5 den, heeft zij allereerst een gesprek met de directeur van de bank gevoerd om duidelijk zicht te krijgen op de bank, haar toekomstige functie en de verwachtingen die de bank van haar had. De motieven om juist een vrouw te benaderen lagen in zaken zoals klantgerichtheid, draagvlakverbreding, imago en slagvaardigheid. Ook bleek de bank goed te hebben nagedacht over het profiel waaraan zij diende te voldoen. Zij koos voor de functie en de leden kozen haar. Mevrouw Van Hapert ging in op het stempel dat een vrouwelijke bestuurder op een bank kan drukken, waarbij zij met name de inbreng vanuit een brede maatschappelijke oriëntatie en een sociale betrokkenheid bij het werkgebied noemde. Ze gaf haar collega's een tiental bestuurlijke tips vanuit haar praktijk, zoals: voel je niet vereerd, de bank heeft jou nodig, bepaal vooraf je strategie als je iets wilt berei ken, de directeur heeft niet altijd gelijk en reken op tijds- beslag, al is je verteld dat het allemaal wel meevalt. Zij gaf haar eigen invulling van Visie '98: in dat jaar dient 5% van de directeuren, 15% van de bestuursleden, 10% van de bestuursvoorzitters, 25% van de leden van de raad van toezicht en 15% van hun voorzitters, vrouw te zijn. Beperking zittingsduur? Meijer, duidelijk geënthousiasmeerd door de grote betrokkenheid van de aanwezigen, verwelkomde in de namiddag allereerst de 250ste vrouwelijke bestuurder, mevrouw M.L. van Dam, secretaris van het bestuur van de Rabobank Oudewater. Vervolgens zette hij zich aan zijn taak te reageren op de uitkomsten van de onderlinge discussies. De deelneemsters hadden zich over drie vra gen gebogen, die te maken hadden met de positie van vrouwen binnen de Rabobank. Zo waren er veel sugges ties gedaan om de instroom van vrouwen in de colleges te bevorderen. Heel nuchtere, zoals de aanbeveling meer vrouwen lid te maken van de bank en in algemene verga deringen meer aandacht te besteden aan onderwerpen die aansluiten aan de interessewereld van vrouwen. Maar ook meer principiële, zoals de beperking van de zittingsduur. Van dit laatste toonde Meijer zich in een eerste reactie geen voorstander. Beter ware het bij herbe noeming een open functioneringsgesprek te voeren en daaraan ook consequenties te verbinden. Uit de discussie bleek voorts dat de aanwezigen er slechts in beperkte zin voorstandster van waren speciale aan dacht te besteden aan reeds zittende vrouwelijke bestuur ders. Die aandacht zou niet moeten blijken uit voortzet ting van studiebijeenkomsten zoals deze, hoe zeer het initiatief daartoe ook werd gewaardeerd. De deelneem sters hadden er duidelijk geen behoefte aan als een aparte groep te worden beschouwd! Wel vond men het zinnig bijvoorbeeld in de interne media aandacht te schenken aan ervaringen van vrouwelijke bestuurders. Een vrouw begrijpt alles In een wat filosofisch betoog - 'een man moge veel weten, een vrouw begrijpt alles' - illustreerde Hoofddi rectielid Burghouts hoe taai de materie van de vrouwen emancipatie in de Rabobankorganisatie is. De noodzaak om meer aandacht te geven aan, zoals hij het noemde 50% van het menselijk potentieel, was voor hem echter ook een nuchtere economische wetmatigheid. Van de ruim 1200 relatiebeheerders bij de Rabobank zijn er slechts 100 vrouw. Aan de klantenkant liggen die ver houdingen volstrekt anders: één op de zes ondernemers - bij de starters zelfs één op de vier - is vrouw. Dit zou ten minste moeten doorklinken in de bezetting van commer ciële en bestuurlijke functies binnen de bank. In de arbeidsvoorwaardelijke sfeer zijn er inmiddels steeds meer regelingen gekomen om het ook voor vrouwen mogelijk te maken functies op elk gewenst niveau te bekleden. Burghouts worstelde met hetzelfde dilemma als Meijer: 'De bereidheid is er wel, maar de praktijk laat toch een ander beeld zien.' Deze eerste en waarschijnlijk laatste studiedag voor vrou welijke bestuurders werd door mevrouw Koster afgeslo ten met de toezegging dat de uitkomsten van deze dag aan alle banken zullen worden toegezonden en dat de gedane aanbevelingen binnen Rabobank Nederland alle aandacht zullen krijgen. Zij betoonde zich geen voor standster van een apart netwerk voor vrouwelijke bestuurders, maar vond het zeker niet bezwaarlijk als vrouwen elkaar zouden weten te vinden om ervaringen uit te wisselen. Vijf sprekers, vijf invalshoeken: (v.l.n.r.) mevr. Van Hapert dhr. Burghouts, mevr. Koster, mevr. Brummans en dhr. Meijer.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Bank & Bestuurder' | 1995 | | pagina 5