9 het volgen van opleidingen, ook en met name door het management van de bank. 'We hebben het er altijd over dat de maatschappij zo sterk verandert, dat de markt steeds hogere eisen stelt en dat er daardoor veel moet worden geïnvesteerd in kwaliteitsverbetering van de zit tende mensen. Maar vergeet niet dat ook de kwaliteit van een bestuur zich in een rap tempo ontwikkelt. We zijn ondernemers die midden in de praktijk van ons bedrijf staan en in die bedrijven is veel aan de hand. Ik denk dan aan zaken als schaalvergroting, internationalisering en dergelijke. Wil er een kwalitatief evenwicht blijven bestaan tussen de bestuurders en het management, dan zal dus ook het management aan de eigen kwaliteit moe ten werken', aldus Braspenning. Hij voegt daaraan toe: 'Onze bank ontwikkelt zich in hoog tempo tot een echte bedrijvenbank. Bovendien zijn wij al geruime tijd in gesprek met de Rabobank Breda over fusie. Het ziet er nu naar uit dat de fusie door zal gaan, waarbij het de bedoeling is dat onze directeur eindverantwoordelijk zal worden. Als bestuur hebben we eveneens veel aandacht voor onze eigen kwaliteit. In een open dialoog hebben we onze tekortkomingen in kaart gebracht en een plan opge steld om ze weg te werken. Bovendien maken we bewust gebruik van bepaalde elementen uit de Nijenrode-leer- gang van onze directeur. Zo hebben we in onze stand puntbepaling over het coöperatieve karakter van onze bank aansluiting gezocht bij de discussies die onze direc teur in het kader van Nijenrode over dit onderwerp heeft gevoerd.' Coöperatie als rode draad Bol haakt hierop in door te stellen dat de coöperatie als een rode draad door de MBA-opleiding loopt: 'Het eerste jaar van de opleiding bestaat uit een aantal blokken, zoals strategieontwikkeling, technologie, aansturing van het bedrijf en personeelsontwikkelingsbeleid. Deze blok ken worden voorafgegaan en 'getoonzet' door een blok over de coöperatie. Daarin hebben we onder meer met ir. Latijnhouwers van de Raad van Beheer gediscussieerd. Met uitzondering van het coöperatieblok worden de ove rige onderdelen door groepen deelnemers voorbereid. Dat gebeurt onder leiding van een kerndocent. Ikzelf heb me met enige collega's verdiept in het onderwerp techno logie. Dat betekende dat wij veel voorbereidend werk hebben gedaan, zoals het mede definiëren van leerdoelen en het zoeken van passende inleiders. Met het oog daar op zijn onder meer interviews gehouden met de voor dat onderwerp beleidsverantwoordelijken bij Rabobank Nederland. Zo'n voorbereidingsgroep speelt ook een cen trale rol bij de presentaties van de stof aan de overige deelnemers van de opleiding. Action-learning wordt deze aanpak genoemd, een prima methode. Bovendien is ons daarbij gebleken dat de diepgaande kennis die je over het onderwerp verwerft tot gevolg heeft dat je door Rabo bank Nederland wordt gevraagd om in allerlei advies groepen te participeren. Als je de daarvoor benodigde tijd bij de studiebelasting zou voegen, dan red je het niet met de wekelijkse tien uur die daarvoor staat. Maar het voordeel is dat je heel veel van de opgedane kennis en ervaring onmiddellijk in je dagelijkse werkzaamheden kunt integreren. In het tweede jaar van de MBA-oplei- ding verdiepen we ons in een tiental onderwerpen van meer bedrijfskundige aard. Ten slotte wordt ter verkrij ging van de MBA-graad een afstudeerproject ter hand genomen. Ook dit gebeurt weer in kleine groepjes.' Kostbare zaak Het moge duidelijk zijn dat de MBA-leergang zelf én het tijdsbeslag forse financiële investeringen vergen. Ook de vervanging van de veelvuldig afwezige directeur vraagt organisatorische maatregelen. Bij het bestuursbesluit om directeur Bol aan de leergang te laten deelnemen, heeft dit nadrukkelijk meegespeeld. 'We hebben hier echt tegen aangehikt', aldus Braspenning, 'maar toch hebben we uiteindelijk besloten de heer Bol te laten deelnemen. Onze bank maakt een uitermate belangrijke ontwikke ling door en wij voelen ons er voor verantwoordelijk dar die ontwikkelingen ook op het niveau van het manage ment een optimale begeleiding krijgen. Eigenlijk ben ik er best trots op dat drie van de vier leden van het manage mentteam op dit moment opleidingen en trainingen vol gen!' De heer Bol (r.) samen met zijn collega drs. H. Eggink van de Rabobank Hellendoorn-Nijverdal tijdens een sportieve onderbreking van een zwaar programma.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Bank & Bestuurder' | 1995 | | pagina 9