Tijdens de verbouw gaat de coöperatiediscussie door. Van links naar rechts de heren Timmer, Dijkslag en Buining. ratie zagen. In november vorig jaar gingen ruim 90 (van de 500) leden in op de nadrukkelijke uitnodiging van het bestuur om over dit onderwerp een avond te praten. Voorwaarde was wel dat uitsluitend over de coöperatie zou worden gesproken en niet over de bank. Vermeden moest immers worden dat in de gesprekken de aandacht teveel zou uitgaan naar de kwaliteit van de bancaire dienstverlening en dergelijke. Vice-voorzitter Buining, zelf een jonge ondernemer in de akkerbouw en de vollegrondstuinbouw, leidde die avond de discussie. 'Ik ben begonnen met een parallel te trekken tussen de ontstaansgeschiedenis van onze bank en de hui dige tijd. Toen en nu was er sprake van een economisch ongunstig tij. Aan het begin van deze eeuw heeft de co- operatie een onmisbare rol gespeeld. Naar mijn mening zou zij dit nu weer moeten doen. Ik heb de leden uitgeno digd met elkaar na te denken hoe die invulling in de hui dige tijd zou kunnen plaatsvinden. De coöperatie zelf stond niet ter discussie. De leden hebben in een tiental breed samengestelde discussiegroepen onder voorzitter schap van een lid van de beheerscolleges de handschoen opgenomen. Zij hebben een groot aantal suggesties gedaan voor een bij deze tijd passende invulling van het coöperatieve karakter van de bank,' aldus Buining. De suggesties hadden voor een gedeelte te maken met zaken die tot de primaire verantwoordelijkheid van de (lokale) overheid waren te rekenen. Andere suggesties hadden wel te maken met zaken die direct vanuit de bank zijn te beïnvloeden. Te denken is daarbij aan het ondersteunen van innovatieve projecten - ook in de sfeer van alternatieve teeltmethoden - het beschikbaar stellen of het vergroten van kennis, het ondersteunen van star tende ondernemers en dergelijke. Ook werd de bank gevraagd samen met zusterbanken in de regio bepaalde initiatieven te nemen. Timmer over het verloop van de avond: 'De reacties waren zonder uitzondering positief. De leden voelden zich sterk bij het onderwerp betrokken en waren enthousiast dat de bank ook op deze wijze haar band met de leden manifesteerde. Uitgesproken werd dat men met dergelijke bijeenkomsten wil doorgaan. Ze wor den als uitermate zinvol ervaren. Ik denk dat het ook psychologisch goed is dat onze bank dit initiatief heeft genomen. Onze leden hebben het bepaald niet gemakke lijk. Onze bank rendeert bevredigend en toont nu de bereidheid een deel van haar rendement beschikbaar te stellen aan de leden. De leden hebben het gevoel gekre gen dat de Rabobank De Aa-Landen hun coöperatie is.' Een vaste cyclus Het bestuur heeft het verslag van de vergadering aan alle leden toegezonden, ook aan hen die afwezig waren. De suggesties van de gedachtenwisseling zijn inmiddels ge- evalueerd en medio dit jaar zal aan de reguliere Algeme ne Vergadering worden voorgesteld een Fonds te stichten om kansrijke initiatieven mogelijk te maken. Leden kun nen een beroep doen op dit Fonds onder de voorwaarde dat zij er geen bezwaar tegen hebben dat hun activiteiten ook aan de leden worden gemeld. 'We willen hierbij een grote mate van openheid betrachten. Het is een Fonds van en voor de leden en zij hebben er recht op te weten wat er telkenjare met de middelen van het Fonds wordt gedaan. De gefinancierde projecten moeten een positieve uitstraling hebben en bijdragen aan een daadwerkelijke ledenbetrokkenheid. Langs die weg willen wij trachten de coöperatie te revitaliseren. Ons voornemen is om deze ledendiscussie jaarlijks te herhalen. We hebben dan een vaste cyclus van de Jaarvergadering in het voorjaar en een 'coöperatieavond' in het najaar,' aldus Buining. Directeur Dijkslag kijkt terug op een operatie die veel energie heeft gevergd: 'Natuurlijk vraagt zo'n discussie veel van het management. De voorbereiding hebben we heel serieus ter hand genomen en ook de uitwerking vraagt alle aandacht. Tegelijkertijd zijn we ook met een stevige verbouwing van de bank bezig. Ook dat vraagt energie. Ik verwacht echter stellig dat beide projecten hun positieve uitwerking zullen hebben.' I I

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Bank & Bestuurder' | 1995 | | pagina 11