jL «xfl
Omslagpunt
Drie andere zaken raakten - elk op eigen wijze - ook aan
het wezen van de coöperatie. De vraag wat een goed for
maat is voor een lokale Rabobank doet dat natuurlijk
heel indringend. Ook het beleid ten aanzien van starten
de ondernemers is wezenlijke kost voor de Centrale
Kringvergadering van een coöperatieve bank. Het reilen
en zeilen van een orgaan als de Centrale Adviesraad
Arbeidsaangelegenheden Rabobankorganisatie (CAAR)
ten slotte is zeker vanuit structureel oogpunt van groot
belang binnen onze coöperatie.
'De nota over het juiste formaat van een lokale Rabo
bank', aldus Hoofddirectielid dr. W. van den Goorbergh,
'markeert een omslagpunt in ons denken. We stellen ons
nu de vraag of we het proces van opschaling verder moe
ten voortzetten. Het is hoog tijd voor een kritische reflec
tie op het doorschieten naar de bovenkant.' Hij typeerde
de verandering in het denken rond fusies met de uit
spraak dat de bewijslast wordt omgekeerd: 'Voorheen
moest je uitleggen waarom je niet in een fusie was ver
wikkeld, nu moet je verantwoorden waarom je in een
fusieproces zit.' In de nota (die in Actueel inhoudelijk
nader wordt belicht) wordt dan ook het aanleggen van
een toetsing voorgesteld. Dat deze toetsing juist bij het
kringbestuur wordt gelegd, riep bij de CKV vragen op.
Van den Goorbergh benadrukte dat het niet de bedoeling
is dat een nieuwe bestuurslaag wordt geschapen, maar
dat het wel zinnig is - naast de rol van de regiodirectie -
ook de rol van buurbanken te waarborgen. Het ligt in de
bedoeling na verdere behandeling in de najaarskringen
en de CKV in het voorjaar van 1996 met een uitgewerkt
procedurevoorstel te komen. Daarbij zal ook aandacht
worden geschonken aan de nu in de nota gemiste besluit
vormende rol van de leden. Ook werd vanuit de CKV
een duidelijke zorg uitgesproken, dat kleine banken aan
de nota een alibi zouden kunnen ontlenen om zich aan
fusie te onttrekken. Hierdoor zou een blokkade kunnen
worden opgeworpen voor noodzakelijk te achten fusie
processen.
Starters
De nota over het startersbeleid had naar mening van de
CKV een wat voorzichtig karakter, ik ben koopman
noch dominee. Ik ben een bankman. En een bankman
moet af en toe zijn hoofd laten spreken en af en toe zijn
hart.' Zo pareerde Hoofddirectielid drs. H. Visser de kri
tiek als zou hij wat de starters hetreft te weinig hebben
gedacht vanuit de oorspronkelijke, ondernemende coöpe
ratieve geest. Daarbij kwam tevens naar voren dat in de
voorliggende nota naar de smaak van de CKV de moge
lijkheden van het Garantiefonds onvoldoende waren
meegenomen. Zeker ook met oog op de minder goede
ervaringen met participatiemaatschappijen in het recente
verleden, toonde Visser zich voorstander van het goed
gescheiden houden van de ideële lijn en het commercieel
heleid. Hij wees erop dat de ideële lijn onderwerp is van
de coöperatieconferenties en dat aan de hand daarvan zal
moeten worden bepaald hoever we met het Garantie
fonds willen gaan in termen van omvang, risicoprofiel en
bevoegdheden. 'De nota handelt over het commercieel
heleid ten aanzien van een specifiek marktsegment. Daar
mee willen we een beter profiel nastreven en een 'win-
win-situatie' creëren', aldus Visser. Belangrijk naar zijn
mening is dat in het kader van dat startersbeleid een goed
toegesneden adviesfunctie wordt ontwikkeld. Daarbij is
het verlenen van krediet aan starters zeker niet per defini
tie de eerste ingang. Naar aanleiding van een opmerking
daarover uit de CKV onderschreef hij dan ook het grote
belang van netwerken in deze en benadrukte dat juist de
plaatselijke banken zich daar als geen ander in thuis
weten.
Dat de CKV werd gevraagd een uitspraak te doen over
de voorgestelde nieuwe koers voor de CAAR, moest ook
leiden tot een betere gedragenheid van dit medezeggen
schapsorgaan binnen de organisatie. Hoofddirectielid
drs. P. Burghouts lichtte toe dat de CAAR eigenlijk nooit
volledig de positie had verworven die was beoogd, te
weten het zijn van een hoogwaardig adviesorgaan van de
Raad van Beheer. De voorstellen uit de voorliggende
nota betekenen een impuls om die positie alsnog te berei
ken. De CKV kon zich moeiteloos in de voorstellen vin
den. Daarmee lijkt ook de hoop gerechtvaardigd dat de
CAAR, als de unieke coöperatieve vinding die zij is, nog
een goede toekomst tegemoet gaat.