De Bestuurder
voorop
3
De introductie van ons nieuwe woord- en beeld
merk is gepaard gegaan met veel publiciteit, een
kennelijke noodzaak om het publiek te laten wen
nen aan een nieuw gezicht. Wist u dat u dagelijks wordt
blootgesteld aan 3.000 merkimpulsen, zoals de deskun
digen dat uitdrukken? F.r moet dus wel iets gebeuren,
wil een beeldmerk beklijven. Vandaar die indringende
presentatie.
De voorzitter van de Raad van Beheer, de heer W.
Meijer, wijst er in deze aflevering op dat de nieuwe huis
stijl niet louter mag worden beschouwd als een soort
kosmetische operatie. De consequenties gaan veel ver
der. Je illustreert met je nieuwe gezicht ook en met name
een nieuwe oriëntatie op leden en klanten. We geven hen
de centrale plaats. Dat geldt niet alleen voor de bancaire
markt waarop we actief zijn, maar ook voor onze onder
linge verhoudingen. Vandaar dat we ervoor hebben
gekozen om met ingang van deze vierde jaargang een
wijziging aan te brengen in de benaming van uw blad.
Voor ons als redactie staat u als bestuurder centraal.
Vandaar niet langer Bank Bestuurder, doch Bestuur
der Bank. Het zal wel even wennen zijn; de nieuwe
naam 'bekt' wat minder. Ook hierbij willen we het ove
rigens niet laten bij een kosmetische operatie. We willen
er ook in onze redactieformule naar streven ons op uw
belang en uw interesse te richten. Mede met het oog
daarop hebben we eind vorig jaar onder onze lezers een
enquête gehouden. We hebben naar uw mening over
ons blad gevraagd en naar suggesties voor onderwerpen
die u van belang vindt. Hierop zullen we zeker terug
komen.
vernieuwde klantgerichte Rabobank er staan. In 1995
zullen we moeten bewijzen dat we niet alleen goed zijn
in het plannen van veranderingen, maar ook in het ver
anderen zelf. Een toetssteen daarbij zal ongetwijfeld het
beleid worden dat zich de komende tijd aftekent met
betrekking tot ons personeel. We zijn een bank van men
sen en we zullen die mensen in staat moeten stellen zich
de 'nieuwe' vaardigheden aan te leren. Maar - wat mis
schien nog belangrijker is - we zullen in solidariteit een
goed werkend in-, door- en uitstroombeleid daadwerke
lijk vorm en inhoud moeten geven. En juist daar ligt een
grote bestuurlijke verantwoordelijkheid en uitdaging.
Het jaar 1994 was buitengewoon produktief voor onze
organisatie. We hebben een goed financieel resultaat
behaald en waren daarbij in staat naar onze leden door
onze tariefstelling een - in vergelijking met de voorgaan
de jaren - groter deel van het resultaat door te sluizen.
Ons variabel tarief lag zelfs gemiddeld onder het niveau
van de kapitaalmarkt! Ook de kostenstijging was het
afgelopen jaar beheerst. Wat dat betreft was 1994 een
jaar om in te lijsten. Over de volle breedte van de bank
hebben we aanzetten gegeven voor veranderingen en
vernieuwingen. Het commerciële beleid kreeg een nieu
we oriëntatie, kantelde van produkt- naar klantgericht,
en we brachten een ingrijpende wijziging aan in onze
onderlinge financiële verhoudingen. Visie '98 hebben we
die commerciële omslag genoemd. Ons eeuwfeest werpt
haar schaduw immers vooruit en in dat jaar moet de
Bestuurlijk zal 1995 een buitengewoon interessant jaar
worden. In de komende maanden wordt de coöperatie
discussie voortgezet. De voorbereidingen daartoe zijn
thans in volle gang. Het onderwerp heeft duidelijk de
belangstelling van onze bestuurders. Dat is niet alleen
gebleken tijdens de najaarskringvergaderingen, maar
ook uit allerlei plaatselijke initiatieven. De nota 'De co-
operatie die Rabobank heet' zal het basisdocument zijn
dat tijdens de coöperatiediscussies verder wordt uitge
diept. Aan deze nota zullen stellingen worden ontleend
die in samenspraak tussen de leden van de bestuurscolle
ges van Rabobank Nederland en de lokale bestuurders
en directeuren worden bediscussieerd en die moeten lei
den tot gemeenschappelijke opvattingen. Met name het
belang van het lid bij de coöperatie en de betrokkenheid
tussen de coöperatieve bank en haar leden zullen ter dis
cussie komen. Eerst als over deze kernbegrippen binnen
de organisatie consensus bestaat, zal verder kunnen wor
den gepraat over het beheer van de coöperatie. Het ziet
er dus zeker niet naar uit dat de coöperatiediscussie in
één ronde haar beslag zal krijgen. Een eerste opgave is
het immers van elkaar te weten op welke wijze naar de
vraagstelling wordt gekeken. Het moge duidelijk zijn dat
Bestuurder Bank veel ruimte in haar kolommen zal
vullen met de uitkomsten van deze discussies. Wellicht
nog belangrijker is het in uw blad kennis te kunnen
nemen van de wijze waarop de coöperatieve inspiratie
haar weerslag vindt in het dagelijks opereren van uw
collega-banken.
We gaan een interessant, maar moeilijk
jaar tegemoet. De redactie wenst
u daarbij veel inspiratie en
een grote betrokkenheid
bij uw werk. Het moge
u ook persoonlijk in
1995 goed gaan.
Roosfn