meest zingevend voor het bestuur, in deze tijd van 'bestu
ren op hoofdlijnen' is dat veel minder het geval. De taak
verdeling binnen de coöperatieve vereniging is onder
invloed van de professionalisering in het bankbedrijf
langzaam maar zeker gaan verschuiven. Het bestuur is
steeds verder af komen te staan van het van oorsprong
voor hem belangrijke terrein van de uitvoering. Het door
de jaren steeds sterker benadrukken van de beleidsrol
van het bestuur weerspiegelt de veranderingen die bij de
plaatselijke bank zijn opgetreden. Die beleidsrol speelt
het bestuur echter tegen de achtergrond van de professio
nele marktbewerking door de directie in samenspel met
Rabobank Nederland. Nu realiseren we ons blijkbaar
steeds sterker dat er meer naar betekenisvolle aankno
pingspunten zou moeten worden gezocht in de specifieke
plaatselijke situatie. De tijd lijkt dan ook rijp om plaatse
lijk de deur van de verenigingswinkel open te zetten, om
als bestuur naar buiten te treden en actief nering te gaan
bedrijven. 'We hebben het tij mee', zei drs. H.H.F. Wijf
fels, voorzitter van de Hoofddirectie, op de Algemene
Vergadering. 'De wensen uit de vereniging kunnen in het
bankbedrijf steeds beter worden gehonoreerd.'
Lokale verbondenheid
Op basis van de op de Coöperatieconferenties ingebrach
te meningen is helder geworden waar belangrijke knel
punten zitten in onze coöperatieve beleving. Twee funda
mentele kwesties vragen op plaatselijk niveau om
beantwoording: Wat is het doel van de lokale Rabobank
Een vraag
Ook in de volgende uitgaven van B&B wil de redactie aandacht blijven
schenken aan de Coöperatiediscussie. We willen daarbij zoveel mogelijk
aansluiten aan uw lokale ervaringen. Daarom vragen we u ons te vertel
len hoe u omgaat met uw leden en welke interessante coöperatieve
uitingen en initiatieven uw bank heeft genomen of wil nemen. Ook lijkt
het ons interessant uw ervaringen te mogen optekenen over de uitkom
sten van de gedachtenwisseling over dit onderwerp met leden en/of
medewerkers. We wachten met belangstelling op uw berichten!
en hoe kan dat doel het best worden bereikt? Dit raakt
de missie van de bank. De volgende ronde in de discus
sie, waaraan we nu beginnen, zal daarin meer helderheid
moeten brengen. Dit kan aan de hand van een aantal
scenario's dat zich heeft laten destilleren uit het rijke
gedachtengoed dat de conferenties hebben opgeleverd.
Het zijn vijf varianten: een voordeel-, een innovatie-, een
dienstverlening-, een kapitaal- en een steunverlening
scenario. Deze scenario's zijn zeker niet uitputtend en
deels van theoretische aard en moeten dus niet te abso
luut worden opgevat. Het gaat om het leggen van accen
ten. De juiste combinatie zal afhangen van de plaatselijke
omstandigheden. Het ligt daarom voor de hand, na de
'grootschalige' conferentie-aanpak, in deze ronde het
'Coöperatie'. Zo heet het beeld dat door de Rabobank
Apeldoorn aan het Centrum voor mensen met een
verstandelijke handicap, Groot-Schuylenburg is
aangeboden. Het kunstwerk is van de hand van de
Roemeense beeldhouwer Laurentiu Mogosanu.
zwaartepunt van de discussie in de bestuurskamers van
de plaatselijke banken te leggen. Niet uit pragmatische
overwegingen, maar omdat de betekenis van de coöpera
tieve bank juist weer lokaal inhoud zal dienen te krijgen.
Het is aan de bestuurders om met ondersteuning van de
directie na te gaan wat de beste opties zijn in de eigen,
specifiek lokale omstandigheden. Zij zijn immers de aan
gewezen personen om aan de hand van de voorliggende
scenario's de eigen lokale missie te formuleren. Op basis
van de inventarisatie die vervolgens bij Rabobank Neder
land zal plaatsvinden, kan ook de coöperatieve missie op
organisatieniveau scherper worden gesteld. Zo kunnen
we het speelveld bepalen waarop de lokale banken kun
nen variëren. Lokale oriëntatie zal zo overal haar eigen
gezicht kunnen ontwikkelen. Dat zal kunnen geschieden
in goed overleg met de leden. Wel zal een eigen - voorlo
pige - standpuntbepaling door de colleges noodzakelijk
zijn om te vermijden dat het overleg met de leden ver
zandt in een weinig realistisch en daardoor teleurstellend
verwachtingspatroon.
Van bestuurders zullen in de toekomst speciale vaardig
heden worden gevraagd, dat is duidelijk. Als we er ver
derop in de discussie in slagen de hoedanigheid, rechten
en plichten van het lidmaatschap te herdefiniëren, zal
vervolgens bij de B van Beheer de vraag aan de orde
komen hoe we in onze structuur lokale verbondenheid
vorm kunnen geven. Een niet eenvoudige taak, maar de
tekenen zijn gunstig.
11