Van den Goorbergh vat de discussies samen in Roosendaal. financieel en dus coöperatief voordeel, is de variabelren- tende lening. Ondanks het feit dat in de loop van vele jaren is gebleken, dat deze vorm voor het lid per saldo gunstiger uitpakt dan de vaste lening, beoordeelt men dit toch niet direct als een goed communiceerbaar voordeel voor het individuele lid. Minder moeite heeft men ermee een gunstig getarifeerde ledenrekening als voordelig voor het lid te kwalificeren. Wonderen verwacht men hiervan echter niet, wel een zekere aantrekkelijkheid voor met name particuliere leden. Het laatste blok discussiepunten heeft betrekking op onderscheidende elementen van een lokale bank. Ook hier weer veel belangstelling voor de wijze waarop de aanwezigen hieraan bij hun eigen bank vormgeven. Men ziet dit als een aansprekende vorm van betrokkenheid bij het eigen werkgebied. Hoe communiceer je verplichtingen? Terwijl de conferentiegangers de avondmaaltijd gebrui ken, wordt op het secretariaat van de conferentie onder hoogspanning de laatste hand gelegd aan een samenvoe ging van de rapportages van de subgroepen. Meningen worden samengevat en in steekwoorden op sheets ver meld voor de avonddiscussie. Hoofddirectielid Van den Goorbergh vat allereerst de discussies van deze dag samen. Hij stelt vast dat de aanwezigen hun instemming hebben betuigd met de transformatie van de Rabobank naar een brede coöperatieve financiële dienstverlener met een sterke lokale betrokkenheid. Gebleken is dat de aan wezigen zich ervan bewust zijn dat dit veel van de kwali teit van de banken zal vergen en wellicht ook gevolgen zal hebben voor de schaalgrootte van de banken. Voorts concludeert hij dat er minder eenduidigheid is zodra de verhouding tussen de bank en het individuele lid ter spra ke komt. De meningen variëren van een openstelling van het lidmaatschap voor iedereen tot een beperking van het verplichte lidmaatschap tot een kleine groep werkelijk bij de bank betrokkenen. Ook over de rechten en plichten die aan het lidmaatschap zijn verbonden, bestaat een grote variëteit aan inzichten. Dat blijkt ook uit de plenai re discussie die volgt op de samenvatting van de middag discussies door Van den Goorbergh. Juist dit onderwerp wijst veel deelnemers de weg naar de interruptiemicro foons. Één van hen formuleert het treffend: 'We zijn er in de afgelopen jaren niet in geslaagd onze leden duidelijk te maken wat de voordelen van het lidmaatschap zijn; het is dan wat moeilijk om over hun plichten te spreken.' Van den Goorbergh vindt dit een typisch onderwerp waar over de gedachtenvorming in deze fase van de discussies nog volop in beweging is. Het belang van de leden van de bank ziet hij primair in een uitstekende persoonlijke bancaire dienstverlening en in het scheppen van moge lijkheden om daadwerkelijk invloed uit te oefenen op het beleid van de bank. Niet onbelangrijk, maar toch secun dair ten opzichte van het voorgaande, dient te worden bezien welke verdere materiële voordelen het lidmaat schap kan bieden. De verplichtingen van de leden zouden daarbij kunnen worden gezocht in de feitelijke financiële betrokkenheid en een relevant zakenvolume. Deze begrippen vergen echter een nadere precisering. De voor delen van het lidmaatschap worden door een andere deelnemer ook nog gezien in de unieke mogelijkheid van de Rabobank jonge ondernemers met elkaar in contact te brengen om te komen tot uitwisseling van kennis en ervaring. In zijn slotwoord dankt Van den Goorbergh voor de open benadering. Niet te ontkennen is dat er thans nog sprake is van een fase van heroriëntatie en van zoeken naar de juiste antwoorden. Hij roept de aanwezigen drin gend op de discussies in eigen kring voort te zetten. Daarbij spreekt hij de hoop uit dat er tegen het einde van het voorjaar, als het materiaal van deze conferenties zal zijn verwerkt, meer zicht zal zijn ontstaan op de volgende stappen in deze boeiende discussie. 17

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Bank & Bestuurder' | 1995 | | pagina 17