Een hele onderneming Rijksuniversiteit Limburg M Als adviseur van RIAS werkt hij in Roemenië mee aan de uitbouw van zuivelcoöperaties en in Polen van tuin- bouwcoöperaties. Ook zet hij zich in voor de 'Plus van de coöperatie', een proefproject van de Vakgroep Bestuur ders ter verbetering van de ledenbetrokkenheid bij Rabobanken. Praktisch werk dat hij sinds een jaar com bineert met de functie van buitengewoon hoogleraar in 'De Coöperatieve Onderneming' aan de universiteit van Limburg. Prof. dr. W.J.J. van Diepenbeek is van vele markten thuis. Onlangs hield hij zijn oratie met de veel zeggende titel: 'Coöperatie: Een hele onderneming!' De titel van zijn inaugurele rede is even veelzeggend als doeltreffend. Voor prof. Wint van Diepenbeek is de coöperatie een héle onderneming. Niet een onderneming met een 'Doppelnatur', waarbij onderne ming en vereniging een eigen leven kunnen leiden, een stel ling van de 'Duitse School'. Daarnaast is de coöperatie een hele ondernéming vanwege de bijzondere eisen aan de bedrijfsvoering. Over beide aspecten, de wetenschappelijke benadering en de praktische werkzaamheid, kan de boe renzoon uit de Peel meepraten. Afgestudeerd in de econo mie, begon hij zijn loopbaan bij de I.TB, was daarna werk zaam bij de Nationale Coöperatieve Raad en is sinds 1991 adviseur bij RIAS (Rural Investment Advisory Services), een dochteronderneming van Rabobank Nederland en DHV-Consultants. In 1990 promoveerde hij op een proef schrift over de coöperatie, een materie waarin hij dus inmiddels tot buitengewoon hoogleraar is benoemd. Coöperaties politiek interessant De Limburgse Land- en Tuinbouwbond, de LLTB, en de Limburgse coöperaties - waaronder de Rabobanken - die deze leerstoel in het leven hebben geroepen, weten wat ze aan Van Diepenbeek hebben. Voorafgaand aan zijn hoog leraarschap onderwees hij de coöperatie al een aantal jaren in een gezamenlijk project voor economiestudenten en kaderleden van de LLTB. Van Diepenbeek benadrukt dat de coöperatieve onderneming primair een economisch en geen sociaal verschijnsel is: 'het ledenmotief ligt in het behalen van economisch voordeel, niet in het verwerkelij ken van een ideaal of een ideologie. Natuurlijk hadden mensen zoals Owen en Raiffeisen wél een fundamentele 16 Prof. Van Diepenbeek tijdens het uitspreken van zijn inaugurele rede.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Bank & Bestuurder' | 1995 | | pagina 16