stromen, waarhij in zijn ogen opnieuw de inpoldering
van de Markerwaard aan de orde zal moeten komen.
Van de banken verwachtte hij bereidheid tot het financie
ren van de woningbouw, waarbij het accent zal komen te
liggen op woningen voor de lagere inkomensgroepen.
Jongerenraad mikt op de volgende eeuw
De Rabobanken Noordoostpolder en Flevoland kennen
een Jongerenraad. E.J. Goedegebuure, lid van die Raad
bij de bank Flevoland, wees erop dat de jongeren met
name gericht zijn op de kwaliteiten van de Rabobanken
in de volgende eeuw. Dan immers hebben zij hun bank
maximaal nodig. Er zullen dan produkten moeten zijn
die centraal worden ontwikkeld, maar die - in autono
mie - lokaal aan de behoeften kunnen worden aangepast.
Ook de coöperatiediscussie heeft de belangstelling van de
jongeren. De coöperatieve traditie verliest aan kracht.
Jongeren zijn kritisch en verwachten van hun bank
betrouwbaarheid en kwaliteit. Differentiatie tussen leden
en niet-leden in produktvoorwaarden en tarieven achtte
Goedegebuure een te rechtvaardigen zaak.
Zijn betoog werd in de avonduren perfect aangevuld door
G. Nieuwenhuizen, commercieel medewerker van de bank
Noordoostpolder. Hier bleek een echte coöperator aan het
woord. Bijgestaan door enkele collega's van andere banken
bleef hij prima overeind tijdens een discussie met een
bestuurder die zich afvroeg of er in de klantenbediening en
het commerciële optreden verschillen zijn tussen de werk-
Bijeen in de Rabobank Flevoland te Dronten.
wijze van de Rabobank en die van andere banken of bedrij
ven. Behartigenswaardig was ook de waarschuwing van
Nieuwenhuizen dat de veranderingen die thans plaatsvin
den, niet mogen worden uitgelegd als een brevet van onver
mogen ten opzichte van het verleden. Ook pleitte hij voor
een daadwerkelijke participatie van de medewerkers in de
coöperatiediscussies en in discussies over beleidswijzigingen.
Werkgebiedsgrenzen
Bij de reflectie op de bedrijfsbezoeken merkte prof. dr. G.
Wormmeester van de Raad van Beheer op dat de door
hem bezochte ondernemer het grote belang van de lokale
aanwezigheid van de Rabobank met name zag in de ken
nis van de markt en van de klant. Dit was voor de aanwe
zigen aanleiding om nog eens nadrukkelijk te wijzen op
het feit dat veel collegabanken grote moeite hebben met
het overdragen van ondernemers die zich in een ander
werkgebied vestigen. Zo opereren in het werkgebied van
de bank Almere maar liefst 49 Rabobanken! Aan de hand
van enige voorbeelden werd duidelijk gemaakt dat dit kan
leiden tot forse verliezen voor een ondernemer, die immers
wordt begeleid door een bank die nauwelijks zicht kan
hebben op de lokale omstandigheden van de nieuwe vesti
gingsplaats. De statutaire bepalingen die het financieren
buiten het eigen werkgebied regelen, werken in de praktijk
in het geheel niet. Ook werd aandacht gevraagd voor de
uiterst gebrekkige regeling voor verhuizende particuliere
klanten. Het werd niet verwonderlijk genoemd dat dit sys
teem tot een onaanvaardbaar groot klantenverlies leidt.
Voor de vertegenwoordigers van de Hoofddirectie waren
dit bekende geluiden over een weerbarstige materie, die
slechts in goede onderlinge solidariteit kan worden opge
lost. Toegezegd werd opnieuw aandacht te schenken aan
de onderlinge spelregels, waarbij de suggestie werd gedaan
overname van verhuizende bedrijven vergezeld te doen
gaan van een soort 'entree-fee'.
Scepsis bij lokale banken
Het Regiobezoek werd besloten met een gedachtenwisse-
ling over de relatie tussen Rabobank Nederland en de
lokale banken. Vanzelfsprekend speelde hierbij de actu
aliteit een belangrijke rol. Zo was er aandacht voor de
problemen rond de centrale verwerking van het girale
betalingsverkeer. Vanuit de zaal werden kritische gelui
den met een ondertoon van bezorgdheid geuit over de
kwaliteit - en daardoor ook de geloofwaardigheid - van
Rabobank Nederland. Op de Raad van Beheer en de
Hoofddirectie werd een dringend beroep gedaan om alle
zeilen bij te zetten om tot kwaliteitsverbetering te komen.
De vrees werd uitgesproken dat door een groeiende gela
tenheid en reserve bij de banken een zekere scepsis zal
ontstaan voor initiatieven vanuit Rabobank Nederland.
W. Meijer, voorzitter van de Raad van Beheer, had begrip
voor deze kritische toonzetting. 'Ik realiseer me dat we in
ons beleid voor de komende jaren de kwaliteitslat erg
hoog hebben gelegd. Dat geldt voor onze marktbewerking,
maar ook voor onze interne verhoudingen, waarbij ik ook
denk aan onze coöperatiediscussie. Ons beeldmerk is een
uiting van ons kwaliteitsstreven. Onze inspanningen zijn
op maximale kwaliteit gericht, maar er worden nog te veel
fouten gemaakt. We leren er voortdurend van en stellen in
ieder geval alles in het werk om aan de opgeroepen ver
wachtingen van de markt en van onze banken te voldoen.'
Het achtste Regiobezoek vindt plaats op 8 september aan
de regio Eindhoven-Helmond.
19