De Aa-Landen: meer don
alleen bankieren
Coöperatief in de praktijk
Stel, je hebt een gezonde, solvabele coöperatieve bank.
Je bent toonaangevend in je werkgebied en een geduch
te concurrent voor andere banken. Het economisch tij
begint echter te kenteren: de werkgelegenheid daalt
dramatisch, de economische structuur blijkt te eenzijdig
en de overheid heeft kennelijk andere prioriteiten. Kan
een coöperatieve bank dan iets extra's doen? De Rabo
bank De Aa-Landen discussieerde hierover met haar
leden en kwam tot de conclusie dat zij meer kan dan
bankieren. Een interview met drie betrokkenen.
Ruim een halve eeuw coöperatieve deskundigheid
bij elkaar, daar in Ter Apel bij de Rabobank De
Aa-Landen: voorzitter H. Timmer, 28 jaar bij de
bank betrokken, vice-voorzitter J.H. Buining, bestuurder
sinds 1992 en directeur J.H. Dijkslag die 34 jaar geleden
bij de Rabobankorganisatie in dienst trad. De Rabobank
De Aa-Landen is met een balanstotaal van ruim 300 mil
joen en vijf kantoren zijn vierde bank. Vice-voorzitter
Buining schetst de sociaal-economische positie van Oost-
Groningen als weinig florissant: 'Van oudsher is hier
sprake van een monocultuur: de teelt en de verwerking
van fabrieksaardappelen en bieten. Andere teelten komen
maar moeilijk van de grond. Wel verschijnen er nu grote
melkveebedrijven, vaak afkomstig uit andere delen van
het land. Misschien ontbreekt het onze agrarische onder
nemers ook wel aan voldoende durf om zelf initiatieven
te nemen. Industrie en dienstverlening zijn weinig ont
wikkeld. Ook met de werkgelegenheid is het droevig
gesteld. Onlangs is de MB-spellenfabriek gesloten. Bin
nenkort treft het NATO-depot eenzelfde lot. Uit het
onlangs goedgekeurde Streekplan van de Provincie Gro
ningen blijkt dat de aandacht van de overheid primair
uitgaat naar de verdere ontwikkeling van de stedelijke
gebieden. In het Streekplan staat met zoveel woorden dat
de plattelandsbevolking zelf de nadelige gevolgen van
deze ontwikkelingen moet opvangen.'
Regionale ontwikkelingen op de bestuursagenda
Voorzitter Timmer haakt hierop in door aan te geven dat
de colleges regelmatig discussiëren over de gevolgen die
bepaalde regionale ontwikkelingen kunnen hebben voor
de leden en klanten van de bank. 'Dit is zelfs een vast
agendapunt, bewust gekozen omdat we het besturen
steeds meer willen richten op de meer beleidsmatige kan
ten van de bank. De operationele zaken, zoals financie
ringen, laten we graag aan onze directeur en zijn team
over,' aldus Timmer.
De zorgelijke regionale ontwikkelingen vormden ook de
insteek voor een initiatief van de bank om met de leden in
gesprek te komen over het coöperatieve karakter van De
Aa-Landen. Directeur Dijkslag daarover: 'Eigenlijk was
ons bestuur al geruime tijd intern aan het discussiëren over
de coöperatie. Dit werd geïntensiveerd nadat De Aa-Lan
den medio 1993 fuseerde met de Rabobank Vlagtwedde-
Bourtange. In de discussie hebben we een onderscheid
gemaakt tussen de bank en de vereniging. Daarbij zijn we
tot de conclusie gekomen dat de kwaliteit van de bank -
mede als gevolg van de scherpe bancaire concurrentie -
weinig te wensen over laat. De afgelopen jaren hebben we
- ook als organisatie - veel geïnvesteerd in de bank en
daarover kunnen we best tevreden zijn. Aan de conditie
van de vereniging hebben we minder aandacht geschon
ken, terwijl we ons juist daarmee van de overige banken
kunnen onderscheiden. Daarin zijn we immers uniek!'
Leden praten met leden
Ruim een jaar nam deze discussie binnen de colleges in
beslag. Uiteindelijk werd besloten aan de leden van de
bank de vraag voor te leggen welke rol zij voor de coöpe-
TO