Praten met de mond dicht? 'Toets onze plannen kritisch, maar wees dan ook bereid ze financieel mogelijk te maken.' Deze oproep was afkomstig van drs. H.G. Ouwerkerk, burgemeester van Groningen en een van de inleiders tijdens het zesde Regiobezoek van de Raad van Beheer. De banken rond de as Groningen-Assen werden ditmaal bezocht. Dit gebied wordt bewerkt door zeven Groningse en drie Drentse Rabobanken en heeft alles in zich om een sterke groei door te maken. Het gebied zou alleen wat centraler in het land moeten liggen! ommige zegswijzen hebben een taai bestaan en lij ken niet uit het spraakgebruik weg te branden. Zo schijnt er een zegswijze te bestaan dat Groningers met open mond luisteren, maar met gesloten mond pra ten. Daarvan was tijdens de discussies tussen de banken en de leden van de Raad van Beheer weinig te merken. Een veelheid van onderwerpen kwam aan de orde. Alle deelnemers, bestuurders, directeuren en personeelsleden, lieten zich bepaald niet onbetuigd. Zij werden hiertoe overigens ook nadrukkelijk uitgenodigd door de dag voorzitter van dit bezoek, kringvoorzitter K.J. Doorn bosch, en de discussieleider, L.W. Lageweg van Rabo bank Nederland. Open monden waren wellicht nog wel waar te nemen tijdens de inleiding van de Groninger burgemeester, die nadrukkelijk afstand nam van het in het verleden gevoer de gemeentelijke beleid dat bepaald onvriendelijk was voor het ondernemersklimaat. De gevolgen daarvan zijn nog steeds voelbaar in het achterblijven van de werkgele genheid hij de bevolkingstoename. De stad Groningen, de zesde stad van het land, kent een werkeloosheid van maar liefst 26%! Ouwerkerk somde een groot aantal beleidsvoornemens op, gericht op een verbetering van het economische klimaat in Groningen. Voor het succes hier van was echter steun vanuit het bankwezen onmisbaar. K. Dijksterhuis, lid van de Raad van Beheer De lokale betrokkenheid van de Rabobanken zag hij hierbij als een belangrijk pluspunt. Geslaagde starters Naast burgemeester Ouwerkerk trad werkgeversvoor man, drs. G.W. Bruggeling op als tweede inleider. Waar Ouwerkerk het accent met name legde hij Groningen als stad en provincie, betrok Bruggeling de drie Noordelijke provincies in zijn beschouwing: qua oppervlakte een kwart van Nederland met slechts één miljoen inwoners. Hij schetste de geweldige mogelijkheden van dit gebied in termen van ruimte, arbeidskrachten en natuur. Een echte doorbraak voorzag hij als dit gebied erin zou slagen de exportfunctie goed uit te bouwen. Vanuit het beeldmerk van de Rabobank, de mens centraal, appelleerde hij aan de mogelijkheden van de lokale Rabobanken meer dan andere banken te betekenen voor startende ondernemers. Het slagingspercentage van starters in de Noordelijke provincies bedraagt 50, aanzienlijk hoger dan de lande lijke cijfers. Veel waardering had Bruggeling voor de opzet van het Garantiefonds van de Rabobank. De beide inleiders zorgden direct al voor een openhartige discussie, waarbij de banken zich bereid toonden samen met de lokale en provinciale overheden bepaalde zaken aan te pakken. Ook werd duidelijk dat de Rabobanken al veel initiatieven hebben genomen, zoals de versterking van de glastuinbouw in het gebied rond Emmen. Waarom juist bij de Rabobank? Discussieleider Eageweg had voor de bedrijfsbezoeken die in de ochtend hadden plaatsgevonden, de leden van de Raad van Beheer en de Hoofddirectie een aantal vra gen meegegeven. Deze waren geïnspireerd door de coöpe ratiediscussies. Zo werd aan ondernemers gevraagd waarom ze juist bij de Rabobank bankieren, wat in hun ogen de waarde van het coöperatieve karakter is, welke

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Bank & Bestuurder' | 1995 | | pagina 8