i 5
Deze vraag kan ontkennend worden beant
woord: zolang iedereen zich aan de regels
houdt, zullen er geen ongelukken gebeuren.
Er bestaan nogal wat misverstanden over deriva
ten. In de pers worden ze vaak omschreven als
nieuwe, ingewikkelde financiële instrumenten
waarvan het gebruik grote risico's met zich mee
brengt. Derivaten ('afgeleide' financiële instru
menten) worden echter veelal juist ingezet om
risico's die samenhangen met rente- en wissel
koersschommelingen tegen te gaan. Het leeu-
wedeel van de door de Nederlandse banken ver
handelde instrumenten bestaat uit zogenoemde
Forwards en Swaps. Forwards worden ook FRA's
genoemd (Forward Rate Agreements)
- FRA's zijn bedoeld om het renterisico op de
geldmarkt te elimineren. Door een FRA af te
sluiten, kunnen reeds nu de rentelasten op
een toekomstige financiering of de renteba
ten op een toekomstige uitzetting worden
vastgelegd. Een (onverwachte) daling of stij
ging van de rente beïnvloedt dan de te beta
len ofte ontvangen rentebedragen niet.
- Renteswaps bieden de mogelijkheid om op
wat langere termijn de rente vast te leggen.
Wanneer bijvoorbeeld een onderneming
tegen een variabel tarief leent en men ver
wacht een rentestijging, dan kan deze
onderneming door het afsluiten van een
swap haar variabele renteverplichtingen
ruilen ('swappen') tegen een vaste rente
(het omgekeerde is uiteraard ook mogelijk).
Banken maken veel gebruik van swaps. Zij
kunnen op die manier variabelrentende
middelen een vastrentend karakter geven.
- Valutaswaps maken het mogelijk gelden
die in vreemde valuta zijn aangetrokken in
eigen valuta om te zetten. Op die manier
kan soms goedkoper worden gefund dan
wanneer rechtstreeks in de eigen valuta
middelen worden aangetrokken. De laatste
jaren is in het (internationale) bankwezen
dan ook een scherpe stijging van het
gebruik van swaps te zien.
Andere instrumenten waarmee de gevolgen
van koersstijgingen of -dalingen kunnen wor
den beperkt, zijn futures en opties.
- Futures zijn volledig gestandaardiseerde
contracten waarin wordt vastgelegd, dat de
ene partij zich verplicht aan de andere een
standaardhoeveelheid van een financieel
actief (bijvoorbeeld aandelen of obligaties)
op een standaardtijdstip in de toekomst te
leveren. De prijsontwikkeling van het futu-
rescontract is afhankelijk van het verloop
van de onderliggende waarde. Het aangaan
van een futurescontract kost niets; koper en
verkoper moeten wel een borgsom storten.
Elke dag wordt de waarde van de future
berekend op basis van de koersontwikke
ling van de onderliggende waarde. Is die
waarde hoger dan die van de vorige beurs-
dag, dan ontvangt de koper van de future
(degene die de onderliggende waarde
straks moet leveren) het verschil. Uiteinde
lijk compenseert het saldo van bij- en afboe
kingen in geval van een waardestijging van
de onderliggende waarde de koper van een
future voor de hogere prijs die hij voor deze
onderliggende waarde moet betalen.
- Opties zijn hiermee vergelijkbaar; de koper
van een optie verwerft tegen betaling van
een premie het recht om gedurende een
bepaalde tijd een bepaalde onderliggende
waarde tegen een bepaalde prijs te kopen
(call-optie) ofte verkopen (put-optie).
Met behulp van opties en futures kan het risico
van een koersstijging of-daling worden afge
dekt. Heeft men het risico met opties afgedekt
en de verwachting komt niet uit, dan is enkel
het in de opties geïnvesteerde bedrag verloren.
Daarnaast kan met opties of futures worden
gespeculeerd. Het geïnvesteerde bedrag is dan
zeer klein in verhouding tot de mogelijke winsten
(of verliezen)Juist deze laatste mogelijkheid heeft
het gebruik van derivaten in een kwaad daglicht
gesteld. In het geval van Barings 'gokte' de betrok
ken handelaar op een stijging van de (Japanse)
beurskoersen, maar er trad een daling op.
Banken treden vaak op als tegenpartij van een
onderneming of beleggingsinstelling. Vervol
gens kunnen zij op hun beurt hun positie
afdekken of (deels) openlaten. Het niet geheel
sluiten van posities kan een additionele winst
opleveren, hetgeen vergelijkbaar is met het
bewust hebben van een rente mismatch in het
'traditionele' bankbedrijf.
Zolang duidelijk is welke risico's worden gelo
pen en zolang deze risico's beperkt blijven in
verhouding tot het eigen vermogen, hoeft het
op deze wijze gebruiken van derivaten niet
bezwaarlijk te zijn. De in de pers verschenen
berichten over 'mislukte' derivatentransacties
kunnen feitelijk worden toegeschreven aan
het feit dat niet duidelijk was hoe groot het
risico was dat men liep (anders zou de leiding
er nooit toestemming voor hebben gegeven)
of dat het risico onbeheersbaar groot was.
Duidelijke (risico)rapportages, inzicht in de
ingenomen posities, strikt nageleefde limieten
en goede functiescheiding zijn noodzakelijke
voorwaarden om tot een verantwoord
gebruik van derivaten te komen. Wordt aan
deze voorwaarden voldaan, dan is de kans op
grote ongelukken nagenoeg uitgesloten.
Kerncijfers gezamenlijke aangesloten banken
Veranderingen t.o.v.
1 januari 1995
Mei 1995
Mei 1994
Medewerkers
- aantallen
- mensjaren
-603
-664*
28.123
25.067
29.021
26.033
Banken
- aantal fusies
- aantal banken
- aantal vestigingen
11
-13
-26
3
582
1.897
1
655
1.959
Tarieven
- basistarief bestaande variabele leningen 0,2
- kapitaalmarktrente - 0,8
- geldmarktrente - 0,8
7,1
6,9
4,5
6,5
6,7
5,1
Definitie gewijzigd per 1 januari 1995. Voorheen waren WAO-ers, die gedeeltelijk zijn afgekeurd, volledig
inbegrepen in de bezetting. Nu worden ze slechts meegerekend voor het aantal uren dat ze werkzaam zijn.
De definitiewijziging leidt tot een daling van het aantal mensjaren van 107.
(Bron: Rabobank Nederland, Financieel Economisch Beheer)