Coöpera tieconferen ties: de
eerste stappen zijn gezet
Op 13 februari werd in Eindhoven, Roosendaal en
Almelo een begin gemaakt met de coöperatieconferen
ties. De eerste drie van de in totaal 63 conferenties.
De finale zal op 16 maart plaatsvinden. Een kleine
4.500 bestuurders en directeuren zullen dan de gelegen
heid hebben gehad hun visie te geven op het wezen van
de coöperatie die Rabobank heet. De verwachtingen zijn
hoog gespannen. Er is veel voorbereidend werk verzet
bij de lokale banken en bij Rabobank Nederland. Op die
eerste dag waren wij in Roosendaal. Een impressie.
In hoog tempo worden achter de schermen de uitkomsten
van de groepsdiscussies verwerkt.
16
Het beeld is bekend: een kwartier voor het begin
van de conferentie dromt een groot aantal deelne
mers samen voor de ontvangstbalie. Twee dames
achter de balie druk met het uitreiken van badges en con
ferentiemappen. Aan de andere kant bestuurders en
directeuren. Slechts één vrouwelijke bestuurder. Klokslag
twee uur start het programma. De regiodirecteur heet de
aanwezigen welkom. De eerste video wordt vertoond: de
ondernemende mens wordt ten tonele gevoerd. De aan
wezigen verspreiden zich vervolgens door het gebouw in
een achttal subgroepen. De discussie over het eerste
onderwerp kan beginnen.
Als de gespreksleider in de subgroep de aanwezigen het
woord geeft, blijkt dat de besturen al grondig hebben
nagedacht over de discussievragen, vaak in aparte bijeen
komsten. Er wordt met belangstelling naar eikaars visie
geluisterd; men is benieuwd hoe bepaalde vragen bij col
lega-banken zijn behandeld. De eerste twee onderwerpen,
de breedte van het dienstenpakket en de verenigings- en
lidmaatschapspolitiek, worden soepel behandeld in de
vijf kwartier die daarvoor zijn uitgetrokken. Er blijkt
weinig bezwaar te bestaan om de Rabobank te transfor
meren van een kredietcoöperatie naar een brede coöpera
tieve financiële dienstverlener. Die diensten moeten dan
overigens wel worden geënt op de lokale behoeften.
Conclusies worden vastgelegd ter voorbereiding op de
plenaire discussie die 's avonds in aanwezigheid van
dr. W.M. van den Goorbergh, lid van de Hoofddirectie,
zal plaatsvinden.
Passend evenwicht?
Het tweede blok discussiepunten - na een korte pauze en
een tweede videofragment - roept meer vragen op. Dat
geldt zeker voor de ingewikkeld geformuleerde vraagstel
ling rond de rechten en de plichten van het lidmaatschap.
Het blijkt moeilijk goed in beeld te krijgen wat moet
worden verstaan onder een passend evenwicht tussen de
feitelijke financiële betrokkenheid van het lid en de voor
delen uit het lidmaatschap. Sommige deelnemers vinden
dit in strijd met bepaalde gelijkheidsbeginselen die in hun
ogen de coöperatie zouden moeten karakteriseren. Ande
ren vinden dit meer vanzelfsprekend, omdat ook aan- en
verkoopcoöperaties dergelijke uitgangspunten hanteren.
Datzelfde gelijkheidsbeginsel speelt ook een rol bij de dis
cussie over het 'relevante zakenvolume' als noodzakelijke
voorwaarde voor het lidmaatschap.
Wat niet onmiddellijk wordt gezien als een duidelijk