Agenda
Reacties van lezers
Feiten en cijfers
13
Vergaderingen in 1995
Centrale Kringvergadering: 22 maart; 17 mei;
6 september; 22 november
Algemene Vergadering: 8 juni
Bestuurder Bank wit ook uw visie op bestuurlijke
zaken vernemen. Het blad wil immers een platform van
discussie zijn. In deze rubriek nemen we graag uw reac
ties op. Deze keer een reactie van de heer H. Alberts,
voorzitter van de raad van toezicht van de Rabobank
Ede-Bennekom. Hij heeft zich verwonderd over het feit
dat tijdens de huisstijlshow het woord 'coöperatie' niet
is gevallen. Uw reacties zijn welkom.
Als voorzitter van de raad van toezicht van de
Rabobank Ede-Bennekom lees ik Bank
Bestuurder met interesse. Zulks gold ook de
special van november jongstleden, die geheel
was gewijd aan de coöperatieve gedachte en
de invulling daarvan, beter gezegd: de vragen
over een nieuwe vertaling van het begrip. Ook
tijdens de kringvergadering in Apeldoorn was
de coöperatie onderwerp van gesprek. Uit een
en ander zou je kunnen concluderen dat het
begrip coöperatie ook bij de top van onze
organisatie sterk leeft. Groot was dan ook mijn
verbazing toen ik tijdens de huisstijlshow
begin november, waar zo'n 4.000 Rabomen-
sen - medewerkers en bestuurders - aanwe
zig waren, moest vaststellen dat het woord
'coöperatie' die avond niet werd genoemd.
Hoewel de avond een ander doel had, had
toch op z'n minst enige relatie met ons coöpe
ratief handelen kunnen worden gelegd. Als
we betogen dat coöpereren hetzelfde is als
samenwerken, dan zou bij deze grote 'samen'-
komst met onze eigen mensen hiervan iets
hebben moeten doorklinken. Al zou het maar
een aanzet zijn geweest voor de komende dis
cussies. Jammer voor deze gemiste kans tij
dens deze unieke manifestatie.
H. Alberts
Terugblik op 1994
Het afgelopen jaar hebben de lokale Raboban-
ken ondereen relatief gunstig gesternte kun
nen bankieren: de conjunctuur klom uit het dal
en de rentestructuur was weer normaal bij -
aanvankelijk - lage renteniveaus. De aantrek
kende conjunctuur leidde tot een winstherstel
in het bedrijfsleven. Dit bevorderde de investe
ringsactiviteit - en in het verlengde daarvan de
kredietvraag - van onze klanten in de sector
Handel, Industrie en Dienstverlening. De uit
zettingen aan de agrarische sector stegen
daarentegen nauwelijks. Mede als gevolg van
de hausse op de hypothekenmarkt groeide de
kredietverlening door de aangesloten banken
met bijna 10%, tegen 7% in het jaar daarvoor.
Begin 1994 kwam er een eind aan de rente
daling. Veel klanten speelden hierop in door
vaste leningen af te sluiten met een lange ren-
tefixatieperiode, alsmede door variabelren-
tende leningen en leningen met een korte res
terende rentefixatieperiode over te sluiten in
leningen met een lange rentefixatieperiode.
Hierdoor is het renterisico in de balans van de
aangesloten banken aanzienlijk toegenomen.
De aanwas van toevertrouwde middelen ver
liep met een groei van circa 3,5% iets voor
spoediger dan in 1993.
Het brutoresultaat van de lokale banken
groeide met 10%, als resultante van een
batenstijging van bijna 5% en een lastengroei
van 3%. De toename van de baten is met
name te danken aan de omzettingsgolf, die
gepaard ging met hoge opbrengsten in de
vorm van oversluitprovisie en in rekening
gebrachte rente wegens vervroegde aflossing.
De rentewinst steeg overigens slechts in
beperkte mate vanwege het gevoerde coöpe
ratieve tarievenbeleid. De rentemarge ver
krapte als gevolg van de scherpe prijsstelling
voor kredieten in rekening-courant en varia
bele leningen. Daarmee werd een groter deel
van het financiële resultaat doorgesluisd naar
de leden dan in de voorafgaande jaren.
De lasten werden goed in de hand gehouden.
De personeelskosten stabiliseerden zich nage
noeg op het niveau van 1993. De lonen ont
wikkelden zich gematigd.
De banken kunnen met tevredenheid terug
kijken op de behaalde financiële resultaten in
het verstreken jaar. Hier staat tegenover dat
zich ook een aantal minder gunstige ontwik
kelingen hebben voorgedaan, zoals de sterk
opgelopen renterisicopositie en het tegenval
lende personeelsverloop. Deze ontwikkelin
gen kunnen zich dit jaar tegen ons keren. De
rentemarge zal in 1995 waarschijnlijk verder
afnemen als gevolg van de verwachte stijging
van de rente en de (te) hoge renterisicopositie
van de banken. De rentestijging vertaalt zich
in een toename van de prijs van de toever
trouwde middelen, terwijl aan de uitzettin
genkant de rentebaten beperkt zullen toene
men omdat het kredietbestand - als gevolg
van de massale omzettingsgolf begin 1994 -
relatief veel vaste leningen bevat met een laag
rentepercentage. De verkrapping van de ren
temarge wordt niet gecompenseerd door
hogere provisiebaten. Aldus staat de baten-
groei onder druk. Voor een gunstige ontwik
keling van het financiële resultaat blijft daar
om een voortdurend scherpe aandacht voor
kostenmatiging noodzakelijk. Een - waar
schijnlijk welkome - meevaller voor de aange
sloten banken wordt gevormd door de per
saldo gunstige effecten op het resultaat van
de per 1 januari jl. van kracht geworden nieu
we interne financiële verhoudingen.
Kerncijfers gezamenlijke aangesloten banken
Mutatie t.o.v.
1 januari 1994
November 1994 November 1993
Medewerkers
Aantallen
Mensjaren
-725
28.826
25.814
29.616
26.633
Banken
Fusies
Aantal banken
Aantal vestigingen
33
41
55
3
624
1.927
0
697
1.996
Tarieven
Basistarief bestaande
variabele leningen
Kapitaalmarktrente
Geldmarktrente
0,2
2,0
0,2
6,9
7,5
5,2
7,4
5,8
6,0
(Bron: Rabobank Nederland, Financieel Economisch Beheer)