Actueel Interne berichten Benoemingen Binnen Rabobank Nederland is een organisa torische eenheid ingericht die zal worden belast met de coördinatie van ontwikkelingen en uitingen op coöperatief gebied en in het bijzonder met de ondersteuning van de lokale banken op dit terrein. Tot hoofd van deze een heid is drs. J.C. Hazen, onderdirecteur van Rabobank Nederland en thans Regiodirecteur Noordwest-Nederland, benoemd. De benoe ming gaat in per 1 september 1995. Eveneens per 1 september is de heer T.M.C. Omerzu, thans algemeen directeur van de Rabobank Flevoland tot opvolger van de heer Hazen benoemd. Tevens is besloten hem te benoemen tot onderdirecteur van Rabobank Nederland. In een van de komende afleveringen van Bestuurder Bank zullen wij zeker terugkomen op de taken en werkzaamheden van de nieuwe eenheid Coöperatie Aangelegenheden. (ongenummerde circulaire van 24 mei 1995) 100e Focusbank In mei jongstleden is de vierde golf banken met het Focus-programma gestart. Over dit programma berichtten wij in Bestuurder Bank, aflevering 2 van maart 1995. In de vierde golf viel ook de 100e deelnemer. Dit was de Rabobank Edam-Volendam. Naar verwachting zullen in de komende anderhalfjaar nog zes golven banken op het programma intekenen. Bij het afscheid van een bestuurder Ons is gebleken dat er nogal wat bestuurders zijn die het betreuren dat hun abonnement op Bestuurder Bank wordt beëindigd na hun terugtreden als lid van een bestuur of raad van toezicht. Dit gebeurt namelijk automa tisch zodra het Centraal Adressen Beheer wordt geïnformeerd over een teruggetreden bestuurder. Het blijft echter altijd mogelijk het abonnement te continueren. Daarvoor is ech ter wel een schriftelijke opgave van de bank aan het CAB (adrescode BC 102A) nodig. Liquiditeit Perl januari 1995 zijnde nieuwe financiële verhoudingen van kracht geworden. De in dit kader bestaande regelingen zijn aanzienlijk vereenvoudigd. In de Liquiditeitsregeling wer den de A- en B-grenzen van resp. 22 en 18%, vervangen door de aanzienlijk lager liggende L-grens van 15%. Deze L-grens is gebaseerd op de regelgeving van De Nederlandsche Bank en geldt als een absoluut minimum. Inmiddels is gebleken dat een aantal banken deze minimumgrens heeft onderschreden. In een circulaire van 12 mei worden aanbeve lingen gedaan om door een gerichte sturing toch te blijven voldoen aan de Liquiditeitsre geling dan wel om in overleg met Rabobank Nederland maatregelen te treffen om tekorten op de L-grens op te heffen. (Circulaire 1l/l04van 12mei 1995) Zo klein als mogelijk De Centrale Kringvergadering van 17 mei wijd de een eerste bespreking aan de belangrijke beleidsnota over een goed formaat voor de lokale Rabobank. Kort samengevat concludeert de nota dat lokale Ra bobanken zo klein als mogelijk en zo groot als noodzakelijk zouden dienen te zijn. Hierin ligt besloten dat aan onge breideld fuseren naar groter en groter een halt moet kunnen worden toegeroepen. Belangrijke constatering in de nota is dat de bediening van klanten reeds snel onpersoonlijker wordt door het toenemend gebruik van apparaten. Het fusieproces doet daar nog een schep bovenop. Als de huidige fusietrend ongewijzigd wordt doorgetrokken, zal het aantal banken tot het jaar 2000 met 60% verminderen, het aantal kan toren met 20% en het aantal zittingen met 40%. Niet minder veelzeggend is dat dan tevens het aantal bestuurders met 50% zal zijn teruggelo pen van 6.000 naar 3.000. In de nota wordt onder andere vastgesteld: - Dat een bank op basis van Visie '98 in de huidige omstandigheden met een perso nele bezetting van ca. 60 fte's minimaal 2 verkoopadviseurs per segment kan inzet ten. Dat is een comfortabele maat. Bij min der dan 30 fte's is het segmentenconcept niet meer voldoende in te vullen. - Dat analyse aantoont dat geen opmerkelij ke meetbare verschillen zijn vast te stellen tussen kleinere en grote banken: niet in bancaire produktiviteit, niet in groei van het balanstotaal, niet in ontwikkeling van de provisie-inkomsten, noch in marktaan deelontwikkeling. - Dat schaalvergrotingsprocessen door het ontbreken van meetbare criteria gevoelig zijn voor mode, status en beloningsele menten, en daardoor gemakkelijk een eigen leven kunnen gaan leiden. Op basis van verrichte analyses en observaties komt de nota tot vijf belangrijke aanbevelingen: 1De klantbehoefte is het vertrekpunt voor denken en handelen binnen de Rabobank. 2. De lokale oriëntatie van klanten, of anders gezegd de lokale sociaal-economische en sociaal-culturele samenhang, vormt de basis voor het werkgebied van een lokale Rabobank. 3. Banken die goed aansluiten op het werk gebied en reeds beschikken over een com fortabele maat, moeten de afstand tot de klant niet vergroten door fusie. 4. Het realiseren van wervingsambities onder grotere en complexere klanten is niet zozeer een argument voor fusie, maar wel een reden voor een meerjarige investering in extra personele capaciteit en vaardigheid. 5. Het kringbestuur zou advies moeten kun nen uitbrengen bij fusieprocessen en ver schuivingen in werkgebieden. Wanneer geen overeenstemming kan worden bereikt of wanneer van dit advies wordt afgeweken, moet de Raad van Beheer een beslissing kunnen nemen. In de CKV klonk onder meer bezorgdheid door over het hiermee in handen geven van argu menten aan (te) kleine banken om zich tegen fusie te (blijven) verzetten, terwijl deze eigen lijk wel is geboden. Ook werden kanttekenin gen geplaatst bij de rol die aan het kringbe stuur wordt toegedacht. Men vroeg zich af of het kringbestuur wel een orgaan is om in deze processen goedkeuring te verlenen. Nadat ook de najaarskringen zich erover zullen heb ben uitgesproken, zal de CKV van 22 novem ber 1995 tot een afrondend advies komen. Benchmarking: een hulpje bij het afkijken van succes De Nederlandse glastuinders doen het al jaren: ze ontmoeten elkaar in studieclubs. Aan de hand van metingen van prestaties wisselen ze onderling verbeteringsvoorstellen uit. De successen van deze bedrijfstak worden voor I 2

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Bank & Bestuurder' | 1995 | | pagina 12