Feiten en cijfers Kerncijfers gezamenlijke aangesloten banken Medewerkers - aantallen - mensjaren Veranderingen t.o.v. 1 januari 1994 -385 -485* Maart 1995 28.341 25.245 Maart 1994 29.145 26.155 Banken - aantal fusies - aantal banken - aantal vestigingen 5 -6 -15 3 589 1.908 5 661 1.972 Tarieven - basistarief bestaande variabele leningen - kapitaalmarktrente - geldmarktrente -0,3 -0,2 7,4" 7,4 5,1 6,5 6,3 5,3 Definitie gewijzigd per 1 januari 1995. Voorheen waren WAO-ers, die gedeeltelijk zijn afgekeurd, volledig inbegrepen in de bezetting. Nu worden ze slechts meegerekend voor het aantal uren dat ze werkzaam zijn. De definitiewijziging leidt tot een daling van het aantal mensjaren van 107. Per 1 mei 1995 gewijzigd in 7,1%. (Bron: Rabobank Nederland, Financieel Economisch Beheer) van de beroepsbevolking buiten het arbeids proces dreigt te raken. Aan de ene kant hou den de prijsverhoudingen aan de onderkant mensen buiten de arbeidsmarkt, terwijl de maatschappij aan de andere kant opvattingen heeft over een rechtvaardige inkomensverde ling. Het is vrijwel onmogelijk deze uitersten met elkaar te verbinden, tenzij de bereidheid bestaat zich open te stellen voor vormen van (partieel) basisinkomen. Zoals langzamerhand gebruikelijk krijgt Wijffels ook nog vragen te beantwoorden over zijn al dan niet aanwezige politieke ambities, de rol van de Rabobank in de agrarische kredietverlening en het imago van banken. (Trouw, I april 1995). f 70 miljoen voor opleidingen Dit bedrag, 3 a 4 procent van de loonsom, wordt jaarlijks binnen de Rabobankorganisa- tie besteed aan opleidingen. Aldus drs. H.A.M. Arkesteijn, co-decaan van de Rabobank- Academie. Samen met de decaan van deze Academie, prof. dr. F. Bonke, geeft hij in de Volkskrant een toelichting op de opleidings inspanningen van de Rabobank. Met name wordt ingegaan op de 'bovenkant' van het opleidingenpakket, zoals dat voor managers is georganiseerd in MBA- en HBO-opleidingen. De verwachting wordt uitgesproken dat de Rabobank in de komende jaren haar oplei dingsinspanningen aanzienlijk zal moeten verhogen om de ontwikkelingen op de markt voor te blijven. (Volkskrant, 11 april 1995) De invloed van de wisselkoersen op de cijfers van de Rabobank 'Valutaire tegenwind'. Dat is een rond de pre sentatie van de jaarcijfers vaak gehoorde term, waarmee aan de pers wordt uitgelegd dat het in financieel opzicht bij het eigen bedrijf wat minder ging, maar dat de bedrijfs leiding er zelf weinig aan heeft kunnen doen. Het Nederlandse bankwezen heeft over het algemeen weinig reden om zich op dit argu ment te beroepen. Zeker de laatste jaren hoe ven de banken zich niet voor hun financiële cijfers te schamen. Daarnaast heeft een bank alle instrumenten en kennis in huis om zich in te dekken tegen ongewenste invloeden van de wisselkoersen op haar cijfers, waardoor dit argument voor de buitenwacht minder sterk overkomt. Maar ook de cijfers van de banken staan onder invloed van de koersen op de valutamarkten. Eind 1994 stond op de balans van de Rabobank voor bijna f 80 miljard uit in vreemde valuta's (W). Dit zijn voor een belangrijk deel leningen en kredieten ver strekt door de buitenlandse vestigingen. Daar naast geschiedt het grootste deel van het interbancaire bedrijf in W. Circa de helft van het totaal aan VV-posten staat uit in Ameri kaanse dollars. Ook gaat het om aanzienlijke bedragen in Duitse marken, Engelse ponden, en Belgische en Zwitserse franken. Wijzigin gen in de wisselkoersen zijn van invloed op de omvang van de tegenwaarde in guldens. Dit beïnvloedt de balans en de resultatenreke ning. Zo liep in 1994 de koers van de Ameri kaanse dollar terug van f 1,93 naar f 1,74 en die van het Engelse pond van f 2,87 naar f 2,72. Dit had tot gevolg dat het balanstotaal van de Rabobank f 5 miljard lager uitkwam dan wanneer dit totaal was berekend tegen de koersen van begin 1994. In de eerste drie maanden van 1995 was dit effect nog groter, omdat toen ook de Australische en de Singa pore-dollar en enkele Europese muntsoorten sterk in waarde daalden. De drukkende invloed daarvan op de balans is f 6 miljard. Deze cijfers zijn geen indicatie van de invloed op het eigen vermogen van de bank. Immers door een gericht fundingbeleid (dit is het aan trekken van middelen om de uitzettingen te financieren) staan tegenover de actiefposten in de balans vrijwel gelijke bedragen in dezelf de muntsoort aan de passiefzijde, zodat de nettoposities per muntsoort beperkt zijn. Bovendien wordt het in W aangehouden deel van het eigen vermogen afgedekt door mid del van valutatermijnaffaires. Ook ondervinden de resultaten van de buiten landse vestigingen de gevolgen van de forse appreciatie van de gulden. Bij een zelfde resul taat in W daalt het in Nederlandse guldens omgerekende resultaat. Zonder dat het echt slechter gaat, resulteert een waardestijging van de gulden dus in een in guldens omgere kend lagere winst. Aldus ontkomt ook de Rabobank niet aan enige valutaire tegenwind.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Bank & Bestuurder' | 1995 | | pagina 22