II 7 door gerenommeerde adviesbureaus, die zelf een andere organisatievorm hebben dan de coöperatieve. Er verschij nen binnen ons huis functionarissen met een eigen pakket aan arbeidsvoorwaarden. Maar dit alles vloeit voort uit een weloverwogen lange termijn-denken. We gaan niet mee met de mode van de dag. De banken kunnen er zeker van zijn dat telkens zorgvuldig wordt gekeken of bepaalde ontwikkelingen passen in onze coöperatieve structuur. Bovendien kennen we in onze organisatie een overlegstructuur die ons voor uitglijders behoedt. Maar het valt niet te ontkennen dat wij vanuit onze positie wel licht eerder dan op lokaal niveau de urgentie van bepaal de veranderingen zien. Dat geeft de banken wellicht het gevoel dat Rabobank Nederland voor de muziek uit loopt. Bepaalde bewegingen moeten nu eenmaal met een zekere nadruk worden gepresenteerd. Van onze kant is het dan ook noodzakelijk dat we er ons voor inzetten deze bewegingen goed uit te leggen aan de banken en er ook begrip voor te hebben als banken - goed gemoti veerd - andere afwegingen maken. Maar we moeten ons wel realiseren dat de tijden sterk aan het veranderen zijn. De concurrentie laat ons vaak niet de ruimte voor een tijdrovende reflectie.' Grotere afhankelijkheid lokale banken? Een tweede punt van zorg is het gevoel van afhankelijk heid dat bij veel banken leeft. Processen en procedures worden door Rabobank Nederland voorgeschreven. De banken hebben maar te volgen. In de ogen van Wijffels is dat gevoel maar ten dele terecht, ik vang dergelijke geluiden inderdaad op. Toch denk ik dat je een goed onderscheid zou moeten maken tussen de vrijheid die Een soort coöperatieve airmiles'. banken hebben in het commerciële bedrijf en in de bedrijfsvoering. Een aardig voorbeeld hiervan is de rol van Interpolis. In de komende tijd zullen de computers van de lokale banken aan die van Interpolis worden gekoppeld. Dit brengt een aanzienlijke reductie in tijd en foutenkans in het verkeer tussen Interpolis en de Rabo bank met zich mee. De bedrijfsprocessen worden steeds belangrijker. In het verleden kon de bank zelf de bedrijfs voeringsprocessen inrichten, maar was voor de produkt- specificaties volledig afhankelijk van de leverancier van het produkt. Nu zie ik een ontwikkeling waarbij de tech nische infrastructuur min of meer door Rabobank Nederland, of in dit geval door Interpolis, wordt voorge schreven, terwijl de lokale bank de ruimte krijgt het pro dukt een eigen toepassing te geven en soms met eigen voorwaarden te werken. Ik vind dan ook niet dat de lokale banken afhankelijker worden. Integendeel, zij krij gen steeds meer commerciële ruimte om flexibel op de klantenbehoeften in te spelen. Maar tegelijkertijd heeft de technologie nu eenmaal haar eigen logica, die groten deels door de concurrentie wordt bepaald om de verwer kingsprocessen te stroomlijnen en mede daardoor kosten reductie tot stand te brengen. En juist de kostenreductie zal blijvend onze aandacht moeten hebben.' Collectief geheugen In dit verband is het ook goed even stil te staan bij de uit komsten van het eerste halfjaar van 1995. 'Ik ben buiten gewoon tevreden met de forse volumegroei op bijna alle terreinen, of het nu gaat over hypotheken, spaargeld of beleggingen, maar ik maak mij wel zorgen over de groei van de resultaten. Met name bij de lokale banken blijven die duidelijk achter bij de overige groeicijfers. Om die ontwikkeling te verbeteren, zijn er twee zaken nodig: een goede commerciële aanpak en een voortgaande, stevige kostenreductie.' De haperingen in de dienstverlening van Rabobank Nederland aan de lokale banken en hun klanten kreeg ook in de Algemene Vergadering aandacht. 'We zijn 1995 slecht begonnen met de kwaliteit van onze reke ningoverzichten. Gelukkig hebben we die valse start snel kunnen corrigeren. Ernstiger vond ik de problematiek rond het centraliseren van het girale betalingsverkeer. Daarmee heeft Rabobank Nederland veel goodwill ver speeld. We hebben inschattingsfouten gemaakt en ons wellicht onvoldoende gerealiseerd dat we in een vrij kort tijdsbestek bedrijfsprocessen, die de kern van de bedrijfs voering bepalen, wilden herstructureren. Elke schakel van het proces moest daarbij worden herzien. Eigenlijk heb ik het - ook buiten onze organisatie - nog nooit meegemaakt dat zoiets ingrijpends geheel foutloos verloopt. We hebben intussen een inventarisatie op gesteld van waar en door wie fouten zijn gemaakt. Die ervaringen slaan we op in het collectieve geheugen van de organisatie. We zijn een lerende organisatie en leren niet alleen van onze successen, maar misschien nog wel het meest van onze fouten.'

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Bank & Bestuurder' | 1995 | | pagina 7