hebben deze dienst inmiddels
op bezoek gehad. De Kredietinspectie gaat haar aandacht verleggen.
Hij noemt zichzelf een echte 'kredietenman': mr.
W.J.J. Louwers. Ruim 25 jaar is hij bij de organi-
'satie betrokken, vrijwel onafgebroken in de sfeer
van de kredietverlening, maar nu sinds ruim 'n jaar
hoofd van de Kredietinspectie. Ervarings-deconcentratie
noemt hij zijn overstap naar de Kredietinspectie. Met de
directeur van de Accountantsdienst, drs. E.J. van der
Stroom, is hij van mening dat de Kredietinspectie zich als
pure specialist nu zal moeten toeleggen op een beperkter
aantal banken. De meer globale beoordeling van het
financieringsapparaat bij de overige banken kan weer
worden overgelaten aan de Accountantsdienst Aangeslo
ten Banken. Van der Stroom kijkt nog even terug naar
het verleden toen de Kredietinspectie werd opgericht,
omdat er, zoals hij het voorzichtig uitdrukt 'enige zorg
was over de kwaliteit van het financieringsapparaat van
banken en er sprake was van onorganisatorisch gedrag
en normvervaging'. Veel banken hadden onvoldoende
inzicht in de risico's van de eigen portefeuille. De inten
sieve en dus kostbare onderzoeken van de Kredietinspec
tie hebben ertoe geleid dat bij het management en de
medewerkers van de banken, maar ook bij de beheerscol-
leges een duidelijker beeld ontstond op het eigen bedrijf,
en dat er bij veel banken veranderingsprocessen op gang
kwamen, vaak met ondersteuning van de regiodirectie.
Ook het in de afgelopen jaren ingevoerde rating-systeem
heeft banken geholpen meer greep te krijgen op hun
eigen processen.
Memobanken
Vrijwel alle banken hebben dus inmiddels de Kredietin
spectie op bezoek gehad. Voor deze dienst gaf dat aanlei
ding zich op zijn toekomstige taken te concentreren. Lou
wers daarover: 'De binnen onze dienst opgebouwde ken
nis willen we blijven aanwenden, maar we gaan ons op
een minder omvangrijke doelgroep richten. Dat zijn aller
eerst de zogenoemde memobanken, banken die onze aan
dacht verdienen op basis van hun met goed functioneren
de financieringsbedrijf. Vervolgens blijven we aandacht
schenken aan banken met een meer risicovolle financie
ringsportefeuille en banken die actief zijn in de midden-
markt. Vaak is dat één en dezelfde groep. Ook banken
die blijkens het rating-systeem en andere aanwijzingen
dreigen af te glijden naar de memobank-status krijgen
onze aandacht.' Door deze selectie kan de Kredietinspec
tie met minder mensen toe. Zij kunnen landelijk worden
ingezet, nu hun koppeling aan de drie gewesten, waar
binnen zij tot nu toe opereerden, is losgelaten.
Rapporten van achter het bureau
Van der Stroom is in de afgelopen jaren getuige geweest
van een kwalitatieve groei van zijn medewerkers. 'We
hebben fors geïnvesteerd in opleidingen en in het aan
trekken van nieuwe mensen. Daarnaast hebben ze steeds
meer aandacht gekregen voor de acceptatie van hun pro-
dukt door de lokale bank. Ze zijn daardoor daadwerke
lijk gesprekspartners van directeuren en bestuurders
geworden. Ze kennen de dagelijkse praktijk van het
bedrijf van de banken en zij durven de discussies met de
banken aan. In deze tijd is dat ook een harde noodzaak.
Accountants worden daarop beoordeeld en niet op rap
porten die uitsluitend achter het bureau worden opge
steld. Ik ervaar een groeiende waardering ook in mijn
periodieke bezoeken aan banken, waar ik praat met de
directie en de voorzitter van het bestuur', aldus Van der
Stroom. Hij vervolgt: 'Onze banken hebben thans een
mooi risicoprofiel en dat moeten we zo houden. Natuur
lijk veranderen normen onder invloed van maatschappe
lijke ontwikkelingen. Ik realiseer mij heel goed dat klan
ten steeds vaker worden gewonnen door middel van een
soort 'risico-concurrentie'. Een reden temeer om hoge
eisen te blijven stellen aan het financieringsapparaat.'
Louwers II): 'Aandacht voor banken in de middenmarkt.
12